• Gerard de Winter: 'De Alblasserwaardse mentaliteit past goed bij een circulaire aanpak.'
• Gerard de Winter: 'De Alblasserwaardse mentaliteit past goed bij een circulaire aanpak.' Foto: Anne Marie Hoekstra

Gezocht: pioniers in bouwsector

'Groener' bouwen in de waard

De Winter is geen luchtfietser. "Uiteindelijk moet het in een marktwerking passen", zegt hij nuchter. "Alle partijen in de keten moeten er voordeel in zien."

Met BlauwZaam, een club van duurzame ondernemers in de Albasserwaard en Vijfheerenlanden, probeert De Winter de ontwikkeling aan te jagen. "Wat mij drijft is: verduurzaming van de economie. Ik heb geen kinderen en de aarde zal mij wel overleven, maar ik vind dit belangrijk. We zouden zo met elkaar en de natuur moeten omgaan dat niet alleen de welvaart maar ook het welbevinden behouden blijft."

Streekeigen gewassen

Met het project 'oogstkaart' wil hij bijvoorbeeld slopers, bouwers, architecten en woningcorporaties bij elkaar brengen om te bekijken hoe vrijgekomen materiaal uit renovaties of sloop opnieuw benut kan worden. Daarnaast wil hij, onder de noemer 'verbouwen van bouwmaterialen' onderzoeken of het mogelijk is om in de regio natuurlijke bouwmaterialen te laten groeien. Daarover wil hij met dezelfde partijen in gesprek. "Om te bekijken: welke materialen hebben we nodig en welke zouden we uit natuurlijke materialen kunnen maken? De bouw stapt steeds meer over op biobased bouwmaterialen. Ik wil weten welke materialen bouwers uit onze streek zouden willen vervangen door natuurlijke materialen en welke gewassen daarvoor nodig zijn. En vervolgens nagaan welke daarvan in onze streek passen om zo tegelijkertijd de natuur te versterken. Daarom willen we er graag natuurorganisaties bij betrekken. Het Waterschap doet ook mee, dus bermgras is ook een interessante, hernieuwbare 'grondstof'."

De Winter is niet de eerste die over bovenstaande vragen nadenkt. Daarom wil hij een toer maken langs projecten waar al met natuurlijke materialen is gewerkt. Als voorbeeld noemt hij het gebruik van mycelium, een netwerk van schimmeldraden. "Je brengt groene reststromen, zoals gras of houtsnippers, en schimmels bij elkaar. De schimmel vreet zich in die biomassa. Als je dat in een mal doet, wordt het heel vast en dicht. Door verhitting dood je vervolgens de schimmel. Zo krijg je heel stevig en isolerend materiaal. En als je het weer in de natuur gooit, wordt het opgenomen. De teelt zou misschien kunnen plaatsvinden in vrijgekomen agrarische gebouwen."

Sloophout

'Dit gaat over de wil om samen te werken en je nek durven uitsteken'

Het zou mooi zijn als architecten bij hun ontwerp al rekening houden met circulaire mogelijkheden. Zo kan de sloop van het ene gebouw verbonden worden aan de nieuwbouw van een ander. " Avres (de vroegere sociale werkplaats, red.) zou een rol kunnen spelen, omdat uit sloophout spijkers en schroeven verwijderd moeten worden." De gemeente Molenlanden is er al bij betrokken. "Die gaat inhoudelijk bijdragen en maakt deze verkenningsfase financieel mogelijk. We willen vooral met partijen uit de streek om tafel, zodat we in de eigen regio de circulaire economie aanjagen. Dit gaat over de wil om samen te werken en je nek durven uitsteken. Daar moet je vertrouwdheid en veiligheid voor hebben. Die heb je eerder als je uit dezelfde klei getrokken bent."

De regio biedt voldoende mogelijkheden, denkt hij. "We hebben hier weilanden, water en lucht. Er groeit hier riet, een traditioneel product dat al wordt benut voor daken. Het verbouwen van bruikbare gewassen hoeft niet per se op grond, het kan ook in water. Denk aan lisdodde, dat is heel goed isolatiemateriaal. In de Krimpenerwaard loopt al een project, voor onderzoek. Het is ook goed voor de biodiversiteit. Mogelijk kun je lisdodden kweken aan slootkanten, door boeren of samenwerking met natuurorganisaties. Voorwaarde is dat alle partijen die betrokken zijn er voordeel in zien."

De Alblasserwaardse mentaliteit past goed bij een circulaire aanpak, denkt De Winter. "Dit gaat over rentmeesterschap, zelfvoorzienend zijn en het waarderen van materiaal. Over repareren wat kapot is, over bestaand materiaal voor iets anders gebruiken of een product maken uit hernieuwbare grondstoffen. Er zit ook een vorm van dankbaarheid in, voor wat er is geweest en hoe je dat een nieuwe vorm kunt geven. Niet eenvoudig, wel nodig. Bouwen met natuurlijke materialen kan ook een CO2-compensatieregeling zijn. Ik las dat de bouw van een vier-persoonsappartement met traditionele bouwmaterialen 63 ton CO2 méér uitstoot dan met snel hernieuwbare materialen."