• Arie de Bruijn bij het orgel van de Morgensterkerk.
• Arie de Bruijn bij het orgel van de Morgensterkerk. Foto: Petra Scheurwater

Arie de Bruijn viert 50-jarig jubileum als organist

Elke zondag een miniconcert

"Ik dacht vroeger dat een 50-jarig jubileum een compliment was voor uithoudingsvermogen: volhouden en gewoon doen. Maar ik besef me nu wat voor waardevols het mij allemaal gebracht heeft: een stuk zingeving en verdieping in mijn leven dat ik niet graag gemist had.
En dan realiseer je dat een keus op 15-jarige leeftijd, of je gaat voetballen of je gaat kerkmuziek doen, een totaal andere cultuur met zich meebrengt. De keus heb ik denk ik gemaakt door de verliefdheid op het instrument. Ik trof het dat wij kerkten in Dordrecht, een kerk waar een hele goede organist zat en die man maakte er elke zondag een feestje van. Ik genoot van die klankkleuren. En, zoals het dan bij jonge kinderen gaat, dacht ik 'Dat wil ik ook'.

Dat is alleen een andere weg dan je denkt, dat leer je niet zomaar op een regenachtige maandagmiddag. Ik ben les gaan nemen en doe het nu vijftig jaar en ik geniet er nog net zo van. Eigenlijk doe ik elke zondag een mini-concertje, want ik leg mijzelf bepaalde dingen op: ik wil elke week iets nieuws doen, om het voor mijzelf leuk te houden. Met mijn jubileumdienst zitten er gewoon bekende dingen in, maar ik heb ook een nieuw voorspel wat ik prachtig vind. Zo houd ik het voor mezelf nieuw en breidt het repertoire zich uit.
Dat is wel een valkuil voor organisten: je komt achter een orgel, standaard registratie, spelen. Ik ga nooit zo maar spelen, ik zat vooraf minstens twee keer in de week dingen te repeteren. Het is jouw interpretatie van het stuk: waar vraagt de componist om, waar vraagt het notenbeeld om, en zo voort.
Als ik hier een zaterdagmiddagconcert houdt zijn er 70 mensen, maar als ik hier zondagochtend speel zitten er 250 tot 300. Niet dat ze allemaal even aandachtig zijn, maar ze zitten er toch. Er zitten dan orgelhaters, orgelfielen en alles ertussenin.

Ik zit hier heel vaak en zeg weleens als iemand komt: 'Welkom in mijn tweede huis'. Zeker nu ik gepensioneerd ben zit ik hier graag 's morgens lekker te spelen en te genieten van de klankkleur van het orgel en dan weet ik steeds weer waar ik het voor doe. Ik vind de intrinsieke waarde van het instrument – het wordt niet voor niks de koning van de instrumenten genoemd – prachtig. Het heeft een grandeur, je kunt er van alles mee: er zitten bijvoorbeeld speelse fluitjes en een feestelijke trompet in. De meeste mensen vinden het volle werk dan mooi, maar ik hou ook juist van de kleine klankkleurtjes tegenover elkaar.

Ik ben hier nu 32 jaar organist op dit instrument en ik ontdek nog steeds. Dan denk ik tijdens het spelen: 'Ik geloof dat ik deze klankkleur, deze situatie nog nooit zo gebruikt heb.' Net zoals een schilder die bezig is met kleuren, als je zegt blauw, oke maar welk blauw en al die tussen tinten en dat heb je hier dus ook. Je kan met de klankkleuren oneindig spelen en denken 'Ooh dit is mooi'."

Jubileum

Rond het jubileum van Arie de Bruijn is zondag 3 maart om 10:00 uur een feestelijke dienst in de Morgensterkerk. Dominee Piet van Die is de voorganger en medewerking wordt verleend door Vocaal Ensemble Cantica onder leiding van Henk van Andel. Het Jubilate Deo staat deze dienst centraal en zal in verschillende vormen, van onder andere Charles Villiers Stanford en Benjamin Britten, te horen zijn. "Het stof moet uit alle pijpjes, volgens mij is er geen register dat ik niet gebruik."

Voor de dienst speelt De Bruijn een van zijn persoonlijke favorieten, 'Jesu, meine Freunde'. In 1712 gecomponeerd door Johann Gottfried Walther. "Het is een feestelijk stuk met een prachtige melodie. Bovendien was Walther een neef van Johann Sebastian Bach en dat hoor je: hij kon schrijven dat hou je niet voor mogelijk."