'Hou op met klagen en trek samen op'

KRIMPENERWAARD • In de strategische visie voor de Krimpenerwaard wordt opgeroepen te stoppen met klagen over bottleneck de Algerabrug en samen te werken aan een oplossing.

'Samenwerking tussen publieke partijen onderling en met private partners. Samen ook op pad. Het moet afgelopen zijn met het geklaag van de private sector over de geringe samenwerking in het publieke domein en andersom', stellen de opstellers van de Strategische Visie Krimpenerwaard. Riek Bakker en consorten constateren dat de infrastructuur van, in en naar de Waard de afgelopen zestig jaar bijna niet is veranderd: 'Voor welk vergelijkbaar deel van de Randstad geldt dat ook? Wij konden het niet vinden. Natuurlijk is er de nationale systematiek van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). Maar het duurt lang voordat je daar aan de beurt bent'.

De opstellers gingen op zoek naar 'versnellingsmogelijkheden, die goedkoper en sneller kunnen'. 'Die zijn ook eerder bedacht, maar altijd in het moeras van de besluiteloosheid gezakt. Dat moet en kan anders. Zoals zo vaak is het ook een kwestie van gunnen, voor wat hoort wat. Je moet je bekend maken, vertellen wat je voor een ander kunt betekenen en wat je daarvoor terugverwacht. Met andere woorden: samen optrekken en eensgezind op pad om dit urgente probleem op te lossen'.

Er moeten twee benaderingen gecombineerd worden: 'In de 'klassieke' aanpak worden knelpunten opgelost door het bijbouwen van rijstroken. Door de informatie- en communicatietechnologie (ict) is er een tweede aanpak bij gekomen: die van het slimmer gebruiken van de bestaande verbindingen'.

Toelichtend: 'Een aanpak van de Algerabrug moet samengaan met het aanpakken van de hele corridor, van de kruising met de Industrieweg tot en met de rotonde in Capelle. Verbreding van de Algerabrug is bijvoorbeeld mogelijk door het aanleggen van een aparte fietsbrug, zodat het huidige fietspad voor autoverkeer kan worden gebruikt. De inpassing in de omgeving -Krimpen- vraagt veel aandacht. Deze verbreding heeft alleen zin als de route naar Rotterdam (Kralingseplein, Maasboulevard, Ruit) het extra verkeer kan opnemen. Anders is er slechts sprake van een verplaatsing van de vertraging'.

Een tweede optie voor uitbreiding van capaciteit is een directe verbinding tussen de N210 en de Ridderster (knooppunt Ridderkerk, red.): 'Dit kan met een brug of een tunnel. Een groot voordeel van deze oplossing is de versnelling van de verbinding met de haven en Rotterdam-Zuid en met zuidelijk Nederland/België. Een mogelijk nadeel is het ontstaan van een alternatieve route/sluiproute voor verkeer vanuit het zuiden (A16) naar Utrecht. Ook het verbinden van de Krimpenerwaard met de A20 via een nieuwe brug over de IJssel behoort tot de mogelijkheden'.

Door het inzetten van nieuwe techniek (ict) kan efficiënter gebruik worden gemaakt van het bestaande netwerk: 'Door meten en analyseren te koppelen aan dynamische bewegwijzering en on-board informatie kan verkeer van en naar de Waard steeds de beste route kiezen. Een goede analyse van het gebruik tijdens de spits kan leiden tot afspraken over iets eerder of vroeger rijden en het beter verdelen onder de beschikbare routes om daarmee te spits uit te smeren'.

Aanvullend: 'Het ligt voor de hand om een mobiliteitsinitiatief Krimpenerwaard (incl. Krimpen) te starten dat in samenwerking met de Provincie, regio en het Rijk onderzoek doet naar de slagkracht van een dergelijke moderne aanpak. Reguliere lokale buslijnen zullen op termijn vervangen worden door on-demand vervoer, waarbij bewoners een buurtbus op elke locatie op kunnen roepen. Door dit on-demand vervoer te combineren met een verbeterde regionale busverbinding naar Rotterdam, Gouda en Utrecht kan de bereikbaarheid van de Krimpenerwaard sterk verbeterd worden'.

De verbetering van de lokale infrastructuur kan gelijk opgaan met het 'ontvlechten' van zwaar verkeer -landbouw, logistiek- en kwetsbaar verkeer en met het verbeteren van het recreatieve netwerk én de aansluiting ervan op de omringende stedelijke kernen (Gouda, Rotterdam). 'Door alle verkeersstromen -recreatief, agrarisch, transport, woon-werk- elkaar minder te laten belasten, kan er een alternatief intern netwerk gecreëerd worden, waardoor deze stromen ontvlochten kunnen worden', concluderen de opstellers.