• Inge en haar man Eric merken in hun dorp meer van de seizoenen.
• Inge en haar man Eric merken in hun dorp meer van de seizoenen. Foto: Hans van Vrouwerf

Verknocht aan het polderritme

'Dat gestage, dat mag ik graag'

ottoland • Ze woonden in de Amersfoortse wijk Kattenbroek. Die nieuwbouwwijk verruilden ze achttien jaar geleden voor een ruim huis met flinke tuin, naast de basisschool van Ottoland. Inge van Heusden legde er een moestuin aan en is nog altijd een enthousiast tuinierster. Bloemen in witte en blauw-paarse tinten omzomen het gazon. "We proberen de bijen en vlinders een beetje te helpen", zegt ze. Het is niet alleen de tuin in de nabijheid van weilanden die hen trok. "Ik ben getogen in Maarssen. Wat ik hier herkende was het open land en het water. Als kind genoot ik er erg van dat ik op de fiets kon stappen om in natuurwater te gaan zwemmen. Dat gunde ik mijn kinderen ook. En ik ben graag buiten."

Vooraf had ze zich nauwelijks een beeld gevormd van het leven in het dorp. "Ik had de studie van antropoloog Jojada Verrips gelezen, 'En boven de polder de hemel'. Ik leerde daaruit over de bestendigheid in families. Dat verbind ik heel erg met deze omgeving: dat mensen hier blijven of weer terugkeren." Die verbondenheid met het dorp zorgde ervoor dat hun keuze niet altijd werd begrepen. "Veel mensen vroegen: wat komen jullie hier doen? Dat ze verbaasd waren, vond ik curieus. Mensen verwachtten ook niet dat we zouden blijven. Er werd gekeken: houden ze het wel uit? Kennelijk zijn er ook veel mensen die langs komen vliegen."

Taxichauffeur

De vier kinderen wonen tegenwoordig allemaal in een van de Nederlandse studentensteden. Eens per maand komen ze allemaal terug naar het ouderlijk huis. Onder andere om herinneringen op te halen aan lange zomers in de polder en fietstochten door weer en wind, naar scholen kilometers verderop. "In Kattenbroek was alles in de buurt. We gingen met de bolderwagen met de kinderen erin lopend boodschappen doen. De muziekschool en zwemles waren ook dichtbij. Toen we hier kwamen, moest ik dat helemaal opnieuw organiseren. Dat was nog geen sinecure. Met vier kinderen word je wel taxichauffeur, dat is een grote verandering."

Wat viel haar vooral op, die eerste weken na haar vertrek uit de stad? "Toen ik de kinderen uit school ging halen, merkte ik dat de atmosfeer anders was dan in Amersfoort. De manier waarop mensen stonden te wachten, hoe iedereen rustig naar huis liep of fietste. Dat was echt een andere sfeer dan ik gewend was. Ik ervoer dat als prettig." Ze neemt 'een soort ritme' waar in haar omgeving. "Je merkt de seizoenen, de dingen van het boerenbedrijf. Dat vind ik prettig. Die gegrondheid, dat gestage, dat mag ik heel graag."

'Een gesprek over verhuizen eindigt altijd met: we gaan hier gewoon niet weg'

Deel worden van het dorp deden ze ieder op hun eigen manier. "Inburgeren is niet iets wat ik actief wel of niet gedaan heb. Toen de kinderen hier op school kwamen, heb ik geprobeerd mee te doen met wat zich voordeed. Zoals ik merk dat anderen hun gang gaan, ben ik ook mijn gangetje gegaan. Eric heeft hier meer netwerk dan ik omdat hij in besturen is gaan zitten en in de gemeenteraad. Maar dat deed hij ook niet omdat hij wilde inburgeren."


Genoeg vrienden

Vrienden wonen in heel Nederland, maar in Ottoland heeft Inge geen hechte banden. "Vanuit mijn studies en van mijn oude lagere school heb ik vrienden, van Hoorn tot Venlo. En hier was ik bevriend met een overbuurvrouw, maar zij is naar Frankrijk geëmigreerd. Ik had zeker wel vrienden dichterbij willen hebben, maar in de verbanden waar ik die zoeken kon - in de kerk of op een koor bijvoorbeeld - voelde ik me niet zo snel thuis." Lachend: "Nee, ik heb me nooit eenzaam gevoeld. Omdat ik genoeg vrienden heb, alleen wonen ze niet in de buurt. En je hebt toch je praatjes wel. Buitengesloten voelde ik me ook nooit. Ik observeer graag, hoef niet per se intensief deel te nemen om het ergens naar mijn zin te hebben." Is de dorpsgemeenschap gesloten? Ze denkt even na. "Ja en nee", zegt ze dan. "Nee omdat er gewoon gezelligheid is als je in gesprek gaat en dingen doet. En ja omdat je ziet dat er routines zijn waaraan je merkt dat mensen elkaar lang kennen. Ik vind het ook te waarderen dat die oude banden er zijn, heb daar geen negatieve connotatie bij. Het maakt jouw plek niet kleiner."

Ze mist de stad ook wel eens, de nabijheid van cultuur en diversiteit. "Maar dat is geen dagelijks verlangen. Het grappige is: als je genoten hebt van de stad is het altijd weer een verademing om hier terug te zijn, weg van het lawaai en het tempo van de stad. Verhuizen is de op een of andere manier altijd wel een gesprek, met regelmaat, maar eindigt altijd met: we gaan hier gewoon niet weg."