Over zuster Beppie en de amaryllis (2)

Moeder Overste verzorgde de amaryllis zelf. Niemand die het waagde om de plant zelfs maar water te geven. Ze deed dat met een maatbekertje om de andere dag. Precies de juiste, afgemeten hoeveelheid.

Het stofvrij houden van de kamer gebeurde twee keer per week en het boenen van het houten bureau diende één keer per maand te gebeuren. Het was een vast onderdeel van het werkrooster.

Beppie bekeek 's middags de werklijst en zag dat ze de volgende dag de kamer van Moeder Overste moest doen en ook het bureau in de was moest zetten. Een uur laten intrekken en dan weer uitboenen. Ze vond het maar niks. Die kamer bezorgde haar altijd een onbehaaglijk gevoel.

Op de dag dat het bureau moest worden geboend, plande Moeder Overste altijd haar maandelijkse bezoek aan de Bisschop. Deze had zijn residentie op de Parade. Moeder Overste liet zich daar rond koffietijd naar toe rijden. Ze had dan een eerste inleidend gesprek dat meestal over 'koetjes en kalfjes' ging. Na de lunch volgde er dan een vergadering waaraan diverse vertegenwoordigsters van verschillende orden deelnamen. Die bijeenkomst duurde vaak tot ver in de middag. Ze zorgde er altijd wel voor dat ze tijdens de vespers (het avondgebed) weer thuis was.

Beppie zuchtte even diep en betrad de kamer van Moeder Overste, gewapend met haar mandje schoonmaakartikelen en de stofzuiger. Het eerste werk was het bureau afstoffen en daarna in de boenwas zetten. Tijdens het intrekken van de was kon ze mooi de rest van de kamer doen en ten slotte stofzuigen.

Op de hoek van het bureau stond fier de amaryllis. De bloem gericht naar het raam met de afbeelding van de Heilige Borromeus. Onder de bloem zat een tweede stengel met een knop, met daarin de belofte van opnieuw een wonderschone lelie-achtige bloem.

Er was haar, en de andere verpleegsters uiteraard ook, op het hart gedrukt dat de amaryllis niet mocht worden gedraaid. Tijdens het poetsen van het bureau mocht deze alleen voorzichtig worden opgetild en daarna weer worden teruggezet. Precies op dezelfde plek.

Het bureau werd ingewreven met was uit een grote glazen pot met een eveneens glazen deksel. Deze pot stond in één van de wandkasten.

Beppie zette de pot op de rand van het bureau en legde de deksel er naast. Tenminste, dat dacht ze. De deksel schoof van het bureaublad en dreigde te vallen. Ze ving hem nog net op maar stootte met haar andere arm tegen de amaryllis die met een daverende klap op de plavuizen vloer belandde.

Verstijfd van schrik bekeek Beppie het tafereel op de grond. 'Wat nu?", dacht ze. Vertwijfeld keek ze omhoog en prevelde zachtjes 'Heilige Borromeus, help me alsjeblieft!'

Wordt vervolgd