Afbeelding
Foto: Hans van Vrouwerf

Van De Baarsjes naar de Lingedijk

'Mensen zijn hier vriendelijker'

gellicum • Suzanne Thoëne en haar man vonden aan de Lingedijk in Gellicum wat ze zochten. Vanuit hun huis kijken ze uit op de Linge, op een zee van groene knotwilgen en een lieflijk dijkje.

Het is een zomerse middag, vogels fluiten. Suzanne heeft de poort naar haar tuin uitnodigend open gezet. Ze staat bovenaan het trapje naar de veranda, op blote voeten. Langs een hangmat en een royale tuintafel voert ze haar bezoek mee de keuken in, waar een kookeiland de verbinding vormt tussen het aanrecht en de eettafel. Terwijl ze glazen vult met water gebaart ze naar het raam. "We kunnen hier de lucht zien, ik kan direct zien wat voor weer het is. In Amsterdam keek ik daarvoor op mijn app. En er is rust, geen hectiek om ons heen."

Hutten en vlot

Haar 3-jarige zoontje speelt met zijn spelcomputer en komt af en toe wat vragen. Hij heeft het in Gellicum prima naar zijn zin, net als zijn broer van zes. De jongens kunnen hutten bouwen in de tuin en de buurman heeft een vlot gebouwd dat naast de boot van papa en mama in de Linge dobbert. Suzanne: "Onze oudste was twee toen we dit huis ongeveer drie jaar geleden bezichtigden. Hij ging meteen voor het raam zitten, bootjes kijken. Hij was gelijk at ease." Toen bleek dat het onderwijs in de regio prima is, waren er geen belemmeringen meer om te verhuizen. "Het heeft me verrast hoe goed de scholen zijn. Ik vond het zelfs moeilijk om een keuze te maken."

Er zijn wel dingen die ze mist. "Als we in Amsterdam zin hadden om Thais te eten, of sushi te halen, dan deden we dat. De dynamiek van de stad vind ik nog steeds heel fijn." Ze komt dan ook nog met regelmaat in de hoofdstad. "Eens in de 2 á 3 maanden. We gaan graag naar het Vondelpark. En onze oude buurt, De Baarsjes, vind ik nog steeds heel leuk. In de toeristische delen van Amsterdam kom ik liever niet."

'De dynamiek van de stad vind ik nog steeds heel fijn'

Koffietentjes

Ondanks haar liefde voor de stad zegt ze: "Ik vind het ook altijd fijn om er weer weg te gaan." Ze woonden in een hippe wijk met veel voorzieningen, leuke koffietentjes en boetiekjes. Ja, die koffietentjes mist ze ook. Relativerend: "Lekkere koffie maak ik nu gewoon zelf." Terwijl ze voor haar zoontje een banaan open pelt, vertelt ze: "Het werd daar alleen maar drukker: mensen, verkeer. Ook de mentaliteit van mensen werd steeds drukker. Als ik een weekend weg was geweest, was ik tot rust gekomen. Maar bij terugkomst viel de drukte weer bovenop ons."

De rust aan de Lingedijk had Suzanne 3 jaar geleden hard nodig. "Onze verhuizing viel samen met de constatering dat ik overspannen was. Ik ben hier letterlijk en figuurlijk tot stilstand gekomen. De omgeving heeft me geholpen die stilstand in mezelf te vinden." Ze legt uit: "We zijn veel meer op elkaar gericht, op het gezin. In Amsterdam had ik altijd het gevoel dat ik iets moest; we moesten naar het park met de kinderen, we moesten de deur uit. Een dag thuisblijven kon in Amsterdam gevoelsmatig niet. Nu kunnen de kinderen lekker naar buiten, in de tuin spelen. Ik hoef niet weg." Iets wat aanvankelijk een nadeel leek, bleek ook bij te dragen aan de rust; de beperkte openingstijden van winkels. "Ik denk nu niet: ik moet nog snel iets halen voor het eten. Als we iets niet in huis hebben, denk ik: oké, dat hebben we dus niet. Hoe ga ik dat oplossen?"

Hoe ging het met de integratie, als stadse tussen dorpelingen? "Dat is me erg meegevallen. Toen we hier net woonden hoorde ik iemand zeggen: 'O, dat zijn die Amsterdammers'. Ik dacht: ik ben benieuwd. Maar Gellicum is een heel gemoedelijk dorp, met een mix van mensen die hier al hun hele leven wonen en een kern van nieuwe mensen. Je ziet hier veel jongen gezinnen die ook uit stad deze kant opgekomen zijn. Het is een hechte gemeenschap, maar je hoeft niks van elkaar. Mensen zijn heel vriendelijk en open. Ik had verwacht dat het moeilijker zou zijn om ertussen te komen."

Vriendinnen

Ze participeren in het dorpsleven, zo nu en dan. Wekelijks aan de bar in het dorpshuis hangen, dat hoeft voor Suzanne en en haar man niet. "De Nieuwjaarsduik, daar doen we aan mee. Eens in het jaar is er een feest in het dorpshuis waar we naartoe gaan en we gaan naar de intocht van Sint." Met autochtone dorpelingen bouwden ze geen vriendschappen op. "Ik heb wel vriendinnen in het dorp, maar niet met mensen die hier zijn geboren en getogen. Dat komt ook doordat die groep wat ouder is. De contacten met hen zijn wel goed. Verderop aan de dijk woont bijvoorbeeld een oudere man die alles weet over fruitbomen. Hij geeft soms advies."

De atmosfeer in het dorp vindt ze 'duidelijk anders' dan in Amsterdam. "Er is een groot verschil. Natuurlijk zijn de mensen in Amsterdam ook aardig. Maar je bent heel anoniem. De mentaliteit is een stuk harder. Iedereen is voor zich bezig. Het voelt in de stad alsof je aan het overleven bent te midden van alle drukte. Hier is het wat zachter, mensen zijn vriendelijker, meer ontspannen. Ik denk dat het te maken heeft met de natuur om ons heen. En Amsterdam is intolerant. Waar dat uit blijkt?" Ze kijkt even peinzend de tuin in, zegt dan: "Als ik bij het uitladen van de auto even voor de deur parkeerde, begonnen mensen achter me direct te toeteren. Dat is hier echt anders."

Ze piekert er niet over ooit nog terug te gaan naar de stad. "Niet om er te wonen." Met een lachje: "Als het ooit zou kunnen, zouden we er misschien een pied à terre willen. De binding met de stad willen we wel graag houden, ook voor onze kinderen. Ik zou het jammer vinden als ze bijvoorbeeld nooit een tram zien. Het stadse gevoel wil ik ze wel meegeven."