Onderwijsproblemen in de Waard
In juli 1969 was er nogal wat heisa over bepaalde vormen van onderwijs in de Bommelerwaard. Zo werd zes jaar na de ingebruikname in Hedel de BLO-school gesloten en men vond dat er hier te veel scholen voor agrarisch onderwijs waren. Zo richtte de Stichting tot Bevordering van de Welvaart in De Bommelerwaard tijdens de Tweede Wereldoorlog in Bruchem een landbouwschool op, de C.B.T.B. begon in Zaltbommel met een christelijke tuinbouwschool en de N.C.B. volgde in Kerkdriel met een R.K. land- en tuinbouwschool. Toen de Bommelerwaard nog overwegend agrarisch was, was dat misschien iets om trots op te zijn. Maar medio jaren zestig was het eiland tussen de rivieren eigenlijk geen agrarisch platteland meer. Zowel in Bruchem, Driel als Bommel stonden voor deze onderwijsvorm vrij nieuwe gebouwen.
Het duurde nogal lang alvorens de schoolbesturen gingen beseffen dat de behoefte naar deze onderwijsvorm steeds minder werd. Een eerste stap om er verandering in aan te brengen was het samengaan van bestuur en leiding van de agrarische onderwijsinstellingen in Bruchem en Bommel. Na enige tijd werd het fraaie gebouw in Bruchem afgestoten en werd alleen nog gebruik gemaakt van het nieuwe schoolgebouw op het complex van de vroegere proeftuin aan de Steenweg. Enige jaren later werd de school in Kerkdriel gesloten. Deze werd vervolgens gebruikt als verenigingsgebouw met als naam 'De Piepelenberg.' Het land-en tuinbouwonderwijs in Bommel werd opgenomen in scholengemeenschap De Waard om na enkele jaren geheel uit beeld te verdwijnen.
Een misrekening. Omdat de door Gedeputeerde Staten van Gelderland Commissie Differentiatie Onderwijs Bommelerwaard vond dat hier het percentage leerzwakke en debiele kinderen hoog was, achtte men het van belang dat er in Hedel een BLO-school werd opgericht. Deze was bedoeld voor de gehele Bommelerwaard. Voor deze vorm van onderwijs werd in 1963 aan de Kasteellaan de prachtige Pastoor De Bondtschool in gebruik genomen. Deze begon met 35 leerlingen, waarvan er aan het einde van het schooljaar slechts 28 over waren. Ook daarna bleef de verwachte groei naar 140 jongelui uit met als gevolg dat inspecteur Groeneweg in 1969 opdracht gaf de school te sluiten. Het meubilair werd in een afzonderlijke ruimte opgeslagen en de rest van het gebouw werd in gebruik genomen door de R.K. Mavo.