3 miljoen euro voor clubs en bedrijven
molenlanden • Al vanaf half maart klopten ondernemers en bestuursleden van verenigingen aan bij het Molenlandse gemeentebestuur. De coronamaatregelen raken hen hard. "Bij bedrijven valt de omzet weg, verenigingen missen onder meer de inkomsten van de kantine, terwijl hun lasten wel doorlopen", vertelt wethouder Bram Visser. "We hebben daarom besloten zo snel mogelijk actie te ondernemen."
Het toeval wilde dat eind maart de gemeente ruim veertig miljoen euro overgemaakt kreeg. Het college van burgemeester en wethouders besloot de opbrengst van de verkoop van de Eneco-aandelen deels in te zetten voor een noodfonds.
Waar landelijk tot nog toe vrijwel alle aandacht gaat naar het overeind houden van ondernemingen, richten burgemeester en wethouders in Molenlanden zich meteen ook op verenigingen. "Daarin zijn we vooruitstrevend", knikt wethouder Teunis Jacob Slob. "We willen met dit noodfonds laten merken dat we er in zo'n moeilijke tijd zijn voor elkaar. Het is gepast om die middelen dan ook in te zetten voor verenigingen die het zwaar hebben."
Het bedrag van 3 miljoen euro dat het college in het Molenlandse noodfonds wil storten is een inschatting, benadrukt wethouder Bram Visser. "We hebben wel naar landelijke cijfers gekeken, maar we weten niet of we exact dit bedrag nodig zullen hebben. De opzet was om het ruim te nemen, zodat als er veel aanvragen komen we niet iedere keer terug naar de gemeenteraad hoeven om extra middelen beschikbaar te stellen. We gaan ervan uit dat we hiermee voor 2020 genoeg hebben. Het is sterk afhankelijk van hoe de coronacrisis zich verder ontwikkelt. Ons belangrijkste doel is nu dat bedrijven en verenigingen niet omvallen."
De Molenlandse politieke partijen moeten nog wel instemmen met het voorstel van het college. De raadsleden spreken zich daar tijdens de raadsvergadering op 21 april over uit. Bij groen licht gaat het gemeentebestuur verder aan de slag om de details van de regeling zo snel mogelijk verder uit te werken. Uitgangspunt daarbij is in ieder geval wel dat 'voorliggende voorzieningen' eerst aangewend moeten worden. Visser: "Er zijn diverse landelijke steunmaatregelen. Daar dient eerst gebruik van gemaakt te worden. Is dat niet voldoende, dan kan bij de gemeente aangeklopt worden voor extra hulp." De wethouders noemen daarnaast ook de banken. "Zij kunnen bij het overeind houden van bedrijven ook een grote rol spelen."
Een tweede uitgangspunt is dat de steun verpakt wordt in de vorm van een lening. Wethouder Slob: "Dat is de lijn die we bewust gekozen hebben. Zomaar geld geven is niet verstandig. Als gemeente moeten wij daar zorgvuldig mee omgaan. Het is overigens niet helemaal in beton gegoten, er kan per geval maatwerk worden verleend."
Geurt Mouthaan