• Arnold Smits aan het woord in 'Fausto'.
• Arnold Smits aan het woord in 'Fausto'. Foto: Kai Coenen

Smits vertelt: te voet naar Santiago én terug

schoonhoven • In totaal liep hij zesduizend kilometer in tien jaar tijd, verdeeld over 240 dagmarsen van gemiddeld 25 kilometer. Schoonhovenaar Arnold Smits (83) kan geweldig vertellen over de pelgrimstocht van Sint Jacobiparochie (Friesland) naar Santiago de Compostela en Finisterra, die hij in de jaren tachtig liep.

Dat deed hij woensdagavond dan ook in koffiebar Fausto Bike & Coffee in Schoonhoven. Compleet met authentieke diaprojector én gekleed in traditionele pelgrimsoutfit.

Smits komt vaak met zijn vrouw in Fausto ontbijten. Wanneer er wandelaars binnenkomen, spitst hij zijn oren. Niet zelden trakteert hij de lopers op een paar fraaie anekdotes over 'die échte wandeltocht' vol ontberingen en verrassingen. Dit was de reden om hem te vragen zijn verhaal deze avond voor een groter publiek uit de doeken te doen. Tegenwoordig is wandelen naar Santiago de Compostela weer razend populair. Gewapend met de modernste navigatieapparatuur en lichtgewicht rugzakken komen pelgrims van over de hele wereld naar Noord-Spanje om de beroemde tocht - of een gedeelte daarvan - te volbrengen. Maar in Smits' tijd ging dat er anders aan toe. "Toen ik in 1984 liep, was ik een soort witte raaf. Er liepen nauwelijks pelgrims uit het buitenland en er waren ook geen voorzieningen langs de route." Maar het grootste verschil tussen toen en nu zit volgens Arnold Smits in iets anders. "Tegenwoordig komen mensen aan in Santiago en pakken dan het vliegtuig naar huis. Maar de vroegere pelgrims liepen na aankomst ook weer helemaal terug. Mentaal is dat nog veel zwaarder." Smits spreekt uit ervaring, want hij volbracht de héle tocht, van het officiële beginpunt in Friesland tot aan de Spaanse kaap Finisterre ('einde van de wereld') en weer terug. Hij startte op zijn vijftigste en liep tien jaar lang iedere zomer een gedeelte. Onderweg wist hij nooit waar hij sliep. "Maar Sint Jacobus zorgt altijd voor onderdak!", lacht hij. Van boerenschuren tot luxe tuinhuizen: Smits hoefde nooit een nacht onder de sterren te slapen. Wel dacht hij één keer dat hij er geweest was, toen hij doodziek van verkeerd water in een kloosterbed belandde. "Toen ik de volgende ochtend wakker werd, zag ik een plafond met houten balken. Ik dacht: dit kan de hemel niet zijn."

Hanneke Klaaijsen