• Alois van Doornmalen met op de achtergrond Kasteel Ammersoyen.
• Alois van Doornmalen met op de achtergrond Kasteel Ammersoyen. Foto: Lya Cattel

'De Herlaars in het Midden-Nederlands rivierengebied'

Alois en de liefde voor geschiedenis

ammerzoden • Bijna twintig jaar deed Alois van Doornmalen (59) onderzoek naar de oorsprong van Kasteel Ammersoyen. "Ik geloofde er geen bal van dat er nergens iets te vinden zou zijn over de bouw van het kasteel", zegt hij.

Toen hij als 'klein manneke' naar de Mavo in Hedel ging, werd het vak geschiedenis zijn grote liefde. Van de 3-jarige Mavo stapte hij over naar de 4-jarige. Hij wilde archeologie of geschiedenis gaan studeren en stroomde door naar de Havo in Den Bosch en vervolgens naar de lerarenopleiding in Tilburg. Om aan de dienstplicht te ontkomen, maakte hij de stap naar de universiteit in Nijmegen. Zijn hoofdvak was geschiedenis en als bijvak koos hij polemologie oftewel de wetenschap die oorlog en vrede onderzoekt. Na zijn doctoraalexamen volgde de onvermijdelijke militaire dienst alsnog. Hij kwam terecht bij de militaire inlichtingendienst en kwam daardoor vaak in de bibliotheek van de KMA in Breda, volgens hem een van de mooiste bibliotheken van het land. "Ik ging me verdiepen in de militaire geschiedenis van de Bommelerwaard", vertelt hij.

Wie meer wil weten van de historie van Zaltbommel en Maasdriel komt natuurlijk ook terecht bij de kastelen in het gebied. In de meeste boeken over de geschiedenis van kastelen in Nederland staat dat niet precies bekend is wanneer Ammersoyen gebouwd is en wie de opdrachtgever was. In 1998 las Alois het boek '1000 jaar kastelen' van professor Hans Janssen. In dat boek werd het kasteel in Ammerzoden natuurlijk ook genoemd. En ook hier weer geen feiten over het ontstaan. Alois raakte geïntrigeerd, hij wilde er beslist meer van weten en dook in het provinciale archief in Den Bosch, waar hij een 'oorkondeboek' tegenkwam. "Daar stonden vijf pagina's in over gevechten in de Bommelerwaard", vertelt hij. "De namen van de mannen die hebben gevochten in Brakel, Zaltbommel, Waardenburg en nog veel meer plaatsen stonden er in vermeld. Of ze gewond waren en nog veel meer details. Deze bron lag gewoon voor mij klaar. Niemand had hier eerder naar gekeken."

De ontdekking van die vijf pagina's vormde de 'boost' voor Alois. Hij ging zich verder oriënteren op Kasteel Ammersoyen. Ondertussen maakte hij overdag carrière als implementatiemanager IT bij een logistiek bedrijf. Er moest immers brood op de plank voor zijn vrouw en kinderen. Zijn vrijwilligerswerk zette hij op een laag pitje. "Elke avond om zeven uur begon ik aan de studie en ook de zaterdagen en zondagen gebruikte ik er voor", vertelt hij. Professor Janssen (de auteur van het boek '1000 jaar kastelen') bleek ook stadsarcheoloog van Den Bosch. Alois benaderde hem op aanraden van zijn broer Sil van Doornmalen, bekend van het Streekarchief in Tiel. Uren en uren hebben de twee mannen samen zitten praten over de geschiedenis van de Bommelerwaard in het algemeen en Ammersoyen in het bijzonder. Janssen was inmiddels benoemd tot hoogleraar in Leiden en drong er op aan dat Alois zou gaan promoveren. Alois zette de stap en ging steeds verder met zijn onderzoek. Hij vond bewijzen dat een telg uit de familie Herlaar omstreeks 1325 de opdracht heeft gegeven het kasteel te bouwen.

Na zijn promotie in 2017 vond Alois Uitgeverij Verloren bereid het proefschrift uit te brengen in een boek. Dat boek, 'De Herlaars in het Midden-Nederlands rivierengebied' is nu af. Vrijdag 15 maart neemt oud-burgemeester Jan Pommer van Ammerzoden het eerste exemplaar in ontvangst. "Pommer was kasteelheer van Ammersoyen en vertrok later naar Sint-Michielsgestel, waar de Heeren van Herlaar vandaan kwamen", verklaart Alois die keuze. De Ammerzodenaar zou nu lekker achterover kunnen gaan leunen en genieten van zijn rust. Niets is echter minder waar. Hij heeft al weer een nieuw project in zijn hoofd. "Er wordt altijd gezegd dat er vele twisten waren over de Bommelerwaard tussen de hertogen van Brabant en de graven van Gelre", zegt hij. "Maar klopt dat wel?"

Britta Alink