• Alie en haar man vluchtten voor de drukte. Nu mist ze de gezelligheid van de stad.
• Alie en haar man vluchtten voor de drukte. Nu mist ze de gezelligheid van de stad. Foto: Hans van Vrouwerf

Kiezen tussen rust en gezelligheid

'Ik mis de sociale reuring'

heerewaarden • Met de tongval van Marc Marie Huijbregts vertelt Alie Bakkenes aan haar keukentafel over de grootste verandering na haar verhuizing 12 jaar geleden. "Dat was de stilte, de rust."

Na jaren in Zwolle en het verstedelijkte Hilversum te hebben gewoond, betrok ze met man en kinderen een huis in Heerewaarden, een dorp met ongeveer 1.300 inwoners. " Op werkdagen is hier niemand." Met een lach: "Maar dat vind ik na twaalf jaar ook wel een nadeel." Een andere ingrijpende verandering was het huis. "Dat is enorm groot, ik werd moe van het heen en weer lopen door de gangen. We woonden eerst in een twee onder een kap."

Ze maakten de keus omdat ze weg wilden uit de drukte. "Hilversum was toen al erg vol gebouwd. Er vliegen vaak vliegtuigen over, er is veel verkeer. We zaten redelijk dicht bij het centrum. 's Nachts zaten er wel eens dronken mensen op ons hekje, ze liepen soms over de autodaken. We hadden drie kleine kinderen die we graag mee naar buiten namen. Dan bedachten we in het weekeinde: we gaan fietsen. De omgeving is prachtig daar, hei en bos. Maar je fietste in de file." Enthousiast: "Hier kom ik meestal niemand tegen als ik langs de Waal wandel. Terwijl het op de hei bij Hilversum krioelt van de mensen: fietsers met kinderen, de mensen van de hondenuitlaatservice. Ook in de straten was het altijd bommetje vol. Je had gedoe met parkeervergunningen. Daar waren we een beetje klaar mee. Hier kun je altijd overal parkeren."

Fietsen

Heerewaarden biedt hen waar ze op hoopten. Ruimte. Geen drukte. Terwijl ze op de keukentafel klopt zegt ze: "Wat ook fijn is: de bakker legt het brood hier gewoon op tafel. Drie keer in de week komt groenteboer Koos. Dat heb je nergens meer. En de natuur is hier prachtig. Ik hoef niet per se weg uit de Bommelerwaard. Ik kan 60 kilometer fietsen zonder dat ik hoef te bellen voor iemand die aan de kant moet. 's Zomers vind ik het hier heerlijk. We hebben een lekkere tuin, kunnen lekker 's avonds laat over de dijk lopen, de sterretjes zien."

Ze heeft inmiddels ook de nadelen van leven in een klein dorp leren kennen. "In de winter vind ik het hier wel erg stil. Mijn man werkt internationaal, zit veel in Amsterdam en in andere Europese steden. Ik ben veel thuis. Ongeveer de helft van de mensen in het dorp is import, mensen die meer dan fulltime werken. Zij hebben hun vrienden her en der, niet hier. Daardoor is het best lastig om afspraken te maken. In Hilversum wonen zoveel mensen dat je een grotere keus hebt. Er is meer kans dat je met iemand een klik hebt. Dat mis ik ook wel. Ja, ik heb wel vriendschappen met autochtone dorpelingen. Een aantal. En met een heleboel autochtone Heerewaardenaren kan ik prima door een deur. Maar het is ook niet zo dat ik bij hen op de verjaardag kom. Ik weet ook niet of ik dat zou willen, maar het is toch apart."

'Hier kom ik meestal niemand tegen als ik langs de Waal wandel'

Erg bekeken

Ze deed van alles om te integreren. Bezocht de jaarlijkse feestavond tijdens de kermis, ging naar het carnavalsfeest. "Het wordt door de mensen uit het dorp op prijs gesteld als je daarbij bent." Hun kinderen bezochten de school in het dorp. "Er waren ook importmensen die hun kinderen in Rossum naar school deden." En aan haar inzet heeft het niet gelegen. "Ik heb veel gedaan in het dorp, zat onder andere in de ouderraad en de dorpsraad. Ik doe mijn mond wel open. Dat is me niet altijd in dank afgenomen, ik ben zelfs agressief bejegend. Er zijn mensen die me met de nek aankijken, zij zeggen geen boe of bah. Dat vind ik lastig aan zo'n klein dorp. Ik wil heel graag onderdeel zijn van iets. Omdat je in een stad anoniemer bent, zijn dergelijke dingen makkelijker. Dan zijn er altijd medestanders, en de tegenstanders ken je niet. Je voelt je vrijer om te doen en laten wat je wilt. Hier voel ik me erg bekeken. Mensen die ons niet goed kennen, vullen in wie we zouden zijn."

Wat ze ook mist: een kroegje of terrasje vlakbij. "Dat je niet lopend een biertje kunt gaan drinken. Ik had niet verwacht dat ik dat zou gaan missen. Ik had in Hilversum veel kennissen met wie ik dat deed. De sociale reuring mis ik, niet de winkels. Wat ik ook niet had verwacht: dat de mensen uit de randstad ons dorp afschuwelijk ver weg vinden. Terwijl het maar drie kwartier rijden is. Ik zie vrienden uit Hilversum nog wel, maar het is meestal zo dat ik daarheen ga. We hebben een groot huis met logeerkamer. Ik dacht: dan kunnen mensen blijven logeren. Dat gebeurt dus niet." Na een korte stilte: "Ik was van plan de rest van mijn leven hier te blijven wonen. Dat is me misschien ook tegengevallen, dat je na 10 jaar denkt: toch niet."

Is ze van plan ooit terug te gaan naar de grote stad? Met een glimlach: "Ons huis staat te koop. Iets als Zaltbommel zou ik wel fijn vinden. Maar als ik hier niet wegga, vind ik het ook goed. Het zijn maar periodes dat ik denk: ik word hier helemaal gek. Dan moet je je eigen bezigheden zoeken. Je kunt het ook ergens anders halen. Voor sociale contacten moet je wat meer moeite doen."

Brommertje

Na afloop van het interview, bovenaan de trap van het bordes bij haar voordeur, kijkt Alie haar straat in. In de imposante kastanjeboom naast het huis wachten groene bolsters op de herfst. De zon beschijnt de monumentale gevels aan de overkant. "Ja, het is prachtig hier", erkent ze. Er rijdt een man op een rood brommertje voorbij. Lachend: "Dat was de enige brommer die hier vandaag door de straat zal komen."