• Speciaal voor Het Kontakt trok Anja haar kerstjurk aan. En haar klompen natuurlijk.
• Speciaal voor Het Kontakt trok Anja haar kerstjurk aan. En haar klompen natuurlijk. Foto: Anne Marie Hoekstra

'Wij molenaars zorgen ervoor dat het landschap leeft'

Pleidooi van een molenaar

Als Anja na een werkdag haar auto parkeert, moet ze nog een flink stuk lopen of fietsen voordat ze bij haar huis is. Ze woont in een van de laatste molens van de Overwaard, in het werelderfgoed Kinderdijk, aan een smal pad omgeven door water en riet.

In een kleurige fauteuil naast de kerstboom, met haar handen om een kop thee, vertelt ze: "Dat pad vind ik juist heerlijk. Je hebt gewoon 2 kilometer de tijd om je hoofd leeg te maken. De tijd loopt hier anders, je moet hier geen haast hebben maar meebewegen, je daaraan over kunnen geven."

Bevroren shampoo

Anja kwam in 1996 met haar toenmalige man René in de zesde molen terecht. Een kachel was er nog niet. In januari 1997 werd de vijftiende Elfstedentocht gereden. Anja's shampoo zat bevroren in het flesje. Toen jaren later hun huwelijk eindigde, vertrok ze uit Kinderdijk. "Het was alsof ik ontworteld was, ik mistte álles. In die tijd kwam ik zo min mogelijk in Kinderdijk. Als je iets zo erg mist, kun je maar het beste doen alsof het er niet is."
Na het overlijden van haar ex kwam ze terug naar de molen, om voor hun dochter Marijn te zorgen. In 2015 behaalde ze haar molenaarsdiploma en kreeg ze de titel 'eerste vrouwelijke molenaar van Kinderdijk'. Nuchter relativeert ze: "Vroeger stonden al die vrouwen bij de staart van de molen met een kind aan de rok, want hun man ging riet snijden of was op de tuin bezig. Het waren robuuste dames die van wanten wisten. Dus ik ben niet echt de eerste vrouwelijke molenaar. Maar ik vind het wel heel leuk dat ik de officiële titel heb." Met een lach: "Ik voel me wel een beetje stoer."

De molenbewoonster heeft als Cliëntenvertrouwenspersoon bij het Landelijk Steunpunt Raden een intensieve baan. Ze behartigt de belangen van mensen met psychische problemen of een verstandelijke beperking. Daarnaast zorgt ze als alleenstaande moeder voor dochter Marijn, die als zestienjarige puber af en toe voor een leuke pedagogische uitdaging zorgt. Tussendoor laat ze als het even kan de molen draaien en woont ze als lid van de bewonerscommissie van het wereld-erfgoed vergaderingen bij. Op dat laatste zat ze eigenlijk helemaal niet te wachten. "Het gebeurt dat we vier vergaderingen in een week hebben. Dat is best een aanslag op je privéleven. Het liefst zit ik bij de houtkachel met mijn kind te mens-erger-je-nieten of ga ik een rotmol vangen die mijn erf omploegt. Maar die commissie, dat moet. Anders worden we overspoeld." Lachend: "Geen fijne kerstgedachte."

Toeristen

'Die molen is ook maar een gebouw als er geen molenaar in zit'

Met wat voor gevoel gaat ze kerst vieren? "Ik weet dat wij als molenaars nog steeds niet betrokken worden bij gebiedsontwikkelingen. Dat is mijn angst. En het groeimodel moet losgelaten worden. Hoeveel toeristen zijn er nodig om de molens te onderhouden? Inmiddels zijn wel veel partijen met ons in gesprek: gemeenten, de provincie, het waterschap. Ik ga in de week van kerst helemaal niks doen. Niet netwerken, geen leuke mensen ontmoeten. Dat doe ik al genoeg. Ik ga wel heel tevreden terugkijken, omdat gemeenten, het waterschap en de provincie nu snappen wat onze toegevoegde waarde is, dat ze ervoor moeten waken dat wij niet de Laaf uit de Efteling worden. Er is nu vastgelegd dat bewoning een essentieel onderdeel is van het gebied."

Waar ze ook blij mee is: dat de publieke opinie ten aanzien van de molenaars verandert. "Mensen zien steeds meer dat we niet alleen maar zeikerds zijn. Vroeger werd er gezegd: als je geen toeristen om je heen wilt, moet je niet in Kinderdijk gaan wonen." Met grote ogen: "Er zijn families waarvan de generaties hier al vanaf 1740 wonen. Gezinnen wonen hier gemiddeld dertig, veertig jaar. Twintig jaar geleden was er nog niet eens een Stichting Werelderfgoed en was er minder toerisme. Toen ik hier in 1996 kwam, koos ik er niet voor om op de foto te gaan zodra ik naar buiten stap. Iedereen heeft een mobieltje en maakt foto's zodra er bij de molens iets beweegt. Bezoekers realiseren zich echt niet wat het voor ons betekent als je tachtig keer op een dag wordt gefotografeerd. We verdienen wel enige bescherming."

Ze heeft een wens voor het komende jaar. "Ik hoop dat molenaars niet langer als derderangs burgers worden gezien maar als essentieel onderdeel van een levende cultuur, van ons erfgoed. Als wij stoppen, gaat er veel kennis verloren. Ook qua landschapswaarde zou het een verlies zijn, want wat is er mooier dan draaiende molens in de polders? Het gaat niet over ons, maar het moet wel bewaard blijven." Ondanks alles geniet ze van haar leven in de afgelegen molen. "Je bent hier een met je omgeving en met een machine uit 1740. Dat je daar symbiotisch mee samen mag zijn vind ik heel mooi. Die molen is ook maar een gebouw als er geen molenaar in zit. En een molenaar is maar een gewone burger als 'ie geen molen heeft. Wij molenaars zorgen ervoor dat het landschap leeft. En we zijn waakhonden van het gebied."