• Winkelend publiek merkt niet veel van de arbeidsmigranten, die in zes bovenwoningen in de Waterstraat verblijven.
• Winkelend publiek merkt niet veel van de arbeidsmigranten, die in zes bovenwoningen in de Waterstraat verblijven. Foto: Janneke Boogaard

Herrie en troep zijn aan de orde van de dag

Goedkope arbeid heeft een hoge prijs

zaltbommel • "We dachten dat er een beddenzaak geopend werd in de straat. Er werden zoveel matrassen uit een vrachtwagen geladen!" De bewoners van de Waterstraat herinneren zich de komst van tijdelijke buitenlandse werknemers, vorig jaar zomer, nog goed.

Inmiddels worden zes panden in de straat voor dit doeleinde gebruikt. Een bewoonster vertelt: "We hebben niet van iedereen last. In oude huizen hoor je de buren al snel, dat is geen probleem. Maar vooral boven de voormalige dierenwinkel en hengelsportzaak loopt het echt de spuigaten uit. Op zaterdag beginnen ze al vroeg met - ik kan het niet anders noemen - zuipen. Tegen de avond duwen ze elkaar bijna de ramen uit. Die staan trouwens altijd open, waarschijnlijk omdat er anders amper frisse lucht is met zoveel mensen in een huis. Maar daardoor horen we de muziek ook keihard. En dat is dan ook nog eens van die Oost-Europese jengelmuziek. Ze hangen ook vaak al videobellend uit het raam. Gek worden we ervan."

Bijna elk weekend belt ze de politie. "Die komt meestal wel, maar soms pas nadat we drie keer hebben gebeld of als we dreigen dat we zelf actie gaan ondernemen. Vroeg of laat doen we dat en dan loopt het pas echt uit de hand", verwacht ze. "Ik ben in het weekend moe van mijn werk en heb mijn rust nodig. Dat kan alleen als ik in de keuken ga zitten. Steeds vaker zit ik dan op internet te kijken naar een ander huis. Want dit trek ik echt niet tot 2025 (zie kader, red.)."

Dat benadrukt een andere bewoner van de Waterstraat, die ook ondernemer is. Hij heeft niet zozeer last van herrie, maar het gaat hem aan het hart dat dit mooie stukje binnenstad achteruit gaat. "Die mensen zitten buiten op de stoep met een blik bier of ze staan halfnaakt in de dakgoot. Als ondernemers doen we ons best om de binnenstad aantrekkelijk te houden, maar ik vraag me soms af waar ik dat nog voor doe."

Een collega-ondernemer vult aan: "Prima dat ze er zijn, maar dan liever op het terrein van de werkgever. Nu zie je regelmatig 'samenscholing' van deze gasten bij mij voor de deur. Dit is wel vaak 's avonds, dus dan is de winkel gesloten, maar het geeft gewoon geen fijn gevoel." Het niet-pluisgevoel is ook de reden dat de betrokkenen liever niet met hun naam in de krant willen. "De arbeidsmigranten komen soms intimiderend over, vooral voor mijn dochter vind ik dat niet fijn", zegt één van hen.

Wie overdag door de straat fietst of er een boodschap doet, valt het niet meteen op. Maar mensen die op één van de terrasjes neerstrijken krijgen de overlast wel degelijk mee. "En laatst gooiden die arbeidsmigranten zelfs brandende peuken uit het raam, terwijl er mensen onder liepen. Ik weet dat zij werk doen dat wij Nederlanders niet willen doen, maar hun normen en waarden wijken te veel af. We hebben wel geprobeerd om ze aan te spreken. Bij de eerste 'lading' zijn we uit beleefdheid kennis gaan maken. Maar er komen steeds andere mensen, dus dat heeft weinig zin. En bovendien verstaan we elkaar niet."

Dat laatste wordt bevestigd bij een bezoek aan één van de panden. De ingang van het onttakelde winkelpand is open, ook de deur naar de trap is niet op slot. Op de eerste etage is niemand te bekennen. In de gang hangt geplastificeerde informatie in cyrillisch schrift. De verwarming loeit, de ramen staan open. In de woonkamer staan twee bedden, in de slaapkamer drie. Een verdieping hoger zijn meerdere slaapkamers. Van één is de deur kapot. Binnen ligt een Bulgaarse op bed. Ze spreekt geen woord Nederlands. Vertwijfeld laat ze een brief zien van de gemeente: ze staat sinds augustus hier ingeschreven. Met Google Translate maakt ze duidelijk dat ze het liefst in Nederland wil blijven, maar ze weet niet hoe ze dat moet aanpakken. Ze wonen hier met z'n zessen, telt ze op haar vingers, wijzend naar de kamers. Op de vraag of er wel eens ruzie is in huis, schudt ze haar hoofd.


Janneke Boogaard