Afbeelding
Foto: Rob Reis

Doctor Faustus in Waardenburg

Het was winter en in de kelders van kasteel Waardenburg was doctor Faustus op zoek naar de felbegeerde Steen der Wijzen. Na het avondmaal trok de geleerde zich terug in zijn studeerkamer, waar hij tot diep in de nacht werkte aan een geneesmiddel voor de zieke hertog van Gelre. De arbeid bleek vruchteloos, waarop de terneergeslagen alchemist woedend het kwaad om hulp riep.

De jammerklacht was zo hartgrondig, dat er plotseling een demonisch mannetje met een monnikskap uit de schoorsteen tevoorschijn plofte. Het was Joosje pek die Faustus wel wilde helpen. Nou ja helpen... om de tuin leiden. Want als Faustus Joosje zeven jaren als knecht in dienst zou nemen, dan zou voortaan alles van een leien dakje gaan, daarna moest Faustus' ziel wel naar de hel. Maar Faustus had het pact al ondertekend, met eigen bloed.
Meteen begon een extatisch leven, met exorbitante banketten, mooie kleren, de duurste wijnen en verre reizen. In een oogwenk brachten vier sneeuwwitte paarden Faustus in zijn koets naar de verste uithoeken van de wereld. Als Faustus naar Parijs, Rome of Bommel moest, werd over de Waal een brug geslagen, maar ook meteen weer afgebroken als de meester aan de overkant was gearriveerd.
Als Joosje wilde rusten, zette Faustus zijn knecht nog harder aan het werk. De hele nacht moest Joosje dan in de smerige slotgracht al het meel uit het water vissen, dat door zijn meester in de gracht was gegooid. Het ging zelfs zo ver dat de afgedraaide Joosje om ontslag vroeg. Maar Faustus wilde er niet van weten tot... Lucifer voor hem verscheen.

Onder zwaveldampen en een angstaanjagend hoongelach werd Faustus aan zijn haren door het tralievenster naar de hel getrokken. Bloedsporen in het kasteel herinneren nog aan deze verschrikkelijke geschiedenis. Ga maar eens kijken, als je durft.