• Teus Stouthart werd geraakt door 'de magie van poëzie'.
• Teus Stouthart werd geraakt door 'de magie van poëzie'. wijntjesfotografie.nl

Polderdichter Teus Stouthart verkeert in twee werelden

'Weken stoeien met simpel woord'

Teus Stouthart werd onlangs verkozen tot Polderdichter van de Krimpenerwaard. Twee jaar lang wijdt hij zijn poëzie aan evenementen in de regio en soms daarbuiten. Hij pijnigt steeds zijn hersenen om raak te schieten. "Als ik tot de kern van mijn gedicht doordring, ben ik zielsgelukkig."

Het kan wel even duren voordat Teus Stouthart zijn poëzie in de gewenste vorm op papier heeft. De metafoor met het bereiden van een geconfijte eendenpoot spreekt hem aan. Vijf dagen in bad, 12 uur pekelen en vervolgens sudderen in het vet. Zo komen ook zijn meest gevoelige woorden en zinnen tot wasdom. "Daar kan je best een maand voor uittrekken. Ik gebruik een schrift voor mijn zogeheten brainstormgedichten. Dan kalk ik enkele woorden onder elkaar en probeer ze daarna aan elkaar te smeden. Het gaat mij vooral om het omkeerpunt in zo'n gedicht. Het woord waar het om draait en dat een lezer aan het denken zet. Dat hoeft op zich niet ingewikkeld te zijn. Je moet er opkomen en meteen een bepaald gevoel bij krijgen. Een vloeiende dichtregel zegt soms meer dan duizend woorden."

Woorden in de week leggen. Teus Stouthart (60) doet niet liever. Daarom neemt de monteur van de ANWB Wegenwacht altijd een pen en een blocnote mee naar z'n werk om eventueel aantekeningen te maken. Dichten onder de motorkap. Dat moet kunnen, maar het is een bijzondere combinatie. "Dat vindt iedereen", lacht hij in zijn woning in Bergambacht. "Ik zeg altijd dat ik in twee werelden verkeer. Je hebt Teus de taalkunstenaar en Teus de reparateur. Ik kan dat heel goed scheiden. Als ik in het bekende gele wagentje stap, komen meteen de eerste pechgevallen door en rijd ik naar de aanvrager. Lummelen is er niet bij in de regio Rotterdam."
Dat gejakker over de rijkswegen kun je prima afwisselen met een zoektocht naar thema's. Wegdromen op de zitbank; Teus Stouthart doet niet liever. Hij wordt er steeds handiger in, maar kan gerust als laatbloeier worden omschreven. "Ik dicht pas vijf jaar. Dat heb ik aan de poëzie van Hendrik Marsman te danken. Ik studeerde op latere leeftijd Nederlands en Frans en kreeg zijn gedichten voorgeschoteld. Het analyseren van zijn klassieker over 'oneindig laagland met brede rivieren' viel flink tegen. De docent zette felrode strepen door mijn tekstverklaring en zei dat ik er 'helemaal niets' van begreep. Dat was tegen het zere been. Ik ben dieper in de materie gedoken en werd vervolgens geraakt door de magie van poëzie. De pure eenvoud, het lichte gevoel, gevoelige zinnen met een diepere betekenis; dat wilde ik ook. Ik ben toen begonnen met simpele gedichten, soms rijmelarij. Ik besloot ook om mee te doen aan de wedstrijd om het polderdichterschap van de Krimpenerwaard. Een soort proeve van bekwaamheid voor een jury. Hun adviezen heb ik meteen opgeslagen in m'n hersenpannetje en heb daarna geprobeerd met meer geduld en meer gevoel actuele thema's te belichten. In dat opzicht heb ik stappen gemaakt."

Stouthart volgde twee maanden geleden de Schoonhovense Julia van Ipenburg op. "Zij is een klasse apart. Daar kon ik niet aan tippen. Ik ben twee keer achter haar geëindigd. Daarom ben ik blij dat ik nu eens onder de mensen kom met mijn gedichten. De meeste schrijf je voor jezelf en zullen nooit een breed publiek bereiken. Dichten is ook feitelijk een intiem gebeuren, maar ik vind het fijn als anderen jouw schrijfkunst waarderen. Je kan over van alles verwonderen. Vaak gaat het echter om verwerking of bezinning. Ik besloot me voor de recente verkiezing van de polderdichter te richten met gedichten over een ernstig voorval met mijn zoon en het spookbeeld dementie, het geestelijk lijden dat tegenwoordig in vrijwel alle families voorkomt. Als ik weer aan dat ongeluk van Maurits denk gaan de koude rillingen over mijn lijf. Ik herinner me zijn telefoontje over zijn aanrijding met de brommer bij de brug. Hij sprak enkele woorden en viel toen weg. Ik ben er als een haas naar toe gereden. Hij was flink gewond aan zijn schouder, maar ademde nog. Je kan het gevoel op dat moment niet beschrijven. Dat zette ik later in mijn gedicht af tegen een ander dodelijk ongeluk met een leeftijdsgenoot. Het kan iedere ouder treffen. Je hebt er geen vat op."

Zachte, gevoelige gedichten kunnen zijn honger niet stillen. Teus Stouthart probeert naast de thematiek van regionale gebeurtenissen ook zijn humoristische kant te tonen in zijn poëzie. "Met een knipoog als het ware", meent de huisvader van drie volwassen zonen en een tot basis-arts gepromoveerde dochter. "Je mag best wel eens de draak met iemand steken. Het hoeft allemaal niet zo serieus. Ik heb een gedicht over mijn lieve, hardwerkende echtgenote, waarin ik schrijf dat het 'gewicht van dertig jaar huwelijk plaatsnam achterop mijn motor'. Daar kon ze zelf hartelijk om lachen."