• Piet van Essen.
• Piet van Essen. Foto: Geurt Mouthaan

Piet van Essen zeventig jaar kerkorganist

'Danklied voor mijn leven'

Als zeventienjarige kroop Piet van Essen voor het eerst officieel als kerkorganist achter het klavier van het orgel van de gereformeerde kerk in Brandwijk. Dit jaar vierde hij het zeventigjarig jubileum.

Een gesprek over de jeugd van de 87-jarige inwoner van Molenaarsgraaf is een reis naar een wereld die voor velen al lang verleden tijd is. Hij verhaalt over de tijd waarin in vele gereformeerde en hervormde gezinnen het harmonium een gegeven was, het spreekwoordelijke zingen bij het orgel één van de weinige vormen van vermaak. Zo ook in huize Van Essen. Orgelles krijgen was vanzelfsprekend en oudste zoon Piet ontkwam daar niet aan. "Ik kreeg les van Kees Brouwer uit Alblasserdam. Hij kwam elke veertien dagen langs. Op de fiets, met de muziek achterop de bagagedrager. Hij had dan een ronde door het dorp bij allerlei leerlingen."

Een oom van Van Essen begeleidde destijds de erediensten in de gereformeerde kerk in Brandwijk. "Wij gingen daar ook naar de kerk. Ik mocht met hem mee en hij zette me aan het werk om te pompen. Een motor had het kerkorgel toen nog niet. Je moest ervoor zorgen dat de druk precies tussen twee streepjes bleef; met te weinig lucht hoorde je niks, met teveel lucht werd het vals." Dat pompen werd door de komst van een elektrische motor op een gegeven moment overbodig. "Mijn oom zei: speel jij nou ook meer eens wat. Hij deed dan het voorspel en ik het koraal. Ik was toen een jaar of 10. Later mocht ik complete psalmen spelen."

Als lesmateriaal was hij op een gegeven moment toe aan één van de grootste namen in de (orgel)muziek: Johann Sebastian Bach. Maar daarvoor was het oude harmonium niet geschikt. "Er moest een tweeklavier met pedaal komen", vertelt Van Essen. "Dat hebben mijn ouders toen gekocht en ze hebben er zelfs de woonkamer met anderhalve meter voor uitgebreid. Nu pas besef ik hoeveel ze voor me over hadden, dat ze hiervoor een verbouwing uitvoeren. Toen vond ik dat heel normaal."

In die tijd dacht hij er wel eens aan om een loopbaan in de muziek te kiezen. "Moe, wat vindt u ervan?', vroeg ik aan mijn moeder. Zij zei: 'Piet, je moet wel heel goed zijn om daar je geld mee te verdienen. Houd het maar als hobby.'" Van Essen koos er uiteindelijk voor om het vak van zijn vader in te gaan: drukker. Op de Grafische School in Utrecht leerde hij het ambacht. "Daar was ik als 15-jarig jochie in de kost. De orgellessen hielden op, daar was geen tijd meer voor. Al bleef ik nog wel spelen, maar dan meer als hobby." Het vertrek van zijn oom - hij verhuisde naar een andere woonplaats - maakte de weg vrij voor zijn neef. Zeventien jaar jong was hij toen de Molenaarsgraafse drukkersleerling officieel kerkorganist werd. "Ze wilden het liefst iemand uit de gemeente; dat was vertrouwd en goedkoop. Men ging ervan uit dat je dat voor de gemeenschap deed. Later werd dat anders en kwam er een vergoeding voor het orgelspel."

Zo gingen de jaren voorbij; Van Essen maakte lange weken als ondernemer in de drukkerij die hij van zijn vader had overgenomen. Studeren op het orgel was er niet bij. Tot er in de jaren tachtig een ommekeer kwam. Er werd een ernstige ziekte geconstateerd, darmkanker. Een keiharde boodschap, waarbij hij de dood in de ogen keek. Uiteindelijk bleek een operatie echter voldoende om het levensgevaar af te wenden. In diezelfde tijd gaf zijn zoon Martin aan het bedrijf over te willen nemen, zodat Van Essen meer tijd kreeg. "Ik ben gaan hardlopen; een gezonde geest heeft een gezond lichaam nodig en dat had ik niet."

'Ik houd ervan om pit te leggen in mijn orgelspel, om met schwung te spelen'

Tegelijkertijd klopte hij aan bij Koos van Vliet, piano- en orgeldocent én plaatsgenoot. "Hij zei: 'We gaan geen Bach studeren, maar iets heel anders doen.' Hij gaf mee een vel mee met de melodielijn van psalm 8. Ik heb dat papier nog steeds. De opdracht was: schrijf de alt-, tenor- en baspartijen erbij. Muziek schrijven, daar ging ik mee aan de slag. En dat heeft mijn orgelspel helemaal veranderd. Ik pikte het snel op en nu kan ik met alleen een melodielijn makkelijk uit de voeten. Het is heerlijk om zo mijn fantasie te kunnen gebruiken bij het begeleiden van de samenzang."

Als kerkorganist is Piet van Essen graag muzikaal de baas. "De gemeenteleden mijn wil opleggen, doe doe ik graag", lacht hij. "Je moet iedereen meekrijgen. En ik houd ervan om er wat pit in te leggen, om met schwung te spelen. Zing met heel je hart, met een glimlach. Toen ik begon was dat nog anders. Op hele noten en langzaam. Dat is niet meer met nu te vergelijken. Ik merk het trouwens nog steeds aan de oudere gemeenteleden; die zingen over het algemeen wat trager."

Zijn 87 jaar zie je niet aan de Molenaarsgraafse musicus af. Hij is vitaal en heeft nog steeds een goed gevulde agenda. Naast de gereformeerde kerk in Brandwijk speelt hij ook voor de Rooms-katholieke kerken in Papendrecht en Sliedrecht (soms heeft hij vijf diensten in één weekend), hij begeleidt en dirigeert koren én zingt in diverse muziekgezelschappen. "Muziek is mijn uitlaatklep", knikt hij. "En ik beschouw het iedere keer als een danklied, dat ik er nadat die ernstige ziekte bij me was geconstateerd nog steeds ben. Zoals ik het zie zei God toen tegen mij: 'Het is je tijd nog niet, er is nog een taak voor je.' Ik ben zeer gezegend dat ik dit nog allemaal kan doen." Met een lach: "Ik ben gehuldigd voor het feit dat ik zeventig jaar kerkorganist ben; daar hoorde ik al gonzen...75 jaar? Zolang ik de gezondheid heb, ga ik er met liefde mee door."