• Ruud den Dunnen bekijkt de uitvliegende duiven.
• Ruud den Dunnen bekijkt de uitvliegende duiven. Foto: Goedele Monnens

De wereld van de convoyeur

Soms wachten de convoyeurs uren in een modderveld tot de duiven gelost kunnen worden. Geen supermarkt, geen toilet. Vandaag schijnt de zon. Alles zit mee.

Duffel, een dorp onder de rook van Antwerpen, ontwaakt traag deze zaterdagochtend. Veel rolluiken zijn nog gesloten en de gisteren zo drukke straatweg is nog nagenoeg leeg. Het is even na zevenen. Onderaan het dijkje langs de rivier de Nete staan zeven vrachtauto's van de duivensportvereniging van de afdeling Zuid-Holland. Vannacht rond half drie zijn ze hier aangekomen: drieënveertigduizend duiven en hun veertien convoyeurs. De stemming onderling opperbest. Ruud den Dunnen uit Hoornaar is de opperconvoyeur en serveert opgewekt koffie vanaf een uitgeklapte campingtafel. Ergens rolt de laatste man uit de slaapcabine en kamt een andere meneer zijn haren in een handspiegel. De wc is in het struikgewas even verderop. Het is kamperen met een mannenclub.

Dat kan Den Dunnen wel beamen, zeker. 'Je mot wel met elkaar door een deur kunnen. Hier in Duffel kunnen we straks brood halen, maar soms staan we ergens een heel weekend midden in een het veld in de regen te wachten tot we kunnen lossen.' Duiven kun je alleen lossen wanneer de zon schijnt anders zijn ze compleet gedesoriënteerd. Als de zon maar even door het wolkendek breekt dan kunnen ze gáán. Vandaag zijn de weersomstandigheden voortreffelijk. Ruud belt voor de zekerheid nog even met meteorologische dienst en is dan helemaal overtuigd.

Wat is nu het doel van zo'n postduif? 'Het is een hobby,' zegt Ruud. 'Maar ze maken er een sport van wie het eerste thuis is. Vroeger werd er veel gepouled, veel gegokt, dat doen ze nu niet veel meer. Eigenlijk nergens meer. De vereniging zet er wel een prijsje op, een vleesschotel ofzo. Maar het is de bedoeling dat je gewoon een naam krijgt. Dat je iedere week in de top 10 zit. Dan zeggen ze: "Nouhou… die gozer vliegt goed!" en weer later zeggen ze: "Ik wil van jou een paar duiven kopen." Dan worden ze verkocht voor een paar duizend euro.' Onlangs, weet Ruud, zijn er wat duiven verkocht voor 1,2 miljoen euro. Daar kun je niet meer mee vliegen, want een duif vliegt altijd terug naar waar hij geboren is en waar hij de omgeving kent. 'Maar je ken 'm goed verkopen aan een Chinees, want die geeft er gerust een paar ton voor. Gaat hij er mee kweken omdat ie het een goed ras vindt. Nee, niet vliegen, want ook vanuit China vliegt een duif weer naar Nederland. Dat zit in zijn koppie.'

De drieënveertigduizend duiven worden in drie groepen gelost, een kwartier na elkaar. Omdat er veel jonge duiven voor het eerst een grotere afstand meevliegen en je wil natuurlijk dat ze allemaal thuiskomen. 'Anders vliegen ze allemaal door elkaar. Die jonge duiven zijn net kuddedieren, pffffieieiet, allemaal door naar Gelderland of Friesland. Ja, daar komen ze uiteindelijk wel achter en dan komen ze weer terug. Maar toch…'
Hij kijkt op zijn horloge. Nog een minuut of tien voor de eerste lossing. Hij roept zijn mannen. 'Kom, we gaan snijden!' De zijdeuren van de vrachtwagens worden geopend. Rats rats rats met een scherpe haak aan een lange stok trekken de mannen de loodjes van de manden waarin de duiven zitten. Alle manden zijn verzegeld omdat het een wedstrijd is. Weten die duiven nu wat er gaat gebeuren? 'De oudere duiven wel,' zegt Ruud. 'Sommigen zitten al voor het deurtje. Het is natuurlijk ook een spelletje hè. Je moet de duif motiveren. Thuis laat je de mannetjes en de vrouwtjes apart zitten en vlak voor ze gaan vliegen laat je ze heel even bij elkaar. Maar voor er wat gebeurt haal je ze uit elkaar en breng je ze weg. Nou, dan willen ze wel naar huis hoor, naar hun mannetje. Want ze weten: als ik er ben mag ik daar een paar uur blijven.'
Tijd om te gaan. Ruud staat ergens in het midden, scheidsrechters fluit in de mond, zijn blik strak op het horloge. Precies om kwart over acht klinkt het fluitsignaal. Deuren klappen open en overal waar je kijkt zie je duif. Klapwiekend schieten ze eerst vooruit en dan omhoog. In de lucht draaien ze een halve slag en daarna zetten ze koers naar het noorden. Stof dwarrelt naar beneden en her en der een veer.

Vriendschap, mannen die samen op pad zijn met een gemeenschappelijke liefhebberij: het vervoeren en lossen van duiven. Iedere week opnieuw, maanden achtereen. Ruud: "Straks gaan we terug naar Nederland en stoppen we onderweg om een ijsje te eten. Bij thuiskomst drinken we samen nog een biertje, daarna kunnen we weer een paar dagen zonder elkaar."

'Je moet wel met elkaar door een deur kunnen'