Linda Kennedy-Child legt bloemen tijdens de Dodenherdenking, kleindochter Rebecca (witte jas) en dochter Kelly (rood shirt) staan achter haar.
Linda Kennedy-Child legt bloemen tijdens de Dodenherdenking, kleindochter Rebecca (witte jas) en dochter Kelly (rood shirt) staan achter haar. Foto: Richard van Hoek

Canadese nabestaanden bij Dodenherdenking

Overmand door emoties

De jaarlijkse dodenherdenking in Papendrecht is vrijdagavond druk bezocht. Veel mensen namen de moeite om samen twee minuten stil te zijn. Onder hen waren drie Canadese eregasten.

De dochter, kleindochter en achterkleindochter van Engelse sergeant-vlieger Edward John Line, die op 21 juli 1944 om het leven kwam, toen de Lancaster bommenwerper 'Popeye' op de terugvlucht uit Duitsland neerstortte in Papendrecht, waren bij de herdenking aanwezig. "Het is overweldigend om hier te komen", vertelt Linda Kennedy-Child (73 jaar), de dochter van sergeant Line.

Zij werd geboren nadat haar vader in de Oostpolder het leven liet. Door het sneuvelen van Line werd Linda's moeder Marie binnen een jaar, bruid, moeder en weduwe en groeide zijzelf op zonder haar vader te kennen. Dat dit nog altijd moeilijk voor haar is, blijkt doordat ze in het gesprek regelmatig overmand wordt door emoties. "Ik huil als ik erover praat, omdat ik mijn vader nooit heb ontmoet. Ik heb daar lang problemen mee gehad."

"Of vrijheid levens mag kosten?", vraagt Linda zich af. "Er sterven nog steeds mensen voor." "Dat is lastig te zeggen", vult kleindochter Rebecca (30 jaar) haar oma aan. "Het is de harde werkelijkheid van oorlog. Je kan niet zeggen dat het eerlijk is, maar ik leef daardoor wel een perfect leven zonder oorlog."
"Ook voor mijn vrijheid zijn mensen gestorven. Maar als ik het verhaal van mijn oma hoor, die haar vader nooit heeft leren kennen. Dan raakt me dat en stel ik me voor hoe dat voor mij zou zijn.", vertelt Rebecca, ook in tranen. "Het helpt dat mensen aan de andere kant van de wereld het zo waarderen dat er voor hun vrijheid gevochten is. De Dodenherdenking in Nederland laat dat fantastisch zien."

Hoewel Linda al op haar tiende voor het eerst bij een Dodenherdenking in Nederland was, blijft ze terugkomen. Ook nadat ze verhuisde naar Canada. "Anderen kunnen bloemen leggen bij de graven van hun geliefden. Maar voor ons is dat bijna 5000 kilometer verderop, je hebt geen idee waar je heen moet als dat zo ver weg is."
Die eerste keer in Nederland bezocht ze het graf van haar vader niet, maar ging ze naar de grote begraafplaatsen waar Canadese militairen begraven zijn. "We gingen niet naar deze begraafplaats in Papendrecht, want dit is zo'n kleine begraafplaats. Alleen de zeven bemanningsleden van de Lancaster zijn hier begraven."
Toch vindt Linda het ook fijn dat ze bij de andere begraafplaatsen is geweest. "Hoewel de Canadezen hier vochten, kwam de oorlog nooit echt naar Canada. Het is daarom voor de Canadezen lastig te begrijpen wat er is gebeurd, zeker voor de huidige generatie.", verklaart Linda waarom het belangrijk is dat de Canadese doden in Nederland herdacht worden.

"Als Canadezen de Canadese begraafplaats in Nederland zien, dan is het voor hen overweldigend om te zien hoeveel mensen hun leven hebben gegeven. Als je deze graven bezoekt, dan komt het ineens heel dichtbij. En als je ziet hier hoe de Nederlanders ervoor zorgen, dat is heel indrukwekkend."
Dit jaar is het extra bijzonder voor Linda om de herdenking bij te wonen, haar dochter en kleindochter zijn er voor het eerst bij. Dat is ook voor hen een speciaal moment, vertelt dochter Kelly (50 jaar). "Het is belangrijk voor mij om te komen, omdat ik mijn moeder en oma er altijd over hoorde praten. Het is fijn om eindelijk te gaan en te zien waar het allemaal om draait."
"Ik kan niet wachten om te zien hoe veel het betekent voor iedereen hier", vertelt Kelly voorafgaand aan de herdenking. "Elke keer als mijn moeder en oma gingen, zeiden ze tegen mij: 'Op een dag nemen we je mee', en nu is die dag gekomen. Nu krijg ik het te zien."

De familie heeft geen van allen een persoonlijke herinnering aan hun vader en (overgroot)opa, maar toch leeft hij in de familie voort. Rebecca: "Toen ik mijn zoon kreeg, hebben wij hem als tweede naam Edward gegeven. Naar de vader van mijn oma. Hij is nu nog maar zes jaar, maar hij weet dat hij naar hem heet en dat hij in de oorlog omgekomen is. Onlangs vertelde hij op school dat hij familie heeft die in de oorlog gestorven is en barstte in tranen uit. Daarop moest ook zijn docent huilen. Het is mooi om te zien hoe gepassioneerd mijn zoon er al over is. Ik vind het belangrijk dat hij al van jongs af aan leert dat hij kan doen, wat hij doet doordat er voor gevochten is en er doden voor gevallen zijn."

"Ik heb de brieven die mijn opa in de oorlog naar huis stuurde", vertelt Kelly. "Die liet ik onlangs lezen aan kinderen van vrienden van mij, en zij begonnen te huilen omdat ze het zo verdrietig vonden. In Canada realiseren we ons steeds meer, dat we onze kinderen moeten blijven leren waarom er gevochten is en wordt. Dat jullie dit nog steeds jaarlijks herdenken, dat is prachtig."

'Ik huil als ik erover praat, omdat ik mijn vader nooit heb ontmoet'