• De eerste elektrisch aangedreven autolaadkraan met aanhangwagen van 50 ton van Vlot Logistics.
• De eerste elektrisch aangedreven autolaadkraan met aanhangwagen van 50 ton van Vlot Logistics. foto: aangeleverd

Vlot Logistics koploper in omslag

De hoge drempel van duurzaam transport

Óf er komen vrachtwagens zonder emissie-uitstoot op de markt die goedkoper zijn dan degene die rijden op fossiele brandstoffen, óf de overheid grijpt in; andere wegen om duurzaam transport echt door te laten breken zijn er wat betreft Rokus Vlot en Marie-José Baartmans niet. De twee ondernemers steken al jaren hun nek uit als pioniers met elektrische vrachtwagens en meer recent ook een vrachtwagen die op waterstof rijdt. Ze zijn de koplopers van de kopgroep, willen dat ook zijn, maar ze zouden veel liever zien dat het peloton een stuk dichterbij was. "De transportbranche is heel conservatief. Ze zijn en blijven dol op diesel. Er is bij verladers sprake van veel window dressing: een groen imago uitstralen, maar er achter de schermen weinig tot niets aan doen. In de loop van de jaren kwamen we erachter dat er maar weinigen zijn die net als wij denken."


Al in 2011 liet Vlot Logistics, een verhuis- en transportbedrijf met diverse vestigingen in de Alblasserwaard, een elektrische vrachtwagen ontwerpen. "Het was toen één van de eerste in Nederland. Gezien de beperkte actieradius hebben we die overgedaan aan een collegabedrijf in Amsterdam", blikt Rokus Vlot terug. Enkele jaren later kwam hij in contact met Marie-José Baartmans, die samen met haar broer vergevorderde plannen had om een 'zero emission' transportbedrijf op te zetten. "Bij ons marktonderzoek zagen we steeds de blauw, oranje en witte vrachtwagens van Vlot rijden en zo kwamen we terecht bij Rokus", vertelt zij. "Niemand wilde onze plannen financieren, ook de banken niet die zich als groen afficheren. Met Rokus was er meteen de klik. Tijdens een later overleg zei hij heel droog: 'Ik heb twee elektrische vrachtwagens besteld.' Eén werd gebruikt voor een Zweedse meubelgigant, klant van Vlot Logistics, de andere voor C&A, waar wij mee in onderhandeling waren."


Het betekende de start van Breytner zero emission transport, waarvan Rokus Vlot naast Marie-José en haar broer mede-eigenaar werd. Ze delen alledrie van harte het uitgangspunt dat de transportsector niet door kan blijven gaan met fossiele brandstoffen. "Rentmeesterschap, verantwoord omgaan met de wereld waarop we leven; dat moet je ook op jezelf betrekken, zeker als je in een sector werkt die veel bijdraagt aan de vervuiling."

Tegelijkertijd zijn het ondernemers. Zakelijk gezien zijn ze ervan overtuigd dat elektrisch vervoer de toekomst heeft. Er wordt dan ook volop geïnvesteerd in vernieuwing. Bij de vestiging van Vlot Logistics in Schelluinen verrees een waterstoftankstation. Daarnaast presenteerde Vlot Logistics dit jaar de allereerste elektrisch aangedreven autolaadkraan met aanhangwagen van 50 ton op de Nederlandse wegen. Daarmee werd aangesloten op de wens van de gemeente Rotterdam om het vele transport van bouwmaterialen in deze bouwlustige stad groener te maken. "De actieradius is circa honderdvijftig kilometer. Dat is perfect voor in de stad, als je het combineert met opslagplaatsen voor materiaal aan de rand van de stad."

'De transportbranche is heel conservatief. Ze zijn en blijven dol op diesel'

Terug naar Breytner: één van de belangrijkste doelen is het terugdringen van de uitstoot van schadelijke stoffen in de binnensteden. Hard nodig, benadrukt Marie-José: "In een stad als Rotterdam zijn er plekken waar de levensverwachting hierdoor drie tot vijf jaar lager is." Met de inmiddels vier elektrische vrachtwagens - en één op waterstof - leveren ze een bijdrage om die situatie te verbeteren. Maar, ze geven het eerlijk toe, het is een druppel op een gloeiende plaat. De kosten van duurzaam vervoer zijn veel hoger dan de traditionele variant. "Een vrachtwagen die op fossiele brandstoffen rijdt kost gemiddeld 100.000 euro, een elektrische 400.000 euro en met waterstof heb je het over 800.000 euro", rekent Rokus voor. "Klanten zijn niet bereid de meerprijs te betalen die duurzaam vervoer met zich meebrengt." Marie-José vult hem aan: "Daarom zijn we voor een groot deel ook afhankelijk van subsidies. Als ondernemer wil je dat eigenlijk niet."

En dan hebben we het alleen nog maar over de stad. Op het platteland is elektrisch transport vanwege de geringe actieradius nog verder weg. "Er is geen urgentie; het zal eerst in de steden moeten gebeuren en dan komt het naar het platteland toe." De oplossing lijkt simpel: meerdere steden hebben nu al de poorten gesloten voor oude dieselauto's. Je zou denken dat een hek om de stad voor vrachtwagens op fossiele brandstoffen ook haalbaar zou zijn. Rokus en Marie-José zien dat echter nog niet gebeuren. "De politiek durft dat nog niet aan. Vergis je niet hoe sterk de lobby van de transportsector is."


Een andere doorbraak zou er kunnen komen vanuit de techniek. Beiden zien de ontwikkeling van steeds betere batterijpakketten in voertuigen. "Die gaat razendsnel. Tesla zegt bezig te zijn met een elektrische vrachtwagen die een actieradius heeft van achthonderd kilometer. Ook de aanwezigheid van snelladers op locaties waar vrachtwagenchauffeurs hun verplichte pauzes hebben kunnen een grote bijdrage leveren. Bij waterstof is bijvoorbeeld nu nog het probleem dat er bij het proces om elektriciteit op te wekken ongeveer veertig procent van de opbrengst verloren gaat. Als je dat fors terug kunt brengen, dan wordt dit heel interessant. Het is heel simpel: op het moment dat duurzaam transport door technische ontwikkelingen goedkoper wordt dan rijden met fossiele brandstoffen, zal het heel hard gaan."

Één ding wordt duidelijk: ondanks de razendsnelle stappen die we op allerlei gebieden maken, is de verduurzaming van het transport een zaak van de lange adem. "We zien wel dat door onder meer de rechtszaak van Urgenda, het stikstofprobleem en de klimaatakkoorden dat het besef dat er iets moet gebeuren bij de overheid groeit. Zo moet in 2030 diesel dertig procent schoner zijn; Truckfabrikanten kunnen dat ook compenseren met het op de markt brengen van elektrische vrachtwagens. Zo creëer je een overgangssituatie waarin je de sector niet verplicht van de ene op de andere dag over te stappen, maar waarin je wel vooruitgang boekt."