'De bank past regels naar eigen inzicht toe'

Giften Syrië probleem voor Rabobank

giessenburg • De Rabobank zorgde er jarenlang voor dat giften voor Syrische christenen werden overgemaakt naar Libanon. De bank stopt daarmee en wil de kerk niet langer als klant.

Voorganger Arie van Oudheusden: "De Rabobank wil ons niet meer. De bank wil zich houden aan internationale regels, maar die passen zij naar ons idee naar eigen inzicht toe. We overtreden niet de Nederlandse regels, maar wel die van de Rabobank. Ze zeggen: je moet een erkende organisatie zijn om giften te kunnen overmaken voor Syrië. Ik had het op prijs gesteld als zij dat ons eerder hadden verteld. Wij hebben ook geld overgemaakt naar Sint Petersburg in Rusland, voor gemeentestichting. Daar heeft de bank het nu ook over."

Veiligheidscheck

Een Amerikaanse en een Duitse kerk maakten geld over naar Rafaël Giessenlanden met het verzoek ervoor te zorgen dat dit bij christenen in Aleppo terechtkomt. "Dat doen deze kerken omdat wij een veilige route weten, via vertrouwde mensen die we zelf hebben ontmoet. We hebben gekozen voor een rooms-katholieke bisschop, iemand die verantwoording moet afleggen aan zijn kerk. Al een aantal jaren maken we maandelijks geld over naar Libanon, waar het wordt opgenomen en gebruikt voor hulp in Aleppo. Na iedere storting vragen we onze contactpersoon of hij het geld heeft gekregen en hoeveel, als veiligheidscheck."

Rafaël Giessenlanden vindt het wonderlijk dat de Rabobank niet eerder liet weten dat de kerk een aanvraag bij het Ministerie van Financiën moet doen om vrijstelling te krijgen voor hulp aan Syrië. Van Oudheusden: "Deze aanvraag hebben we ongeveer een half jaar geleden gedaan. Het ministerie heeft die laten liggen, maar komt nu met spoed in actie. We hebben besloten om geen geld meer over te maken naar Libanon, maar doen het nu via de Vaticaanse Bank." Rafaël heeft leden gevraagd giften voortaan over te maken naar een andere Nederlandse bank. Waarom bleef Rafaël voor binnenlandse transacties niet bij de Rabobank? "Ze wilden van ons af. Onze contactpersoon zei: 'Wij zijn niet blij met jullie en jullie niet met ons'."

Een woordvoerder van Rabobank Nederland reageert: "Internationaal gelden strenge regels voor betalingen die een relatie hebben met een aantal landen. Deze regels zijn voor de Rabobank en haar klanten een gegeven. Ze zijn opgelegd door internationale autoriteiten zoals de Verenigde Naties en de Europese Unie. Voor betalingen met Cuba, Iran, Noord-Korea, Syrië en Sudan gelden vergaande beperkingen. Banken die deze beperkingen overtreden, lopen risico om hoge boetes te krijgen. Tevens kunnen klanten die ongeoorloofde transacties verrichten ook bestraft worden, het is immers een economisch delict. De straffen kunnen oplopen tot 760.000 euro per overtreding en een gevangenisstraf van maximaal zes jaar. Zowel de bank als haar klanten zijn er dus bij gebaat dat de regels goed worden nageleefd. De internationale regels gelden voor alle banken en alle klanten."

Rafaël is niet de eerste organisatie die dergelijke problemen ondervindt bij de Rabobank. Stichting Ismaël kreeg in juni 2016 te horen dat de bank geen betalingsverkeer naar Syrië meer wilde verzorgen, ook niet naar Jordanië en Libanon. Relatiebeheerder S.D. Post vertelde in het Reformatorisch Dagblad van 1 september 2016: "De reden? Het is ondoenlijk om de transacties te controleren, aldus de Rabobank." Ismaël en Rafaël doen nu zaken met andere banken. Vanwege de gevoeligheid hebben ze liever dat de namen van deze banken niet worden genoemd.