• In het Sint Josephhuis aan de Voorstraat in Velddriel waren van 1905 tot 1970 ‘Dochters der Liefde’ gehuisvest. Zij runden o.a. een kraamkliniek.
• In het Sint Josephhuis aan de Voorstraat in Velddriel waren van 1905 tot 1970 ‘Dochters der Liefde’ gehuisvest. Zij runden o.a. een kraamkliniek. Foto: Regionaal Archief Rivierenland

Streep door
kraamkliniek Velddriel

Samen met het gemeentebestuur had het Wit-Gele Kruis in de gemeente Maasdriel zich ingezet voor het behoud van de kraamkliniek in Velddriel. Deze vervulde niet alleen een belangrijke functie in dit dorp maar ook in de regio. Door de Stichting ter Bevordering van de Welvaart in de Bommelerwaard was een rapport samengesteld dat het belang van de functie belichtte. Dit rapport werd met een schetsplan voor de verbouwing van de Velddrielse meisjesschool om een erkenning te verkrijgen naar de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid gezonden. Tot grote teleurstelling van betrokkenen werd het verzoek afgewezen.
De kraamkliniek werd in het Sint Josephhuis gerund door nonnen van de kloosterorde 'Dochters der Liefde'. Deze vestigden zich in 1905 in het majestueuze pand aan de Voorstraat en verlieten dat in 1970. Zij hielden zich in Velddriel niet alleen bezig met de kraamkliniek. Zij waren ook actief in het onderwijs, de wijkverpleging en de bejaardenzorg.

Jeugdsoos in Bloemendaal

De plannen om het zaaltje in de Bommelse Bloemendaal, waarin voorheen de openbare kleuterschool was gehuisvest, als jeugdsoos te gaan gebruiken, kwamen in november 1969 in een vergevorderd stadium. De gemeente had het gebouwtje zodanig op laten knappen dat het een vriendelijke ruimte werd. Deze bood plaats aan de gefuseerde jeugdsociëteiten 'De Waag', welke voor die tijd in het gelijknamige gebouw op de Markt actief was, en de Algemene Jeugdvereniging. Deze had onderdak in het voormalige klooster aan de Nieuwstraat. Het lag in de bedoeling om het zaaltje op zaterdag en zondag van negen uur 's-morgens tot elf uur 's-avonds continu open te houden. Het bestuur hoopte dat door de gezellige inrichting met o.a. een aangepaste verlichting, de aanleg van de goede geluidsinstallatie, de regelmatige inkoop van de nieuwste grammofoonplaten en het schenken van bier en frisdrank, door veel jongeren gebruikt zou worden.
De initiatiefnemers waren overigens nog meer van plan. Zij dachten aan wedstrijden voor diskjockeys, een talentenjacht en het van tijd tot tijd presenteren van livemuziek. Voordat de ruimte in gebruik werd genomen hadden zich al een cabaretgroepje en een protestzanger beschikbaar gesteld. Voor overdag werd gedacht aan tafeltennis, schaken, dammen, handenarbeid en het draaien van films. Er werd uitgegaan van een sluitende exploitatie door de ontvangsten van contributie, subsidies en de opbrengst van de bar.
In dezelfde maand werd het clubhuis van 'Orion' in gebruik genomen. Deze vereniging, die zich bezighield met jeugdwerk in de leeftijdsgroep tot zestien jaar was aanvankelijk gevestigd in een onbewoonbaar verklaarde woning in de Korte Steigerstraat. Dankzij medewerking van de gemeente kreeg Orion de beschikking over drie lokalen van de voormalige katholieke lagere school aan de Nieuwstraat. Ten gevolge hiervan kon de ledenstop opgeheven worden.

Kamp Neerijnen en Barak Brakel

In hotel Gottschalk werd een reünie gehouden van stafleden, die tijdens de oorlog werkzaam waren in Kamp Neerijnen en in de tyfus-barak in Brakel. Ruim dertig mensen, die 25 jaar eerder onder zeer moeilijke omstandigheden werkten ten behoeve van de gezondheidszorg, zagen elkaar weer. Gelukkig in november 1969 onder heel wat plezierigere omstandigheden.
Het kamp in Neerijnen was een afgekeurd Duits concentratiekamp. Het werd in gebruik genomen toen Bommel in september 1944 moest evacueren. Omdat er In die tijd er veel zieke en bejaarde evacuees van elders in Bommel waren, moesten er veel mensen in Kamp Neerijnen ondergebracht worden. Als artsen waren werkzaam de heren Bartlema, Stehman, Hellinga en Van Lunzen. Daarnaast waren er de verpleegsters uit het Ziekenhuis en de staf van het noodziekenhuis in 'De Verdraagzaamheid'. In Kamp Neerijnen moest onder de meest erbarmelijke omstandigheden gewerkt worden. Er was nergens in voorzien met als gevolg dat het personeel zich vooral tijdens de eerste dagen enorm moest behelpen. Half december mocht het Bommelse Gasthuis weer in gebruik worden genomen. In dat gebouw was geen geschikte accommodatie voor de tyfuspatiënten waarvoor in Neerijnen een afzonderlijke ruimte was ingericht. Deze mensen werden in de Rikkerschool in de Nonnenstraat ondergebracht. Toen het daar als gevolg van het aanhoudende granaatvuur te gevaarlijk werd, bracht men de zieken in de ijzige kou op paardenwagens naar een Brakels schoolgebouw. Deze behuizing kreeg bekendheid onder de naam Tyfus-barak. Daar werden ze onder meer opgevangen door de artsen De Keizer en Van Steenis. De verpleegsters kregen onderdak in de jaren geleden gesloopte pastorie van de hervormde kerk.