Afbeelding
Foto: Rob Reis

De Jonkvrouwe van de Kolk in Waardenburg en Neerijnen

Dat de omgeving van kasteel Waardenburg bekend staat om magische krachten en spookvertelsels, is wereldwijd bekend. Het volgende verhaal is minder ruchtbaar.
De kasteelheer van Waardenburg, Walter genaamd, zit op een donkere winteravond eenzaam voor het vuur, als Volkert de minstreel aanklopt. Volkert zingt een lied over een drankzuchtige kasteelheer die al zijn bezittingen verdobbelt, zelfs zijn enige dochter Margaretha. De kasteelheer weet niet dat hij speelt tegen een (in het rood geklede) duivelse vreemdeling, en verliest genadeloos.
Op dat moment tikt de duivelse dobbelaar drie maal met een magisch gevorkte elzentak op de vloer, neemt de betoverde Margeretha mee en sluit haar op onder het wateroppervlak van een kolk in de buurt van kasteel Waardenburg. Alleen als op een mooie zomeravond vanuit een elzenboom de nachtegaal klinkt, komt de betoverde Margaretha tevoorschijn. Heer Walter is onder de indruk van het verhaal en biedt de minstreel onderdak aan.
Als de lente aangebroken is, draaft heer Walter met zijn paard door zijn landerijen, waar hij bij een watertje van zijn paard stapt om uit te rusten. Nietsvermoedend ontdekt hij dat het lied van de minstreel niet zomaar een verzinsel is, want aan de oever van het watertje ontwaart hij de betoverde Margaretha. Walter is op slag verliefd, neemt voorzichtig een gevorkte elzentak en tikt daarmee drie maal op de grond.
Op dat moment is de betovering verbroken, bezwijkt de jonkvrouwe en valt in de armen van heer Walter. Hoe het verhaal verder gaat, laat zich raden. Margeretha en Walter trouwen, krijgen kinderen en leven nog lang en gelukkig.
Of het verhaal een kern van waarheid heeft, is twijfelachtig. In de annalen van kasteel Waardenburg worden jonkvrouwe Margeretha en heer Walter nergens genoemd, wel was er in de uiterwaarden van Waardenburg een kolk met de naam 't Juffere Gat'.