'Het lijkt wel een wereldbekerwedstrijd'
zaltbommel • Renners, publiek, wielerprominenten, de gemeente Zaltbommel en de overkoepelende bond waren het na afloop allemaal roerend met elkaar eens: de Uiterwaardencross is een aanwinst voor de nationale veldritkalender.
De alom lovende kritieken sterkten de bedoeling van de organisatie, om te laten zien dat Zaltbommel klaar is voor een 'grote' veldrit. Het bestuur steekt haar ambities immers niet onder stoelen of banken. Binnen afzienbare tijd zal het Nederlands Kampioenschap in Zaltbommel verreden moeten gaan worden. Volgens mede-organisator Roland van de Werken is zaterdag het bewijs geleverd dat die verwachting realistisch is: "We hebben deze cross helemaal opgezet alsof het een NK is. Dat wordt als 'pitch' bij het bidbook gevoegd dat we hebben ingediend voor het NK in januari 2021 en dan krijgen we in juni bericht of het doorgaat of niet. Het enige waar de KNWU nog mee zit, is het hoge water. Daarom willen we een alternatief hebben dat net zo mooi is. Dat zal een hele puzzel worden, waar we Staatsbosbeheer, de gemeente Zaltbommel en andere partijen hard voor nodig hebben. Maar één ding is zeker; dit smaakt naar nog veel meer. Niet alleen voor ons als organisatie, maar ook voor de renners."
Dat beaamt Eddy van IJzendoorn. Ondanks het feit dat hij nog herstellende is van een blessure, eindigde de in Tiel geboren veldrijder op de vijfde plaats tijdens de elitewedstrijd. 'Fast Eddy' maakte in zijn professionele loopbaan grote kampioenschappen mee, maar is merkbaar onder de indruk van de Uiterwaardencross: "Het lijkt wel een superprestige- of wereldbekerwedstrijd, zo goed ziet het eruit. Het zou mooi zijn als er een NK in Zaltbommel zou komen."
Van IJzendoorn moest in de elitewedstrijd zijn meerdere erkennen in Tijmen Eising. De 27-jarige wielrenner uit Emmen bleef bij de finish op de Waalkade zijn naaste belagers Jens Gys en Koen van Dijke voor. Eising koestert dezelfde hoop als Van IJzendoorn: "Ik hoorde dat ze voor een NK willen gaan. Er zijn maar weinig organisaties die zulke ambities hebben. Dat valt alleen maar toe te juichen."
Ten slotte wethouder Sport, Kees Zondag. Hoewel het veldrijden niet zijn bovengemiddelde interesse geniet, had ook hij lovende woorden over voor het evenement dat in zijn gemeente plaatsvond: "Ik ga niet zo vaak naar dit soort wedstrijden, maar het ziet er hier wel heel professioneel uit. Ik kan me voorstellen dat de KNWU het erg ziet zitten om dit in het programma te houden." Zelf verwacht Zondag overigens niet al te snel te finishen: "Ik denk dat ik een uurtje of vier over dit parcours doe. Halverwege even stoppen voor een foto bij de Waal. Dan een kopje koffie. Bij De Verdraagzaamheid nog een broodje kroket. En dan ben ik er wel zo ongeveer."
Martin van Hemert