Arie Keppel over de 'trukendoos' van Zederik
Gezien de recente publicaties over dorpshuis Het Brandpunt in Nieuwland en de beeldvorming die daardoor is ontstaan, voel ik me als destijds verantwoordelijk Leerdams wethouder voor zowel financiën als maatschappelijk vastgoed (onder andere dorpshuizen) gedwongen wat feiten over het gepasseerde te presenteren.
Een enkele maand voor de bewuste raadsvergadering van 19 november 2018 werd ondergetekende, samen met de wethouder maatschappelijk vastgoed van Vianen, uitgenodigd bij de wethouder van Zederik om kennis te nemen van de ingediende plannen voor dorpshuis Het Brandpunt en ook aan te geven wat we ervan vonden. Er is toen direct 'klare wijn geschonken': we waren tegen dit voorstel. 'Dorpshuizen' was een te harmoniseren beleidsveld voor de nieuwe gemeente Vijfheerenlanden omdat het tussen de gemeenten erg verschilde. Zo kent Leerdam geen subsidiëring van de dorpshuizen in Schoonrewoerd en Kedichem terwijl in zowel Zederik als Vianen wel sprake is van (forse) subsidiëring. Zowel over de harmonisatie van het beleid alsook over het arhi-toezicht lagen er heldere afspraken. Ook was er geen geld opgenomen in de begroting voor de onderhavige ingreep. Omdat we als wethouders zeker het belang van de dorpshuisfunctie onderkenden, hebben we geadviseerd om het voorstel aan te houden, zo snel mogelijk in 2019 te starten met het opstellen van een kadernota dorpshuizen en dan het (eventueel aangepaste) voorstel zo spoedig mogelijk opnieuw in te dienen. Uiterlijk juli dit jaar zou dit best gerealiseerd kunnen zijn. In het interne overleg tussen de wethouders financiën is uiteraard ook gesproken over dit voorstel, want vanuit de colleges werd ons de 'waakhondfunctie' inzake de uitgaven en het arhi-proces toegedicht.
Ik was dan ook verbaasd (of toch niet; verkiezingen?) dat de raad van Zederik via een truc (anders kan ik het niet noemen: verlaging van het investeringsbedrag tot onder de 200.000 euro) probeerde de goedkeuring van de provincies te omzeilen. Op 26 november 2018 was er overleg tussen de wethouders financiën van Vianen, Leerdam en Zederik en de (financiële) gedeputeerden van Zuid-Holland en Utrecht en toen werd ook al duidelijk dat er geen goedkeuring zou komen voor dit voorstel. Ondergetekende heeft in pittige bewoordingen op het adviesformulier naar de provincies aangegeven 'not amused' te zijn over de handelwijze van Zederik en mede daarom ook niet te kunnen instemmen.
Over de communicatie binnen het Zederikse kan ik niet oordelen. Maar gezien het verloop van het proces had een juiste en tijdige communicatie en het in acht nemen van de onderlinge afspraken veel 'gedoe' kunnen voorkomen.
Arie Keppel, ex-wethouder Leerdam