Raad van State doet over zes tot twaalf weken uitspraak

Mist rond mestverwerkingsbeleid

meeuwen • Dat bleek vorige week tijdens de zitting in Den Haag. Hoewel de provincie Noord-Brabant er zelf van overtuigd is dat haar strenge Verordening Ruimte nieuwe mestverwerkingsinstallaties verbiedt, bleek er tijdens de rechtszitting toch wel wat mist rond het aangescherpte mestverwerkingsbeleid te hangen. In ieder geval bleek dat het nog lang niet zeker is of de aan de Kasteellaan in Meeuwen geplande mestverwerkingsinstallatie door het provinciale beleid onmogelijk wordt gemaakt. Wel zijn veel bewoners van Meeuwen het eens met het provinciebestuur, dat geen nieuwe mestverwerkers meer wil in Noord-Brabant. Brabant vindt dat dergelijke grote mestverwerkers op industrieterreinen thuis horen en niet (meer) in het buitengebied bij (voormalige) boerderijen en loonwerkbedrijven. Het Aalburgse gemeentebestuur is evenwel groot voorstander van een mestverwerkingsinstallatie aan de Kasteellaan. Omdat de provincie en omwonenden tegen zijn, vroeg staatsraad Eric Daalder tijdens de rechtszaak waarom de gemeente zo'n warm pleitbezorger van de installatie is. "Dat initiatiefnemer Van de Vendel voor is kan ik plaatsen. Maar welk belang heeft de gemeente om in het buitengebied een grote mestverwerker te willen?" Volgens de Aalburgse gemeentewoordvoerder vindt het bestuur dat Aalburg zijn eigen mestprobleem lokaal moet oplossen en niet moet uitbesteden aan buurgemeentes of -provincies. Die opmerking leidde tot grote verbazing van tegenstander en omwonende Herman van Krieken. "Dat is klinkklare onzin. Aalburg heeft geen mestprobleem. De gemeente heeft een mesttekort en geen overschot. De meeste mest die straks aan de Kasteellaan wordt verwerkt komt uit de Peel. Dus waar hebben we het over." De raadsman van Van de Vendel wist het wel. Volgens hem is er binnen het strenge Brabantse beleid best nog ruimte voor een mestverwerkingsinstallatie in Meeuwen. Bovendien gaat het om een hoogwaardig innovatief project, dat een voorbeeld in de rest van Brabant en Nederland kan zijn. De provinciewoordvoerster zei innovatie op mestverwerkingsgebied prima te vinden. "Maar dan wel op een industrieterrein." Tijdens de zitting bleek dat de Raad van State de cruciale vraag moet gaan beantwoorden of er in Noord-Brabant al dan niet voldoende mestverwerkingscapaciteit is, of dat er nog extra capaciteit over is. De provinciewoordvoerster legde uit dat Noord-Brabant sinds 2015 het beleid heeft aangescherpt. "Provinciale Staten vinden dat er nu voldoende mestverwerkers zijn en willen er niet meer bij hebben. En als er nog bijkomen, dan alleen op industrieterreinen. Dat staat in de Verordening Ruimte van 2017", aldus de Brabantse woordvoerster. De Raad van State wilde weten waarom de provincie per se niet meer mestverwerkers wil. "Dat is een politieke keuze. Wij hebben al heel veel dieren en mest in Brabant. We willen alleen mestverwerkers voor Brabantse mest en niet voor mest van buiten de provincie. Meer mestverwerkers leveren alleen maar meer milieu-, verkeers-, en gezondheidsproblemen op. Bovendien stuit het steeds groter maatschappelijk verzet. Dat willen we niet", aldus de provinciewoordvoerster. Verder behandelde de raad de beroepen tegen het bestemmingplan voor de Aalburgse mestverwerkingsinstallatie, waaronder het beroep van de provincie. Al met al zal uit de uitspraken moeten blijken of de Brabantse verordening voldoende duidelijk is. De Raad van State gaat dat onderzoeken en doet binnen zes a twaalf weken uitspraak.

Persbureau Cerberus