Omzetten van maaigras in een bodemvoedingsstof
Waterschap doet proef met 'Bokashi'
krimpenerwaard • "Het waterschap doet een proef om van maaisel een nieuw product te maken, dat wij en andere afnemers kunnen gebruiken om de bodem in de Krimpenerwaard te verbeteren", zegt Albert Sandbrink namens het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. Samen met zijn collega Sander Hoogewoning is hij een van de bedenkers van deze pilot.
Ze zijn, net als de verantwoordelijke bestuurders, erg enthousiast over de proef. Hoogewoning: "We willen als waterschap met de samenleving bijdragen aan een duurzame economie. Dat is ook een van de punten uit het coalitieakkoord van ons nieuwe bestuur."
Het maaisel dat voor deze proef wordt gebruikt, komt uit de bermen langs de fietspaden het Reevlietpad in Berkenwoude en de Koolwijkseweg in Stolwijk. Het waterschap beheert en onderhoudt de wegen in de Krimpenerwaard buiten de bebouwde kom, met uitzondering van de provinciale wegen. Langs de twee fietspaden zijn de bermen volledig gemaaid. Dit in tegenstelling tot het gebruikelijke maaien, dat tot een een meter uit het fietspad gebeurt. Het leverde ongeveer 40.000 kilo aan maaisel op. Vervolgens ligt het maaisel nog even langs de paden om insecten en andere beestjes de kans te geven een ander plekje te zoeken. Daarna is het maaisel naar de loods aan de Zuidbroekse Opweg in Berkenwoude gebracht om er Bokashi van te maken.
Bokashi wordt opgebouwd als een soort lasagne. Op een laag maaisel komt een laagje grondstoffen en bacteriën, die het verteringsproces versnellen, waarna de volgende laag wordt aangebracht. De hoop, die circa 60 vierkante meter in beslag neemt, wordt toegedekt met zeil. Deze opbouw is begeleid door een externe deskundige van 'Bij de Oorsprong'. "Na de opbouw moet het maaisel zo'n acht tot tien weken verteren op die plek", legt Sandbrink uit. "In vergelijking tot bijvoorbeeld compost bevat Bokashi meer voedingstoffen en het activeert het bodemleven zelf. Daarnaast houdt het de grond vochtiger. Dat is in tijden van droogte goed voor de veengronden in de Krimpenerwaard". Het waterschap hoopt dat een of meerdere partijen, zoals agariërs, de Bokashi op (een deel van) hun land willen gebruiken. "Wij willen graag weten wat de effecten zijn van deze grondstof", legt Hoogewoning uit. "De proef is geslaagd als we inzicht hebben in hoeveel extra tijd en energie deze aanpak van ons vraagt, als de voedingsstof de bodem verbetert en als meerdere partijen het willen gebruiken." De medewerkers zijn hoopvol. "Het aantal maaiuren valt mee en de hoeveelheid maaisel is groter dan we dachten."