Vereniging Behoud Lingelandschap zet piketpaaltjes

'Geen zonnepark in mooi buitengebied'

west betuwe • Dat zei voorzitter Cathrijn Haubrich vorige week dinsdagavond tijdens een informatiesessie van de gemeenteraad West Betuwe. De VBL, die vierhonderd leden telt, is één van de organisaties die straks mee gaat praten over de energietransitie in de gemeente. Tot het jaar 2023 wordt uitgegaan van de aanleg van 120 hectare aan zonneparken. Voor de jaren erna moet het aantal zelfs nog verder stijgen naar meer dan 600 hectare.

Kwetsbaar Lingelandschap

De VBL is de eerste organisatie die duidelijk een streep wenst te zetten. Haubrich: "Al jaren proberen wij als vereniging in te spelen op nieuwe ontwikkelingen in deze dynamische streek. Het Lingelandschap is geen museum. Mensen wonen, werken en recreëren er. Dus simpelweg behoud in de zin van 'niks mag er meer', gewoon de hakken in het zand, is een weinig vruchtbare opstelling. Daarom probeert de VBL in een zo vroeg mogelijk stadium ingeschakeld te worden om zo mee te praten over onvermijdelijke ontwikkelingen. Zo kan worden geprobeerd om die nieuwe ontwikkelingen zo goed mogelijk in te passen in het kwetsbare Lingelandschap."

Binnen bebouwde kom

VBL is voor duurzame ontwikkeling. "Maar graag met zo min mogelijk schade voor het landschap en de natuur. Dus maximaal binnen de bebouwde kom en zo min mogelijk in ons mooie buitengebied." De VBL vindt dat er vooral moet worden gekeken naar industrieterreinen, industriedaken, woondaken en boerenerven. Maar zeker geen zonneparken in de natuur, in de inundatiegebieden van de Hollandse Waterlinie, in de uiterwaarden van de Linge en de Waal. En bij voorkeur ook niet in nationale landschappen, zoals waardevol open gebied en weidevogelgebied en waardevolle landbouwgrond. Dit zou alleen acceptabel zijn met strikte voorwaarden. Bijvoorbeeld dat de zonnepanelen niet hoger worden dan 2 meter. Of maximale kavels van vijf hectare met minimaal 30 procent afschermend struweel en bloemrijk grasland. Zonneparken zijn volgens de VBL wel mogelijk op minder waardevolle landbouwgrond, binnen het bouwblok of agrarisch bouwperceel van een boerderij of lijnvormige zonneparken ter geleiding van snelwegen, onder windmolens of spoorbanen.

"Weerstand tegen zonnevelden op landbouwgrond en in mooie landschappen zien we overal", vertelde Alex de Meijer van de Gelderse Natuur- en Milieufederatie tijdens dezelfde informatiesessie voor de politiek. "Dat is begrijpelijk en terecht. Kunnen we er aan ontkomen? Nee, want zonnevelden zijn nodig. Maar als het moet, dan op onze voorwaarden. Dus met stevig beleid." Het opstellen van een beleidskader moet gebeuren in een 'participatief proces'. "We moeten leren van ervaringen elders, met inbreng van alle stakeholders."

Het eerste doel moet volgens De Meijer zijn om zonneparken te realiseren op daken en gevels en op onbenutte gronden in de gebouwde omgeving. Maar als het om 'onbenutte ruimte' gaat moet de raad van West Betuwe zich zeker niet rijk rekenen.

Daarom zal er volgens hem wel degelijk moeten worden gekeken naar zonnevelden in het buitengebied. Maar dan wel op de meest wenselijke plekken. Dat betekent goed ingepast, met participatie van de omgeving en zo mogelijk voor tenminste 50 procent in lokaal eigendom.


Dick Aanen