• Maite Tromp verstrekt medische hulpmiddelen aan een bewoner van het vluchtelingenkamp.
• Maite Tromp verstrekt medische hulpmiddelen aan een bewoner van het vluchtelingenkamp. Foto: Henk van Lambalgen

Maite Tromp verleent hulp in vluchtelingenkamp

Terug naar de 'hel van Moria'

De Viaanse arts Maite Tromp vertrekt deze week naar het Griekse eiland Lesbos om te gaan werken in het vluchtelingenkamp Moria. Het is voor de derde keer dat ze zal worden ingezet in één van de medische hulpposten. Dit keer, net als in 2016, voor de stichting Bootvluchteling.

"De situatie in het kamp is nog steeds ten hemel schreiend", zegt Maite, die in het dagelijkse leven een baan heeft als spoedeisende hulparts het Diakonessenziekenhuis in Utrecht. "Er zitten zeven- tot tienduizend vluchtelingen opeengepakt op een terrein dat eigenlijk maar geschikt is voor 2.500 mensen. De hygiënische omstandigheden zijn erbarmelijk; tachtig mensen moeten gebruikmaken van hetzelfde toilet. En vooral voor vrouwen is het er onveilig." Het was de bedoeling dat Moria een tussenstation zou worden, waar een selectie zou worden gemaakt van vluchtelingen die veilig terug zouden kunnen naar hun land van herkomst en vluchtelingen die zouden kunnen doorreizen naar een land in Europa. Maar daar komt weinig van terecht: deels door de administratieve chaos, deels door onwil. "Als je in het kamp voor een week of misschien voor een maand zou moeten verblijven, dan houd je dat nog wel uit. Maar sommige vluchtelingen zitten hier al 2 jaar, hun situatie is volkomen uitzichtloos." Veel bewoners van het kamp zijn depressief, weet Maite uit ervaring. "Ik heb daar mensen gezien die zo depressief waren dat ze niet meer konden bewegen. Verlamd van apathie. Kinderen lijden in hun jonge leventje al aan een posttraumatische stressstoornis. Er zijn niet genoeg psychologen om dat te kunnen behandelen. Als de stress nog voortduurt is het bovendien te vroeg om te gaan behandelen." De omstandigheden leiden tot stress en chronische klachten, die vaak niet lichamelijk te verklaren zijn. "Bijvoorbeeld pijn aan de rug. Of pijn aan littekens, die de vluchtelingen jaren geleden hebben opgelopen tijdens een marteling. Die pijn blijkt in veel gevallen niet het gevolg van een ontsteking of een tumor. Het is puur psychische pijn. Ik heb ook mensen gezien die psychisch zo ontzettend lijden, dat ze zichzelf verwonden."

Medicijnen

Stichting Bootvluchteling werkt vanuit een portakabin, die open is in de avond en de nacht. Maite: "Iedereen kan binnenlopen. Buiten staat een lange rij. Er wordt een schifting gemaakt van wat wel en wat niet acuut is. We maken gebruik van minimale middelen: een stretcher, een bloeddrukmeter, een stethoscoop, een zuurstofmeter. En verder heel veel medicijnen. Soms moet er gelijk ingegrepen worden, bijvoorbeeld bij vrouwen die moeten bevallen of bij slachtoffers van steekpartijen of verbrandingen. Er zitten ook gewone klachten bij: verkoudheid, longontsteking, diarree. Soms is de situatie zo ernstig dat een patiënt met de ambulance naar het toch al overvolle ziekenhuis op Lesbos moet worden vervoerd." Als spoedeisende hulparts is Maite gewend om bij iedereen bloedonderzoek uit te voeren of röntgenfoto's en scans te maken. "Op Lesbos ben ik vooral aangewezen op - wat dan genoemd wordt - de klinische blik: is het pluis of is het niet pluis?"

Maite: "Voor de bewoners is het al heel wat dat wij gewoon aardig zijn, hen aankijken, serieus nemen of dat wij dingen uitleggen. Dat stemt ook wel verdrietig, omdat het eigenlijk normale dingen zouden moeten zijn. Vluchtelingen zijn eraan gewend dat het leven altijd naar is." Voor Maite is het twee weken hard werken. Het is vooral emotioneel zwaar. "In 2015 waren er nog bijna uitsluitend mannen in het kamp. Het voordeel was dat je daardoor emotioneel wat meer afstand kunt nemen. De laatste jaren zijn er veel meer vrouwen en kinderen bijgekomen, die vaak heel kwetsbaar zijn. Dat is voor mij soms lastig. Vooral die keer toen ik een vrouw behandelde die twee kinderen had verloren. Terwijl ik zelf twee gezonde kinderen heb."

De medische zorg in het kamp is heel erg versnipperd. Maite: "Een patiënt komt de ene dag bij de ene arts, de andere dag weer bij een andere arts. Er zijn verschillende organisaties met verschillende dossiers, er is geen continuïteit. Dat is heel slecht." Het zou volgens Maite al een hele verbetering zijn als alles professioneel was geregeld. "Als de Europese landen echt zouden willen zouden deze toestanden niet hoeven te bestaan. Er zijn theorieën dat deze situatie bewust in stand wordt gehouden, waardoor het voor mensen minder aantrekkelijk wordt om te vluchten." Ondanks de moeilijke omstandigheden probeert Maite optimistisch te blijven. "Het is telkens weer moeilijk om weg te gaan. Elke keer als ik terug was in Nederland had ik heimwee." Maar ook een schuldgevoel. "Wij kopen gewoon een vliegticket en gaan heen en terug. Maar bewoners in het kamp zitten daar echt helemaal vast."

'Voor de bewoners is het al heel wat dat wij aardig zijn en hen serieus nemen.'

Er blijft behoefte aan meer vrijwilligers, zoals artsen, verpleegkundigen, leerkrachten en psychologen.

q www.bootvluchteling.nl.