• Lekker met je blote handen wroeten in de klei.
• Lekker met je blote handen wroeten in de klei. Foto: Dick Aanen

Met je blote handen in de klei

herwijnen • "We gaan het vandaag helemaal anders doen dan jullie gewend zijn", zegt Marjo van Raaij tijdens haar welkomstwoordje. "Hebben jullie er zin in?" Natuurlijk hebben de kinderen van groep 7 en 8 er zin in.

De waterexpeditie wordt georganiseerd in samenwerking met Waterschap Rivierenland en is onderdeel van de landelijke GeoWeek, waarbij ruim negentig bedrijven, instellingen en overheden uit de geo-sector leerlingen van 10 tot 15 jaar lieten zien wat je allemaal kunt met aardrijkskunde. Dat onderwijzen kun je dus probleemloos aan de medewerkers van het GeoFort overlaten. Het is geen ver-van-m'n-bed-show, want de kinderen komen uit het Rivierengebied. Een gebied dat bij hoog water gelijk in gevaar is. Tenminste: als er geen dijken zouden zijn.

De kinderen worden in groepjes verdeeld en voeren in twee uur tijd vier opdrachten uit. Het ene groepje gaat met een trekpontje naar het drijvende kaart van Nederland bij de fortgracht (1:25.000), waar ze ervaren welke gebieden onder en boven zeeniveau liggen. In een grote waterbak zien ze wie er droge voeten houdt als de zeespiegel stijgt. Ook leren ze van alles over zomer- en winterdijken en over hun eigen rivierengebied bij de nieuwe expositie 'Land onder water'. Een doorgewinterde aardrijkskundeleraar uit Mook toont een landkaart. "Weten jullie wat voor land dit is?" Hij doet een stap opzij. Het is even stil. De kinderen hebben geen idee. Opeens ontdekt één van de kinderen iets wat op de waddeneilanden lijkt: de kaart van Nederland staat op z'n kop. Bedoeld om nog beter te kunnen laten zien dat rivieren als de Rijn en de Maas naar Nederland stromen. Van boven naar beneden. "Alles wat er aan water teveel is, stroomt naar het laagste punt. En dat zijn wij. Wij zijn eigenlijk het afvoerputje." Verderop krijgen de kinderen het belang van rivierdijken te zien. "Als we geen dijken hadden gehad, dan hadden jullie allemaal natte voeten gehad."

Maar het bouwen van een dijk blijkt nog niet zo makkelijk. De leerlingen mogen zelf aan de slag. Met hun blote handen stoppen ze zorgvuldig klei, zand en steentjes in een omgekeerde trapeziumvormige bloembak. "We doen de stenen aan de zijkant", roept een meisje. "Maar misschien zijn steentjes niet zo stevig", concludeert een klasgenootje heel terecht. Aan het eind wordt de bak omgedraaid en getest of de dijk stevig genoeg is. "We draaien die kant om", zegt begeleidster Alexandra den Breejen. "Kijken of we het gaan overleven. Eén, twee, drie. Draai maar om." Het resultaat is eigenlijk verrassend goed. "Wow, wat een dijk." Om de dijk nog wat steviger te maken, wordt er nog een klein grasmatje overheen gelegd. Maar een dijk kun je pas echt goed testen als er een plons water tegen aan staat. En daarvoor gebruikt Alexandra gewoon een gieter. Het bouwwerk blijft gewoon in stand.