• Floor en Evenlyn de Jong en hun kinderen Rebekka, Debora en Hanna met Goudse boerenkaas.
• Floor en Evenlyn de Jong en hun kinderen Rebekka, Debora en Hanna met Goudse boerenkaas. Foto: John Wijntjes

Goudse kaas uit de Krimpenerwaard

Fietsen langs koeien en kaas

Vanaf twee kanten, met Rotterdam en Gouda als startpunt, kun je in je eigen tempo de KoeKaasRoute afleggen en genieten van historische boerderijen, grazende koeien, schapen en weidevogels.

Het oer-Hollandse veenweidelandschap blijft boeien. Een ontdekkingstocht zonder kaart of doel is leuk. Verdwalen is schier onmogelijk, maar als je tegelijkertijd enige kennis van het poldergebied wil opsnuiven is de plattegrond van de Stichting Promotie Krimpenerwaard een handig hulpmiddel. Je kan de route uitstippelen, met een tabel de gewenste afstand bepalen en de fiets even aan de kant zetten bij de aangekruiste horecagelegenheid voor een smakelijke lunch. Het hangt van je conditie en zitvlees af of je de maximale 50 kilometer aflegt of dat je je tot een deel van de route beperkt. Daarnaast kan je af en toe de gebaande paden verlaten om in natuurgebieden neer te strijken en vogels te spotten.

De KoeKaasRoute dankt haar naam aan de vele kaasboerderijen tussen Krimpen aan de Lek en Stolwijk. Het aloude ambacht van kaasmaken blijft een trekpleister voor bezoekers. Duizenden toeristen bezoeken jaarlijks de boerderijen van Schep, Hoogerwaard, Speksnijder en De Jong om dit klassieke ritueel te aanschouwen. De meeste kaas – ongeveer 90 procent – is bestemd voor de groothandel. Deze kazen worden na enige voorbereiding in enorme tanks bereid, gepekeld en na een tijdje op de plank afgeleverd bij De Producent in Gouda. Volgens de folder wil boerin Ineke de Jong dat proces best uitleggen aan een leek. Daarom planten wij de fiets bij de Jongenhoeve aan de Benedenberg 90 in Bergambacht voor een bezoek aan dit dynamische bedrijf. Kunnen we meteen het pijnlijke zitvlak even ontzien.

Ineke de Jong heet ons van harte welkom en verklapt meteen een geheimpje: haar man maakt de kaas. Of liever gezegd zoon Floor, die feitelijk de Jongenhoeve runt met zijn vrouw Evelyn en een zevental medewerkers. Over emancipatie gesproken. Een zelf kazende boerin is blijkbaar een zeldzaamheid. "Vroeger waren de taken gescheiden, Mijn man Leen ik hadden veertig jaar geleden 36 koeien. De werkzaamheden waren toen overzichtelijk. Nu lopen er 460 in de wei. Daarnaast zijn er 1400 vleesvarkens. Hier wordt van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat gewerkt om duizenden liters melk te verstouwen", zegt Ineke.

Ze doet rondleidingen in vier talen ('Gaat altijd goed als ze me geen vragen stellen'), maar brengt de meeste uren door in haar kaaswinkeltje. Daar treft ze vooral vaste klanten uit de regio en nieuwsgierige toeristen uit Japan, Israël, Verenigde Staten, België en Duitsland. Zij willen de Goudse kaas proeven en kopen. Ambachtelijke Goudse boerenkaas wel te verstaan. "Goudse kaas is niet beschermd en kan overal ter wereld worden gefabriceerd. Goudse kaas wordt overal gemaakt behalve in Gouda. Daar wordt het van oudsher verhandeld. Goudse boerenkaas heeft de Europese erkenning 'Gegarandeerde Traditionele Specialiteit'. Deze boerenkaas krijgt een stempel en wordt geselecteerd op traditie, ambachtelijkheid, smaak en puurheid."

Terwijl enkele toeristen plaatsnemen bij de video voor een korte presentatie over land maaien en koeien melken, geeft zoon Floor uitleg over het verloop in de productieruimte. "We gebruiken voor de kaas verse, rauwe melk van onze eigen koeien. Boerenkaas smaakt daarom nooit hetzelfde. De bacteriën in deze rauwe melk geven de kaas zijn krachtige en karakteristieke smaak. Het is een puur natuurproduct. Ons assortiment varieert van jong en belegen tot pittig en oud." Hij toont enkele enorme 'wielen' van 60 kilo per stuk. "Daar gaat soms een paar jaar overheen. De grootste leverantie betreft jonge kaas. Die gaat na enkele weken naar de fabriek."

'Goudse kaas wordt overal gemaakt, behalve in Gouda'

Het wordt tijd om weer op de fiets te stappen. Het werk roept, geeft Floor aan. Hij heeft net een belletje horen rinkelen. Het boerenlandleven heeft z'n charme, maar het komt je niet aanwaaien. Niettemin is iedereen content dat de opvolging is geregeld. Vanaf 1911 is de hoeve familiebezit. De vierde generatie is aan zet. "Zoveel boeren zijn er niet meer in dit deel van de Krimpenerwaard. Ik hoop dat de overheid daar ook in de toekomst rekening mee houdt."

De terugtocht lonkt. Weliswaar wijken we al snel af van de KoeKaasRoute, maar anders kom je nooit in Schoonhoven.