• Lies Nielen denkt nog vaak aan haar leven in Amsterdam.
• Lies Nielen denkt nog vaak aan haar leven in Amsterdam. Foto: Janneke Boogaard

'Hier kreeg ik voor het eerst een tuintje'

Van Amsterdam naar Bommel

Vrouwen Vooruit. Lies Nielen weet het nog precies: zo heette de vrouwenbeweging waarvan ze één van de oprichters was, kort nadat ze zelf met pensioen was gegaan. "Ik werkte bij de reclassering in Amsterdam. Het was destijds gebruikelijk om op je 63e te stoppen met werken. En omdat er een hoge werkeloosheid was, werd het bij mij zelfs mijn 62e. Nou, dan ben je nog hartstikke jong, dus kun je nog veel doen." Lies hoefde niet lang na te denken waarvoor ze haar vrije tijd zou gaan gebruiken. "Ik had tijdens mijn werk veel te maken gehad met kinderen uit buitenlandse gezinnen. Het was de periode dat de gastarbeiders die in Nederland waren komen werken, hun vrouwen mochten laten overkomen. In Amsterdam werden er nieuwe huisjes voor hen gebouwd aan de overkant van het IJ. In die gezinnen waren veel problemen. Dat is ook niet zo gek: de vaders waren aan het werk en de moeders mochten niets. De jongens gingen hun eigen gang en dat leidde er nogal eens toe dat ze op het verkeerde pad belandden. Het was meestal geen zware criminaliteit hoor, maar ze zaten wel regelmatig een paar weken vast. En dan kwamen ze bij de reclassering, dus bij mij."

Lies liet het er niet bij zitten en belde aan bij de jongens thuis. "Het was niet zo makkelijk praten, want de moeders spraken geen Nederlands, maar ik kon een beetje Frans en Duits. Ik merkte dat de moeders zich schaamden dat hun kinderen met de politie in aanraking waren gekomen. Ze waren behoorlijk streng en zeiden dan dat hun kind er niet meer in zou komen thuis. 'Niks ervan', zei ik dan, 'uw kind heeft u juist nodig'." Haar resolute houding had effect. "Jaren later zat ik een keer in de tram met één van die jongens. Hij kwam speciaal naar me toe om te vertellen dat het goed met hem ging. Hij had werk en een vriendin."
Toch was het een heel moeilijke kwestie, benadrukt Lies. Vandaar ook dat ze zich na haar arbeidzame leven als vrijwilliger ging inzetten voor vrouwenrechten. "Niet alleen buitenlandse vrouwen, maar ook Nederlandse werden in die tijd achtergesteld. Als je als vrouw bijvoorbeeld in het onderwijs werkte, mocht je na je trouwen wel blijven werken, maar had je geen recht op een uitkering. Dat vond ik heel oneerlijk. Voor de vrouwen van de gastarbeiders was het natuurlijk nog moeilijker, die waren helemaal niet in tel. We richtten een vrouwenbeweging op: Vrouwen Vooruit. We huurden een goedkoop pandje waar we spreekuur hielden. We hebben zelfs nog een optocht gehouden naar het ministerie in Den Haag."

Ook in haar eigen omgeving twijfelde ze niet om in actie te komen voor vrouwen in nood. Zoals toen haar eigen zus wanhopig belde vanuit Parijs dat ze weg was gegaan bij haar man en geen rooie cent had. Lies regelde vervoer naar Nederland én een groter huurhuis bij de gemeente Haarlem, waar ze toen woonde en werkte. Jarenlang woonden Lies, haar zus en haar drie zoons in het huis. "Toen het gezin weer goed draaide, ben ik naar Amsterdam verhuisd, dichter bij mijn nieuwe werk." Daar volgden later de belevenissen met de vrouwenbeweging.

Toen haar relatie stuk liep en ook veel vrienden weg trokken uit de hoofdstad, vond ze het tijd voor een nieuwe start. "Een vriendin was naar Zaltbommel verhuisd en gaf me de tip dat het daar leuk was. Ik vond een leuk huisje in de Oliestraat. Een paar maanden later kreeg die vriendin thuis ruzie en vertrok. Ze dacht dat ik wel meeging, maar ik had het prima naar mijn zin. Voor het eerst in mijn leven had ik een tuintje!" Lies bleef in de binnenstad tot ze bijna negentig was. Toen werd het tijd voor een seniorenwoning en inmiddels woont ze in De Wielewaal; deze week wordt ze 95. "Ik ben te oud om mijn verjaardag te vieren, maar de jongens van mijn zus denken er anders over", glimlacht ze. Ze praat over hen als haar eigen kinderen. "Gelukkig zijn ze er allemaal nog, maar ik zie ze niet zo vaak, want ze wonen niet dichtbij. Twee zelfs in het buitenland."
Kwam ze eerst de tijd goed door met lezen, nu zijn haar ogen zover achteruit gegaan dat dat niet meer lukt. "Dan duren de dagen wel lang. Soms moet ik lang wachten tot er een zuster tijd heeft om me te helpen. En om zes uur gaat de tent hier beneden dicht. Maar voor de middagen heb ik een oplossing bedacht: ik vraag of ze me beneden in de gang neerzetten. Daar komen veel mensen langs en heb ik nog eens wat aanspraak." Bijna 95 of niet, Lies Nielen houdt van mensen om zich heen. Of dat nu in hartje Amsterdam is of in een zorgcentrum in Zaltbommel.