• Vertegenwoordigers van betrokken partijen ondertekenen het Taalpact.
• Vertegenwoordigers van betrokken partijen ondertekenen het Taalpact. Foto: Adri Verhoeven

Samenwerking in strijd tegen laaggeletterdheid

'Iedereen moet mee kunnen doen'

krimpenerwaard • "Zij kloppen niet zomaar bij instanties aan voor hulp. En we kunnen niet alle deuren langs om bewoners te informeren. Laaggeletterdheid is moeilijk te herkennen. Je kan het niet van de gezichten aflezen. De hamvraag is hoe je het gesprek aangaat", stelde projectleider Henriëtte Wijnen tijdens een bijeenkomst bij ondernemer Peter van der Wal in Berkenwoude.

Dat er daardoor veel onder de oppervlakte blijft is duidelijk. Niettemin doet de overheid veel moeite om het verborgen probleem aan te pakken. De ondertekening van het Taalpact door een aantal samenwerkende partners was donderdagmorgen het startpunt voor intensivering.

"Daarmee geven we aan dat we het belangrijk vinden dat iedereen meedoet. Het motiveren om de basisvaardigheden te leren is onze insteek. Het wordt niettemin een hobbelige weg vol obstakels", voorspelde Wijnen.

De Week van de Alfabetisering werd aangegrepen om woorden in daden om te zetten. Dat is hard nodig, want Nederland telt naar schatting 2,5 miljoen laaggeletterden. Daarbij is er onderscheid tussen mensen die de taal machtig zijn, maar moeite hebben met communiceren, en allochtonen die Nederlands als tweede taal moeten leren. Die laatste categorie maakt grotere stappen, omdat nieuwkomers geregistreerd staan en vaak moeten integreren om status te verkrijgen. Het belang zit 'm vooral in de consequenties van slecht lezen, rekenen en schrijven: je doet nauwelijks mee in de maatschappij.

Trudy de Moel toonde dat aan met een filmpje waar laaggeletterde gezinnen worden geconfronteerd met uitsluiting, schulden, werkloosheid en gezondheidsproblemen. Het is vaak een vicieuze cirkel en die belemmert sociale participatie. "Taal kan dan taboes doorbreken", aldus De Moel. "Je voelt je beter, bent actiever en dat heeft z'n weerslag op andere activiteiten."

Dat vond ook wethouder Jan Vente een belangrijke omslag. "We willen mensen met een taalachterstand meer kansen bieden. Dat kan door samenwerking van instanties, want je moet weten bij wie je moet zijn om het probleem aan te pakken. Bedrijven, scholen, bibliotheken en welzijnsorganisaties kunnen daar aan bijdragen."
Paul Lelieveld kan over het probleem meepraten. Door een lichte hersenbeschadiging bij zijn geboorte is de Dordtenaar niet bij machte woorden te leren. "Ik ben ze na een week alweer vergeten. Ik ben altijd blijven steken op basisschoolniveau. Brieven en mails moet ik voorleggen aan anderen, want ik begrijp ze niet. Ik heb me als internationaal vrachtwagenchaffeur kunnen redden met smoesjes. Ik reed vaak langs bedrijven in Duitsland en als ik iets moest ondertekenen, zei ik meteen: ik kan geen Duits. Maar lezen lukte gewoon niet." Het Taalpact wordt verder 'uitgelijnd' tijdens een werkconferentie op het Gemini College in Lekkerkerk op donderdag 3 oktober.

Pieter van der Laan