• Elke donderdag wordt serieus geoefend én veel gelachen.
• Elke donderdag wordt serieus geoefend én veel gelachen. Foto: Janneke Boogaard

'Mijn kinderen verklaren me voor gek, maar ik heb er lol in'

De NEP: nog altijd een begrip in Hellouw

hellouw • Geroezemoes stijgt op uit de kleine foyer van dorpshuis De Biskamp. Buiten onder het afdak staat een eenzame scootmobiel. Het is donderdagavond 20.15 uur, koffietijd voor de leden van de plaatselijke mondharmonicaclub. Ze hebben er al een dik half uur stevig studeren op zitten, keurig net in uniform. "Maar dat is alleen omdat de krant vandaag komt hoor, normaal hebben we deze kleding alleen aan met optredens", lacht Gerard Donker.

De Hellouwse club verzorgt dik twintig optredens per jaar. Noem 'de NEP' en iedereen in Hellouw en omstreken weet waar je het over hebt.

Nou ja, iedereen van boven de zestig dan. Want voor de hoogtijdagen van de mondharmonicavereniging moeten we terug naar de jaren vijftig van de vorige eeuw, naar het achterhuis van Gerrit-Jan van Mourik op Den Terp. "Koud dat het daar was in de winter. Maar iedereen kwam oefenen, bij het potkacheltje", blikt Arie van Oosterum terug. "Als vervoer naar optredens gebruikten we in het begin een schoongemaakte veewagen, want geld voor een bus was er niet."

De leden kwamen vooral uit Hellouw en een enkeling uit Herwijnen. Ze deden de naam van de vereniging eer aan - de afkorting NEP staat voor Nog Eens Proberen. Na veel oefenen deden ze zelfs met succes mee aan concoursen. "Er was in die tijd niks anders te doen", zegt Gerard bijna verontschuldigend.

Maar toen kwamen de jaren zestig. "We kregen brommers en konden erop uit gaan." De mondharmonica's verdwenen ergens in een laatje. Totdat er begin 2008 een manifestatie werd georganiseerd in Herwijnen, waar alle plaatselijke culturele initiatieven zichzelf konden presenteren. Een groepje NEP-ers trad daar op, in principe eenmalig, maar accordeonist Wim Hol pookte het ontstane vuurtje verder op. Na een tijdje besloten de liefhebbers toch maar weer een officiële vereniging op te richten. Gerard: "Als je eenmaal een instrument bespeelt, laat het je toch nooit helemaal los."

De acht, negen muzikanten van toen zijn in die tien jaar in aantal verdubbeld. Corrie van Veen kende de club niet van vroeger en had ook niet veel met mondharmonica's, maar werd enthousiast bij een optreden op het Haaftens feest. "Mijn kinderen verklaarden me voor gek, maar ik ben toch lid geworden, samen met mijn broer." Inmiddels is Corrie voorzitter van de club.

Met het stijgen der jaren is het fanatieke er wel af gegaan. De sfeer is gemoedelijk, zo blijkt als de muzikanten na de koffie weer op hun plek zitten. Orkestleider Wim Hol speelt alle liedjes op zijn accordeon, en de mondfluitisten haken als vanzelf aan. Gerard: "De lat ligt laag, als je kan zingen, kan je met ons meespelen."

De meeste hebben de tekst van het liedje voor zich en spelen op gehoor, sommige spelen van bladmuziek. Op een speciaal plankje aan hun lessenaar liggen de mondharmonica's die ze even niet gebruiken; de meeste leden hebben er drie: één voor de toonladder van C, één voor de F en één voor de G. Shirley speelt de basharmonica. Evert spant de kroon, hij heeft een zogenoemde wender, waarbij zes instrumenten stervormig aan elkaar zitten, waardoor hij snel kan veranderen van toonsoort.

Vooral met de vele Nederlandstalige liedjes in het repertoire gooit de NEP hoge ogen in verzorgingshuizen en bij seniorenclubs. "Mondharmonicaorkesten zie je niet veel meer, maar ouderen kennen het van vroeger. Het is mooi om te zien hoe ze genieten als wij komen spelen", zegt Corrie.

"Sommige leden zijn ouder dan de bewoners waar we voor optreden", grinnikt Wim Hol, om meteen toe te geven dat hij er daar met zijn tachtig jaar zelf één van is. Gerard: "Voor veel leden is de repetitie een verzetje. Mondharmonica kun je tot op hoge leeftijd spelen, en je houdt er ook nog eens je longen mee in vorm."


q www.nogeensproberen.nl

Janneke Boogaard