• Cok (links) en Fred hopen dat mensen meer rommelige hoekjes in hun tuin laten ontstaan, om bijen te helpen. Ook bloemen van onder andere kamperfoelie, brem en meidoorn trekken bijen.
• Cok (links) en Fred hopen dat mensen meer rommelige hoekjes in hun tuin laten ontstaan, om bijen te helpen. Ook bloemen van onder andere kamperfoelie, brem en meidoorn trekken bijen. Foto: Janny den Besten

In de ban van de bij

'Je beleeft de natuur intenser'

alblasserdam • Al jarenlang houden Fred (63) en Cok (69) zich bezig met het houden van bijen. Fred groeide ermee op, Cok wilde zeker zijn van de kwaliteit van zijn honing en begon daarom met een eigen bijenvolk.

Fred herinnert zich: "Mijn vader had korven onder onze oude pruimenboom staan om de pruimen te 'beschermen', zodat er niet steeds geplukt werd. Mijn oudere broer, mijn zus en ik hielpen hem regelmatig. Toen mijn vader een middagdutje deed, zagen wij dat het bijenvolk zich splitste in twee groepen. We keken of onze vader nog sliep en kwamen in actie, wat des te spannender was zonder hem erbij. De zwerm hing tegen de stam van de pruimenboom. Wij hielden de schepkorf eronder en schudden hard, zodat de bijen er keurig in terechtkwamen."
Tijdens zijn middelbareschooltijd behaalde Fred zijn imkerdiploma en gedurende zijn studie aan de Hogere Landbouwschool in 's Hertogenbosch had hij al bijenkasten. Steeds meer bijenvolken kwamen erbij. Ook haalde hij het diploma voor leraar bijenteelt en gaf hij diverse cursussen voor beginners en gevorderden.

Gerommeld

Cok merkte dat er veel gerommeld werd met honing. In 2009 besloot hij om voor zijn eigen honing te gaan zorgen en zijn imkerdiploma te gaan halen. Al snel hield hij acht volken.

Overal in de West-Alblasserwaard hebben de twee mannen hun kasten, onder andere op een bouwterrein waar ze min of meer als bewaking staan. Beide imkers zijn dol op honing en gebruiken het als broodbeleg, in de pap, in sausjes, in diverse recepten en als zalf op wondjes. "De bijen zelf gaan gewoon hun gang," vertelt Cok, "maar als je honing wilt, heb je veel werk te doen. In het voorjaar bekijken we of er nog genoeg voedsel (honing) voor de bijen in de kast zit en of er nog een koningin is. Dat zie je aan de eitjes en het broed. We maken de kast enigszins schoon en stapelen er soms nog wat bakken op, zodat de bijen meer ruimte hebben en groter kunnen groeien. Verder maken we een kunstzwerm. We halen zelf de koningin eruit met een flinke plons bijen, zodat ze niet zelf gaan zwermen en je op deze manier alle bijen op je eigen standplaats houdt."
In Nederland moeten imkers met de bijenkasten reizen. Niet overal zijn genoeg bloemen voor de bijen te vinden. Beide imkers hebben voorjaarshoning van fruitbloesem geoogst, zomerhoning van lindebomen en bloemenhoning van diverse bloemen. Het tijdstip van honing slingeren is onder andere afhankelijk van het weer. Het slingeren – wat met de hand gebeurt – is volgens Cok een feestje. "Van te voren zorgen we dat al het materiaal schoon is. Stuk voor stuk pakken we een raam uit de kast en schudden de bijen er vanaf. Daarna schrapen we zorgvuldig de was van het raam. Hiervan maak ik onder andere kaarsen. Acht ramen kunnen tegelijkertijd rondgeslingerd worden in de 'centrifuge'. Het ruikt hier dan heerlijk!"

'Grasfalt'

'Bijen zijn belangrijk voor de bestuiving en de oogst van vruchten en groentes'

De twee imkers betreuren het dat de helft van de 350 bijensoorten in aantal achteruit gaat. "Door verandering in de levensomstandigheden kunnen sommige bijen niet meer overleven," vertelt Fred. "Bepaalde bijen zijn afhankelijk van bepaalde bloemen en als deze bloemen verdwijnen, verdwijnt ook deze bijensoort. Mensen zouden eraan moeten wennen dat niet alles zo glad moet zijn in hun tuin. Juist een rommelig hoekje en allerlei soorten bloemen trekt de bijen. En die bijen zijn juist zo belangrijk voor de bestuiving en daarmee voor de oogst van vruchten en groentes die wij als mensen eten." Door bewerking met pesticiden verarmt het land. Cok: "Op de weilanden zijn bijna geen bloemen meer te vinden. Wij noemen het weleens: grasfalt, of: de groene woestijn. Als je geluk hebt, zie je nog een enkele paardenbloem en meer niet. Gelukkig is de overheid bezig met projecten als bermbeplanting. Aan de rand van een stuk akkerland worden bloemen gezaaid waar bijen en hommels op af komen."

Ondanks hun bijenpak en –kap lopen beide mannen regelmatig een steek op, maar dit heeft geen invloed op de fascinatie voor hun vak. Fred merkt op: "Door je bijenvolk beleef je de natuur nog intenser. Vanaf de bij op de bloem, naar bestuiving, naar de vrucht. Eigenlijk lift je met de bij mee." Cok: "Je pakt zo'n raam en ziet die honderden bijen gewoon doorgaan met hun werk. Dat is zo'n wondermooi gezicht!"