• Bottleneck Algerabrug.
• Bottleneck Algerabrug. Foto: wijntjesfotografie.nl

'Over gemeentegrenzen heen kijken'

krimpenerwaard • Het oplossen van de verkeerssituatie op en rond de Algerabrug bij Krimpen aan den IJssel zorgt voor politieke hoofdbrekens.

Het wegstrepen van voorstellen gaat sneller dan het uitbroeden van een plan met voldoende draagvlak. Dat bleek deze week in de discussie tijdens de raadsvergadering van de gemeente Krimpenerwaard over de 'verkenning' van tien punten voor verbetering van de doorstroming in het westelijk deel van de Krimpenerwaard.

"Het vraagstuk is ongelooflijk complex en zit vol tegenstrijdige belangen", meende Ruud van der Wilt (VVD). "We moeten over onze gemeentegrenzen heen kijken en intussen maatschappelijke ontwikkelingen in het oog houden", stelde Pieter Heerens (Gemeente Belang Schoonhoven). "Daarbij rijst de vraag wie ingrijpende aanpassingen gaat betalen", vond Cees de Graaf (PvdA). "Je moet daarnaast een afweging maken tussen ruimte, groen en drukte. Hoeveel rust wil je opofferen in de polder?"

Dat laatste argument speelt ook een rol in de beleving van wethouder Pieter Neven, die al tegen enkele knelpunten is aangelopen. Zo is vlot vervoer over water niet altijd een optie. "Wat de Hollandsche IJssel betreft is dat vanwege de sterke stroming een utopie. Over de Lek is het wel mogelijk." Vervolgens: "Het doortrekken van de metro van Capelse Brug naar Krimpen aan den IJssel is door de gemeenteraad van Krimpen aan den IJssel weggestemd. Ook die verbinding kunnen we schrappen."

De gemeente Krimpenerwaard ziet niets in verbreding van wegen naar de brug. "Dat zou eerder een aanzuigende werking hebben", oordeelde Van der Wende (SGP). "Wij willen geen doorgaande routes."

In het tien puntenplan wekken vooralsnog capaciteitsuitbreiding van de Algerabrug, een veerverbinding tussen Krimpen aan de Lek en Ridderkerk, een verbindingsweg van de N210 naar de Lekdijk, hoogwaardig openbaar vervoer en een vaste oeververbinding de meeste belangstelling.

De raad ging akkoord met een bijdrage van 20.000 euro voor nader onderzoek naar deze alternatieven.