Het EHBO-bedje van Johan Brommeijer

asperen • Johan Brommeijer uit Asperen beleefde dit jaar zijn tweede Nijmeegse Vierdaagse. Maar dan wel als vrijwilliger bij het Rode Kruis. "Je komt de gekste dingen tegen."

Johan Brommeijer moest vrijdag om 01:30 uur zijn bed uit. Samen met honderden andere vrijwilligers sliep hij tijdens de Nijmeegse Vierdaagse in de schouwburg in de stad. Hij moest vroeg zijn stapelbed uitklimmen, omdat hij 'de nacht' had, zoals dat dan onder de vrijwilligers bij het Rode Kruis heet. De lopers met pijntjes die nog graag behandeld willen worden voor ze beginnen aan hun laatste dag, doen dan de EHBO-post bij de start (tegelijkertijd de finish) nog even aan. "Eén vrouw hebben we die vrijdag het advies moeten geven om niet meer te starten. Die had een ontsteking aan haar kleine teen. En nog wat andere klachten. Het was niet verantwoord om daar mee te blijven lopen. En ja, dan krijg je ook te maken met emoties. Vorig jaar heb ik een volwassen man van twee meter lang in huilen zien uitbarsten, omdat hij niet meer verder kon wandelen."

Brommeijer meldde zich vorig jaar voor het eerst aan als vrijwilliger voor het Rode Kruis bij de Nijmeegse Vierdaagse. Hij heeft niet alleen een EHBO-diploma, hij weet ook wat wandelen is. Zo deed hij al eens mee aan de Vierdaagse Apeldoorn en ook aan tochten in Limburg en de Achterhoek. "Ik weet wat voor pijntjes er kunnen ontstaan. Ik spreek uit ervaring, dat helpt wel." Op de Vierdaagse maakte Brommeijer dagen van tussen 8 en 10 uur. Hij kreeg tientallen mensen op 'zijn bedje'. Vooral wandelaars met blaren, maar ook mensen met hitteklachten, krampen of schuurplekken. "Je komt de gekste dingen tegen. Mensen die bijvoorbeeld zelf zijn begonnen met afplakken. Met van die Compeed-pleisters, zeg maar. Dat is natuurlijk prima voor een avondje stappen, maar niet als je 40 kilometer op een dag moet lopen. Met sommige mensen ben je met 10 minuten klaar. Met één iemand ben ik wel anderhalf uur bezig geweest. Doel is natuurlijk iedereen zo goed mogelijk op te lappen, zodat ze weer door kunnen."

Op vrijdagmiddag had Brommeijer na zijn dienst van die dag nog tijd om op de St. Annastraat – oftewel: de Via Gladiola – te kijken naar de finishende wandelaars. "Ik zag mensen over de streep komen, die ik eerder op mijn bedje heb gehad. Dan weet je waarvoor je het hebt gedaan en kan je met een moe, maar voldaan gevoel naar huis." Volgend jaar is Brommeijer er weer bij. "Ja, het virus heeft me wel te pakken. Op de Vierdaagse is iedereen één grote familie. Dat heb je ook onder de vrijwilligers."