• Sven Heintze onderschept de bal.
• Sven Heintze onderschept de bal. wijntjesfotografie.nl

Druiven zijn zuur voor zwoegend DCV

krimpen aan den ijssel • Een tegendoelpunt in de allerlaatste minuut was een flinke dreun voor het hardwerkende DCV. Het 1-1 gelijkspel tegen Alexandria '66 verpestte de stemming na afloop behoorlijk.

DCV-trainer Ronald Klinkenberg liep vloekend en tierend door de catacomben van het complex. Hij had het vooral gemunt op scheidsrechter De Leeuw uit Polsbroek, die volgens 'Klink' zijn vlaggende grensrechter vier keer had genegeerd en ten onrechte in de slotminuut een handsbal van een DCV-speler had gezien. Alexandria '66-speler David Widarto had daar geen boodschap en passeerde de verkeerd opgestelde DCV-goalie Tim Hoogendijk met een hard schot vanaf de zestienmeterlijn.

"Hier ben ik ziek van, zeg", foeterde Klinkenberg. "Natuurlijk hadden we eerder moeten toeslaan en met minstens 4-0 kunnen winnen. Maar je verwacht toch niet dat je zo benadeeld wordt. We hadden de derde achtereenvolgende overwinning kunnen noteren."

De druiven waren zuur. Toch had DCV het volledig aan zichzelf te wijten dat de rood-zwarten uiteindelijk slechts een punt overhielden aan het stormachtige treffen in het Waalplantsoen. In de tweede helft kreeg de thuisclub zeker vijf riante mogelijkheden om na de openingsgoal van Johan van Wageningen de score op te voeren. Daan van Ingen, Johan van Wageningen en Carlo de Reuver bleven echter in gebreke. En dan kan het zomaar gebeuren dat de tegenstander nog een tik uitdeelt. DCV-middenvelder Patrick Groen: "We riepen dit over onszelf af. Bij dat tegendoelpunt stond de muur niet goed en had onze doelman moeten ingrijpen. Het klopte even niet in de organisatie en Alexandria '66 profiteerde er meteen van. We hadden met ruime cijfers moeten winnen, maar dat lees je niet af van de eindstand."

DCV en Alexandria' 66 schotelden het publiek onder soms barre weersomstandigheden een beroerde eerste helft voor met slechts één gevaarlijk moment. Anthonio Thomas schoot namens Alexandria '66 tegen de paal. Verder was het vooral een (sportieve) slag op het middenveld, waarbij het evenwicht nauwelijks verbroken werd.

In de tweede helft drong DCV sterker aan en bleek de defensie van Alexandria' 66 bepaald niet waterdicht. Met name aanvoerder Carlo de Reuver rook bloed en trok regelmatig dwars door de linies. Uit een dergelijke actie viel de 1-0. De Reuver zette Alexandria' 66 linkerflank op het verkeerde been en stelde Johan van Wageningen in staat om de bal langs doelman Merrick Leynse te tikken. Dat het daarbij bleef was een wonder. DCV haperde voortdurend en een boogbal van De Reuver belandde op de lat, terwijl hij de handen al juichend omhoog stak. Het was daarom teleurstellend dat de derde opeenvolgende zege in de slotminuut werd gesmoord.

Pieter van der Laan