Politiek sleutelt aan bestemmingsplan
maasdriel • De Maasdrielse gemeenteraad vindt dat regenkappen voor de aardbeienteelt 2,5 meter hoog mogen zijn, al is dat misschien niet zo'n mooi gezicht. En het bereiden van champignonmest moet mogelijk blijven.
Dat bleek tijdens de discussie van de raadscommissie Ruimte van woensdag, ter voorbereiding op de vaststelling van het nieuwe bestemmingsplan voor het buitengebied op 26 juni.
In het voorstel van het college is de hoogte van lage teeltondersteunende voorzieningen - zoals plastic kappen boven zachtfruit - beperken tot 1,5 meter. Het argument daarvoor is dat hogere kappen geen fraai gezicht zijn. Hogere kappen - tot zes meter - zijn mogelijk, maar lang niet overal in het buitengebied. Dat is met name voor aardbeientelers een probleem. Bedrijven die meer mogelijkheden willen, moeten uitwijken naar de aangewezen herstructureringsgebieden voor tuinbouw. Daar zijn immers miljoenen in gestoken.
Maar verhuizen is voor kleinschalige bedrijven financieel niet haalbaar, betoogden veel telers eerder al in zienswijzen op het bestemmingsplan en door in te spreken. En een werkhoogte van 1,5 meter zorgt voor onnodige rugklachten. Volgens het college valt het met de werkomstandigheden wel mee, want de lage voorzieningen zijn niet zozeer bedoeld om in te werken, maar om gewassen te beschermen en sneller te laten groeien.
De meeste politieke partijen kozen de kant van de ondernemers. Alleen het CDA twijfelt nog over het idee om de grens voor lage voorzieningen op te schuiven van 1,5 naar 2,5 meter.
Ook de paddenstoelensector kwam in het geweer tegen het voorgestelde nieuwe bestemmingsplan. De discussie ging vooral over bedrijven die champignonmest maken. In de regels staat dat deze bedrijven geen grondstoffen zoals paarden- en kippenmest mogen aanvoeren en dus geen verse compost mogen maken. Toch doen ze dat al jaren en hebben ze daarvoor zonder problemen de benodigde milieuvergunningen gekregen van de provincie.
Volgens de gemeente Maasdriel heeft de provincie bij de vergunningverlening niet in de gaten gehad wat de bedrijven precies van plan waren. Het college wil de oorspronkelijke regels vasthouden en verduidelijken. Onder aanvoering van het CDA werd besloten dat een onafhankelijk deskundige vóór de raadsvergadering beoordeelt wie de regels juist heeft uitgelegd; de provincie of de gemeente. De politiek neigt naar het standpunt van de provincie.
En dan waren er nog de bedrijven die klaagden dat gewenste nieuwe ontwikkelingen niet in het nieuwe bestemmingsplan zijn opgenomen. "Een gemiste kans", vond Ko Hooijmans (VVD). Maar wethouder Peter de Vries verdedigde het collegestandpunt dat nieuwe plannen van ondernemers apart ingediend moeten worden, zodat ze aandachtig bestudeerd kunnen worden. Bij de klagende ondernemers zitten er ook enkele die proberen hun illegale activiteiten in het bestemmingsplan onder te brengen, zo waarschuwde het CDA.
PvdA/GroenLinks focuste op de intensieve veehouderij, die volgens de partij te veel ruimte krijgt als het nieuwe bestemmingsplan in de voorgestelde vorm doorgaat.
Janneke Boogaard