Een Bommels boekje is 75 jaar

Soms maakt, vanuit het niets, de gedachte zich van je meester om niet alleen de geest te ordenen maar ook de spullen om je heen. Neem de boekenkast in mijn heuse werkkamer. Schots staat hand in hand met scheef. Een ooit overzichtelijke verzameling toont het werk van de hand des tijds. Kom, zeg ik bemoedigend tegen mezelf, ga aan de slag.
Het boekje over kasteel Hedel leunt schuin tegen de historie van een vijftigjarige voetbalclub die ik ooit (even kijken: in 1982) beschreef. Daarachter ligt nog iets dat zich vastklampt aan de muur: ZALTBOMMEL is de titel. Hoe ik er aan kom, is onduidelijk. Misschien lang geleden gekocht op een rommelmarkt. Als ik me goed herinner heb ik eens gesnuffeld in een kraam van de scouts in Zaltbommel in de Waterstraat.
Het werkje ruikt ook echt naar historie: muf. Mooi muf. Op de voorkant een gestyleerde impressie van de Bommelse binnenstad. Voornaam oprijzend de Sint-Maartenskerk, tegen een grote grijze wolk. Ik herken de monumentale panden op de Markt. Een figuurtje met hoed vult zijn emmer bij de waterpomp.
Het Bommelse boekje was een uitgave van Allert de Lange uit Amsterdam, de op dat moment 45ste en laatste in de Heemschut-reeks. De auteur was Ir. J. Beckering Vinckers. Ik denk wel iets bijzonders in mijn hand te hebben, ook als ik het jaar van verschijnen ontdek: 1944 en dat is precies 75 jaar geleden. Een boekje over Bommel dat driekwart eeuw oud is. Midden in de oorlog en twee jaar voordat ik zelf in deze wereld verscheen.
Je snuift ook echt de geschiedenis op als je de eerste van 132 bladzijden ontvouwt. Al bladerend kom ik op pagina 11 een los eigendomsmerkje tegen van L. Dammers, een papiertje met de fleurige afbeelding van twee wandelaars die onder een lommerrijke boom naar de stralende zon kijken. Daar begint het eerste hoofdstuk: 'Het ontstaan en de groei van Bommel in de eerste eeuwen'.
Wat heeft de schrijvende ingenieur met Zaltbommel? Aan het slot van de flaptekst citeert de uitgever wat hij een 'oud geschrift' noemt: 'Bommel is een schone en lugtige Stad, met wijde Straten en heerlijke Gebouwen.' En ook deze ontboezeming zal de vrijwilligers van het hedendaags toeristisch informatiepunt in het oude stadhuis goed doen: 'Er is binnen dien gordel van groen nog heel wat historisch schoon te vinden, maar buitendien bezit het stadje de sfeer die illusies kan weven om de vreemdeling.' Nou, daar kun je nog steeds wat mee.
Wat doorlezend zie ik dat de schrijver de Bommelse geschiedenis niet alleen 'met het oog van den koelen historicus zag.' Beckering Vinckers heeft zijn jeugdjaren in het oude vestingstadje doorgebracht en koestert tevens 'een warme liefde' voor zijn geboorteplaats.
De bladzijden kraken als ik door het vergeelde werk blader, alsof ze zuchten onder de vele feiten, foto's en tekeningen die ze al zo lang met zich meedragen. Ik wandel door de veertiende eeuw, de vijftiende, de zestiende, de zeventiende en tot slot de achttiende. Achterin vouw ik een kaartje van de binnenstad uit, voorzien van cijfers die verwijzen naar niet minder dan 76 bezienswaardigheden – van de Groote- of St. Maartenskerk tot de Heksenwal. Allemaal over 'de historische schoonheid van Zaltbommel'.
Een prachtig boekwerkje dat niet verloren mag gaan. Ik zoek Het Kontakt met iemand die, net als de schrijver, 'een warme liefde' voor Zaltbommel en zijn historie koestert. Die mag het (gratis) bij me komen ophalen:
bertcattel@gmail.com.

Bert Cattel