Afvalstoffenheffing in Rivierenland omhoog

regio • De afvalstoffenheffing in Rivierenland gaat volgend jaar omhoog met gemiddeld 34 euro per huishouden.

Het voorstel is om een basistarief te hanteren van 211 euro per huisaansluiting. Op dit moment is het basistarief 169 euro. Daarnaast gaat het variabele tarief per 30 liter restafval van 1 euro naar 1,20 euro. De verhoging van de tarieven is volgens Avri nodig door de gestegen kosten voor het verwerken van gft-afval, de hogere belasting op het verbranden van restafval en de lage prijs die Avri krijgt voor textiel en papier. In december stelt het Algemeen Bestuur, dat bestaat uit wethouders van de acht Avri-gemeenten, de tarieven definitief vast.

Volgens voorzitter Joost Reus van het Dagelijks Bestuur is de verhoging 'een vervelende boodschap': "Beter scheiden, zelf restafval wegbrengen en toch meer betalen. Veel inwoners scheiden hun afval veel beter nu zij hun restafval naar ondergrondse containers brengen. Deden zij niet dan zou de afvalstoffenheffing gemiddeld met 50 euro zijn gestegen, in plaats van met 34 euro. Juist omdat we minder kosten hebben aan restafval en er meer herbruikbare stoffen uit het afval worden gehaald, kunnen we de stijging van de afvalstoffenheffing beperken."

Volgens Reus moet de heffing de kosten dekken van alles wat nodig is voor het inzamelen en laten verwerken van grondstoffen en restafval. "Het mag nooit meer zijn, daar letten wij op. Avri is namelijk geen commerciële onderneming." Het doel van de Avri-gemeenten is om in 2020 per inwoner 75 kilo restafval over te houden. Dat lijkt, gezien de huidige trend, te gaan lukken.