Nabil Bouchlal maakt overstap naar Kerkwijk

kerkwijk • Nabil Bouchlal blijft als trainer ook na dit seizoen actief bij een vierdeklasser uit de Bommelerwaard. Hij verlaat het ter ziele gaande Zuilichem en tekent voor twee seizoenen bij Kerkwijk, met een optie voor een derde jaar.

Dat meldt de vierdeklasser zaterdag in een persbericht, bij monde van voorzitter Johan Oomen. Hij heeft zich naar eigen zeggen direct hard gemaakt voor de komst van Bouchlal, die volgens hem 'de juiste man op de juiste plaats' is. Voor Bouchlal was het grotendeels een keuze op gevoel, geeft hij desgevraagd toe: "Kerkwijk heeft me het gevoel gegeven dat ze me heel graag als trainer willen. Ze hebben mensen om mij heen gesproken en hadden goede argumenten waarom ze bij mij terecht zijn gekomen. Daar sprak vertrouwen en daadkracht uit. In een week tijd hebben we drie gesprekken gehad en zijn we eruit gekomen." De 44-jarige Bouchlal volgt daarmee de 57-jarige Hans van Gameren op, die zijn contract na twee seizoenen niet meer verlengd zag worden. Een verrassende wending, qua trainers, weet ook Bouchlal: "Kerkwijk wilde graag een trendbreuk ten opzichte van de vorige trainers. Dat waren vaak wat oudere, meer ervaren trainers. Nu wil Kerkwijk echt een jonge trainer, die misschien ook wat dichter bij de jonge spelersgroep staat. Een groep waar groei en potentie in zit. Het is nu nog lastig om te zeggen waar het plafond van deze groep zit. Maar met één of twee gerichte, goede versterkingen, kun je op dit niveau al best wat doen", aldus Bouchlal, die zich haast te zeggen dat hij daarbij niet gaat putten uit spelers van zijn huidige club: "Ik ben bij Kerkwijk vanaf het begin af aan duidelijk geweest: ik ga niet aan spelers van Zuilichem trekken. Ik ben geen trainer die ineens jongens gaat wegkapen bij BZC'14. Maar als er jongens zijn die geen zin in dat avontuur hebben, of anders willen stoppen, dan is het natuurlijk weer een heel ander verhaal." Voor Bouchlal is het nu weer een kwestie van terug naar de orde van de dag: "Nu wil ik met Zuilichem minimaal de nacompetitie halen."


Martin van Hemert