Gelderland volgt gemeentelijk beleid voor huisvesting
Provincie stelt geen maximum
regio • Als het bedrijf Dutch Berries van Gijbert Kreling in Zuilichem binnenkort een aanvraag doet voor het huisvesten van rond de vierhonderd tijdelijke arbeiders moet daar verantwoord beleid voor zijn. Daarom buigt de provincie Gelderland zich nu over die kwestie. Het gaat om specifiek beleid voor de bedrijven in de tuinbouwintensiveringsgebieden in de gemeente Zaltbommel zoals die zijn aangewezen in het provinciaal inpassingsplan (PIP) Bommelerwaard. De provincie wil dat doen op basis van het reeds bestaand beleid van de gemeente Zaltbommel.
"Het is goed dat een grote werkgever zijn verantwoordelijkheid neemt voor de huisvesting, al wonen ze niet het hele jaar op het bedrijf. We stellen geen provinciaal beleid op, omdat het alleen speelt in de Bommelerwaard. Daarom is ons voorstel het gemeentelijke beleid te volgen. Door nu het gesprek met de provinciale staten hierover aan te gaan, zijn we goed voorbereid op die eventuele aanvraag", zei gedeputeerde en portefeuillehouder Jan Jacob van Dijk woensdag in Zaltbommel.
In dat bestaande beleid is er nu alleen iets geregeld voor de huisvesting van maximaal twintig seizoensarbeiders op de bedrijfslocatie. Het geldt niet voor arbeidsmigranten die veel langer in Nederland verblijven of zich er willen vestigen. In het geval van Dutch Berries is er sprake van seizoensarbeid gedurende twee plukperiodes van telkens om en nabij de drie maanden.
Gedeputeerde staten heeft een aantal uitgangspunten voor het huisvesten van seizoensarbeiders geformuleerd dat aan provinciale staten wordt voorgelegd. In de plukperiodes is huisvesting op bedrijfslocatie mogelijk; bij één piek in tijdelijke bebouwing, bij twee of meer pieken in permanente bouw met tijdelijke bewoning. De kwaliteit van de huisvesting moet voorop staan, zonder een maximum aantal woningen, die moeten wel ruimtelijk inpasbaar zijn. Huisvesting mag alleen voor medewerkers, dus geen huisvesting van derden. Bij omvangrijke huisvesting is een beheerder aanwezig die de taal spreekt van de meerderheid van de bewoners. Er gelden eisen voor wonen, parkeren, binnenruimte en nutsvoorzieningen.
Tevens zijn er voorwaarden voor minimale afstand tot de kas, landschappelijke inpassing, maximale afstand tot de openbare weg en mogen de gebouwen maximaal uit twee bouwlagen bestaan.
Het mogen geen portocabins of zeecontainers zijn. Ook op het sociale vlak worden er eisen gesteld zoals maximum aantal personen per unit en gescheiden kamers/sanitair voor mannen en vrouwen. Er moet ook voldoende ontspanningsruimte zijn en een goede buitenverlichting. De kosten voor inwonen mogen geen deel maken uit het salaris.
Gedeputeerde Van Dijk kan nog niet zeggen wanneer PS zich gaat uitspreken over de geformuleerde uitgangspunten. Hij schat dat dit misschien nog op 28 maart op de agenda komt, anders wordt het mei.