• Pal voor ze op straat komen te staan, doen Peter en Jorna de Beer een uiterste oproep om hulp.
• Pal voor ze op straat komen te staan, doen Peter en Jorna de Beer een uiterste oproep om hulp. Foto: André Bijl

Stel doet ultieme oproep om hulp

'Met Kerst staan we op straat'

Jorna de Beer (45) is de wanhoop nabij. Mét haar man Peter (49) en zoon Desley (18) moet ze haar woning aan de Dimmerlaan in Leerdam op 19 december leeg opleveren. "Met een klein huisje zijn we al dankbaar. Als we maar een dak boven ons hoofd hebben, kunnen we verder. Als het zo doorgaat, staan we met Kerst op straat. Mét onze zoon, wat komt er dan van zo'n jongen terecht? We worden vermalen tussen de bureaucratische regels." De kamer staat vol dozen. "We zijn vast begonnen met inpakken. Waar die dozen heen moeten? Geen idee, we staan straks op straat", zegt Peter en maakt een machteloos gebaar.

De narigheid begon toen hij in 2015 zijn werk bij een bedrijf in Vuren kwijtraakte. Toen de vertrekpremie en het spaargeld op waren, moest het gezin het doen met het inkomen van Jorna, assistent-bedrijfsleider bij de Aldi in Gorinchem. De maanden dat Peter tijdelijk werk had, kwam het gezin rond. Als dat niet het geval was, ontstonden er financiële problemen en konden de Leerdammers regelmatig hun hypotheek niet betalen. De betalingsachterstand liep op, langzaam maar zeker. Tot ongeveer 13.000 euro, dertien maandelijkse termijnen. Voor de bank aanleiding om loonbeslag te leggen om zo het achterstallige geld binnen te halen. Tegelijkertijd moest elke maand de normale hypotheek worden betaald. Ook nu weer gold: als Peter en Jorna beiden werkten, was dat net op te brengen. Zodra Peter thuis kwam te zitten, moest het gezin van een schijntje rondkomen. "Na aftrek van hypotheek en vaste lasten hadden we soms maar 90 euro per maand over voor eten en drinken, kleding en benzine. Niet te doen, armoe troef. Vakantiegeld en overuren vielen ook onder het loonbeslag. Nooit was er ruimte voor iets extra's." Begin dit jaar vond de bank de situatie zo uitzichtloos dat men besloot de woning te verkopen. "Tot mei hebben we geprobeerd dat tegen te houden. Avres en het Sociaal Team hebben er alles aan gedaan om verkoop te voorkomen, maar het was onbegonnen werk. We hadden de indruk dat de bank er genoeg van had en niet meer mee wilde werken." De woning werd in mei verkocht voor 210.000 euro. Dat zorgde voor een restschuld van 25.000 euro, terwijl ook de achterstallige 13.000 euro nog boven de markt hangt. Dus deden Jorna en Peter een beroep op instanties om hun schuld te saneren en – vooral - om een andere woning te vinden.

Catastrofe

De zoektocht naar een andere woning liep uit op een catastrofe. "In het begin maakten we ons daar amper zorgen over. Inmiddels staat het water ons aan de lippen. Over een week moeten we ons huis uit en we hebben geen idee waar we heen moeten." Hun poging om via particulieren een woning te huren, stierf in schoonheid. "Loonbeslag en betalingsachterstanden maken geen goede indruk. Daar hoef je bij eigenaren niet mee aan te komen." Bovendien merkte het echtpaar dat de wachttijden voor een sociale huurwoning fors zijn. "Soms wel vier jaar. Wij hebben ons dit voorjaar opgegeven toen duidelijk werd dat we ons huis uit moesten. Volgens de instanties hadden we dat veel eerder moeten doen. Al in 2015 toen duidelijk werd dat we in de problemen kwamen. Achteraf snappen we dat zelf ook wel, maar we hebben ons dat gewoon niet gerealiseerd. Sinds 1996 hadden we een koopwoning, dan denk je niet aan huren."

Het stel is vol lof over het Sociaal Team van de gemeente dat er alles aan doet om ze te helpen, maar heeft geen goed woord over voor de afdeling die gaat over de 'urgentieverklaring' die nodig is om snel aan een huurwoning te komen. "De hele situatie zou onze eigen schuld zijn, omdat we te laat aan de bel hebben getrokken. Bovendien verdienen we te veel om voor een urgentieverklaring in aanmerking te komen. Ze tellen onze salarissen bij elkaar, maar vergeten dat de huidige baan van Peter op 31 januari afloopt." Een bemiddelingspoging van VHL Lokaal-raadslid Hans van den Berg haalde niets uit. Beroep op de bezwaarcommissie bleek ook vergeefs: het bezwaar tegen het besluit van de gemeente om geen urgentieverklaring te verlenen, werd verworpen. Ook andere opties zijn niet haalbaar. Tijdelijk onderdak bij vrienden of familie is onmogelijk en het gezin komt niet in aanmerking voor een anti-kraak woning, omdat ze een kind én huisdieren hebben. Opvang bij het Leger des Heils in Dordrecht is nauwelijks te combineren met het werk van Jorna. "Het enige alternatief dat we hebben, is een caravan huren op een recreatiepark. Maar dat kost 800 euro per maand. Daar komen gas, licht en water én de opslag van onze meubels nog bij. Dan zakken we nog verder weg in het schuldenmoeras."

Wanhoop

'Ze zeggen altijd: Kom uit je schulp, zoek hulp. Nou, dat helpt dus niets'.

Een week voor ze hun huis uit moeten, strijden boosheid en wanhoop om de voorrang. De wanhoop wint. "Ze zeggen altijd: 'Kom uit je schulp, zoek hulp'. Nou, dat hebben we gedaan. Maar het helpt niet. In eerste instantie dachten we dat het wel goed zou komen en dat we heus niet op straat terecht zouden komen. Maar het gebeurt gewoon toch. We zijn geboren en getogen Leerdammers, we hebben ons hele leven belasting betaald en nu kijkt niemand naar ons om. We zijn ten einde raad." Ze overwegen 'gewoon' te blijven zitten, de woning niet uit te gaan en de gevolgen maar voor lief te nemen. "Of we gaan met ons hele hebben en houden voor het gemeentehuis op het Reilinghplein zitten. Tot nu toe hebben we alles op de legale manier geprobeerd, misschien helpt tokkiegedrag."

Uiteindelijk biedt dat geen oplossing, beseffen ze. "We hebben de juiste procedures niet gevolgd, maar moeten we daar zo zwaar voor gestraft worden? Is er geen enkele regel waar wij onder vallen, echt niemand die ons kan helpen? De nieuwe burgemeester misschien? Hij beloofde er te zijn als het misgaat met mensen. We zijn ten einde raad. Over een week staan we op straat."