• Metje Kraaij leest graag boeken, tijdschriften en kranten.
• Metje Kraaij leest graag boeken, tijdschriften en kranten. Foto: Janneke Boogaard

Het platteland in de naoorlogse jaren

Nu zijn de rollen omgedraaid

"Wat ik zou willen als ik nu jong zou zijn? Och, een heleboel!" Metje Kraaij is altijd in voor iets nieuws. In haar jeugd kwam daar niet veel van. "Na de lagere school bleef je als meisje verder thuis. Vanaf mijn vijftiende kwam het huishouden op mij neer. Ik was de jongste van vijf. Mijn moeder is overleden toen ik pas drie was, ik kan me haar helemaal niet herinneren. Toen mijn zussen uit huis gingen, zorgde ik voor mijn vader en mijn twee broers."

Het enige 'avontuur' bracht de Tweede Wereldoorlog, maar dat was nou niet het soort uitje waar je op zat te wachten. Metje en haar familie woonden in Well. Het dorp kwam midden in de vuurlinie te liggen. In september 1944 werden ze, na Zaltbommel en Rossum, geëvacueerd. "We gingen vanzelf wel weg, want er werd flink geschoten. Toen we in mei 1945 terugkwamen, lag alles plat. We hadden niks meer, behalve wat we hadden meegenomen toen we in september waren weggegaan. Dat is een rare gewaarwording hoor. We moesten helemaal opnieuw beginnen. Iedereen zette zijn schouders eronder. Wat dat betreft zou het voor veel mensen goed zijn om nog eens een oorlog mee te maken. Dan leer je om met niets weer iets te maken."

Na de oorlog braken betere tijden aan. "De Marshall-gelden hebben ons erg geholpen", vertelt Metje. De jaren vijftig waren sowieso de tijden van grote veranderingen. De ruilverkaveling bijvoorbeeld. Met haar man Dielis betrok Metje in 1956 een gloednieuwe boerderij aan de Bommelsekade, waar later hun dochter geboren zou worden. "We hadden elektriciteit! En stromend water uit de kraan! Wat een weelde. Toch wen je daar snel aan, na twee weken wist ik niet meer anders." Met die ruilverkaveling is het volgens de Wellse nooit wat geworden. "De kavels waren tien tot twaalf hectare, al heel snel bleek dat dat te klein was om een goedlopend bedrijf op te zetten. De ontwikkelingen in de landbouw gingen veel sneller dan iedereen had gedacht."

Ook in het huishouden veranderde er van alles. Het huis van de familie Kraaij werd een voorbeeldwoning van de stichting Huishoudelijke Voorlichting ten Plattelande. Dat bracht dan tóch nog het gewenste avontuur. "Er waren internationale uitwisselingen, soms wel met meer dan dertig nationaliteiten", geniet Metje nog na. "Het waren vaak studenten die in Nederland op bezoek kwamen, bijvoorbeeld uit India. De vrouwen hadden dan van die mooie gekleurde sarongs aan."

De Huishoudelijke Voorlichting stuurde ook een binnenhuisarchitect die het interieur aanpaste aan de laatste trends. Weg met de gehaakte kleedjes, geborduurde kussentjes, antieke klokken en vitrage. "Alles moest licht en glad zijn. Het voordeel was dat ik allerlei nieuwe spullen kreeg. Maar ik vond het wel een beetje kil, soms ook letterlijk: we hadden dan wel mooie grote ramen voor het licht, maar die waren van enkel glas. En de boerderij stond midden op de vlakte, vol in de wind... We hebben wat kou geleden daar." Ze keek sommige dingen even aan, maar liet haar nuchtere verstand altijd zegevieren. "Soms zette ik dingen stiekem terug als de interieurarchitect weg was", lacht Metje. Ze houdt wel van gezelligheid in huis en is zelf ook altijd creatief bezig geweest. Kantklossen, kaarten maken, handwerken. "Maar sinds januari komt er weinig meer uit mijn handen. Ik ben drie keer geopereerd en daarna ben ik lange tijd heel moe geweest. Daarna dacht ik: waarom doe ik het eigenlijk nog? Ik heb veel knutselspullen weggegeven, dan hebben anderen er nog wat aan. Alleen het schilderen wil ik nog wel een keer oppakken."

Naar de plattelandsvrouwen, inmiddels Vrouwen van Nu, gaat ze ook nog altijd met veel plezier. Ze stond aan de wieg van de eerste Bommelerwaardse afdeling, ruim zestig jaar geleden. "Eindelijk hadden wij vrouwen ook een uitje en kregen we de kans om dingen te leren. Daar hebben we gretig gebruik van gemaakt."

'Voor sommige mensen tel je niet meer helemaal mee als je oud bent'

De boerderij aan de Bommelsekade is inmiddels opgeslokt door bedrijventerrein De Wildeman. Metje en Dielis verhuisden naar de Thorbeckestraat. In 1993 overleed Dielis. "Ik ben al 25 jaar alleen. Dat is heel lang, maar het gekke is: als ik mijn ogen dicht doe" - ze is even stil en sluit haar ogen - "dan zie ik hem zó voor me, net als anderen die al weg zijn. Dan lijkt het of ze er gisteren nog waren."

Hoewel het gaandeweg stiller om haar heen is geworden, verveelt Metje zich niet snel. Stapels boeken staan her en der in de woonkamer van de seniorenwoning waar ze uiteindelijk naartoe verhuisde. De krant leest ze nog elke dag, ook via radio en tv houdt ze het nieuws bij. Puzzelen is ook een hobby, op papier of de tablet. En als haar familie niet in de buurt is, houdt ze contact via mail. "Soms gaan mensen je behandelen alsof je een schlemiel bent, alleen maar omdat je oud bent. Dan zeggen ze bijvoorbeeld: 'Metje, wat zit je er weer netjes bij vandaag'. Daar heb ik zo'n hekel aan! Alsof ik niet meer helemaal meetel. Ik vind het ook wel moeilijk om afhankelijk te zijn van anderen. Zelf fietsen of met de auto op pad, die vrijheid mis ik heel erg. Vroeger haalde ik zélf anderen op om naar de plattelandsvrouwen te gaan, nu zijn de rollen omgedraaid."

Wat rest zijn de verhalen. In 2016 werkte Metje mee aan het levensverhalenproject van Stichting Welzijn Bommelerwaard. Een mooi boek met teksten en foto's is het resultaat. "Ik heb toch eigenlijk best veel meegemaakt. Vooral die jaren vijftig, dat was echt wel een leuke tijd."