• Tricht krabbelt op tijdens de theatervoorstelling WIND.
• Tricht krabbelt op tijdens de theatervoorstelling WIND. Foto: William Hoogteyling

Windhoos is ijkpunt in de geschiedenis van het dorp

'Ramp is rode draad door mijn leven'

tricht • Er klinkt muziek bij het Dorpshuis aan de Prins Johan Frisoplaats. Om toegang tot het terrein te krijgen, is een 'permanent bewijs van betreding rampgebied' nodig. Agenten houden vriendelijk doch streng de wacht, dames collecteren voor de wederopbouw van het dorp. In het rampgebied is het een drukte van belang. Inwoners zoeken tussen de puinhopen hun bezittingen die tijdens de windhoos verloren zijn gegaan. Hulpverleners sorteren ijverig de gevonden voorwerpen. "Alles wat nog heel is, bewaren we daar. Is die deken soms van jullie? En daar ligt een stuk luxaflex." Een jong stel loopt verdwaasd rond. "We hebben niks terug kunnen vinden", klagen ze. "Alleen deze boeken."

In het Dorpshuis is er – in afwachting van de voorstelling – veel aandacht voor de tentoonstelling. Mensen wijzen elkaar foto's aan, halen samen herinneringen op aan de rampzondag. "Ik wou vandaag ook even kijken. Ik wilde de foto's wel eens zien en was benieuwd wat ze van die voorstelling hebben gemaakt", zegt Jan de Keijzer (79). "Of ik de ramp heb meegemaakt? Nou en of. Ik woon al 54 jaar in Tricht. Ik was toen 29. We hadden visite, ik had die dag mijn neef en nicht uit Enspijk op bezoek. Die hadden een baby van zes weken. Mijn vrouw en mijn nicht gingen die middag nog een rondje lopen. Precies op de plek waar even later de windhoos toesloeg. Ze hebben het er dus goed van afgebracht. Mijn neef en ik dronken een biertje; het was die middag bloedheet. Om een uur of vijf werd het aardedonker, er waaide van alles door de lucht. Het sloeg ook tegen de ruiten. Het duurde maar even. Toen het voorbij was, ben ik gelijk naar buiten gelopen, naar mijn buurman die een smederij had. Die zat rekeningen te schrijven en had eerst niet in de gaten hoe erg het was. "Kom naar buiten man, half Tricht ligt plat", riep ik. Hij kon het amper geloven. Toen we nog aan het praten waren, werd-ie gewaarschuwd. Hij was bij de brandweer en werd opgeroepen." De gebeurtenissen van die zondagmiddag staan De Keijzer nog helder voor de geest. "Zoiets vergeet je nooit. Ik denk er vaak aan, zeker 's nacht bij zwaar onweer. Dan blijf ik zeker niet liggen."

Een hoop ellende

Dat geldt ook voor Fietje Jager – van Eck (82) die destijds aan de Lingedijk in Buurmalsen woonde. "Mijn ouders woonden in Tricht, in de Laan van Crayestein. We hoorden auto's en ziekenwagens rijden en de brandweer, maar wisten niet precies wat er gebeurd was. We zijn met de auto naar Tricht gegaan om te kijken hoe erg het was. Ik kan me van die tijd niet alles meer herinneren, maar ik weet wel dat we een hoop ellende aantroffen. De schade aan het huis van mijn ouders viel nog mee: de pannen en de schoorsteen waren van het dak gewaaid. Het was vreselijk die middag. Mijn schoonouders woonden in Beesd en maakten een wandelingetje op de Appeldijk. Toen die bui eraan kwam, gingen ze plat op de grond liggen. Ach meneer, die windhoos is me altijd bijgebleven. Elke keer als het noodweer is, denk ik eraan."

Jenneke van Kessel (93) woonde in 1967 in Deil. "Later ben ik naar Tricht verhuisd. Het huis waar ik nu in woon, is die dag voor de helft weggevaagd. Ik weet nog dat het vreselijk warm was. Zo benauwd. Toen de storm eraan kwam, werd het pikdonker. We zijn naar binnen gegaan. Zulk noodweer had ik nog nooit meegemaakt. In Deil trok de ergste storm over het kerkhof. De grafzerken van mijn man en zoontje zijn omgewaaid. Bij slecht weer denk ik altijd terug aan die middag. Dat vergeet je nooit meer."

Rode draad

Wout van den Berg (68) woonde in Tricht, maar bracht de middag door bij vrienden in Rumpt. "Ook daar was het noodweer: grote hagelstenen, storm, om bang van te worden. We hebben op de dijk staan kijken en zagen verderop die slurf. Dat gaat niet goed, zeiden we tegen elkaar, maar ik had er toen nog geen idee van dat Tricht werd geraakt. Ik probeerde mijn ouders te bellen, maar dat lukte niet. Rond half zeven ben ik naar huis gegaan, maar ik kwam niet ver. Wat een chaos. Het leek wel oorlogsgebied, of er een bom ontploft was." Later bleek het huis van de familie Van den Berg zwaar te zijn geraakt. De moeder en zus van Wout waren door 'particulieren' naar het ziekenhuis in Tiel gebracht. "Mijn vader is met de ziekenwagen naar Culemborg vervoerd. Hij is aan de gevolgen van de ramp overleden. Dat gold ook voor het zoontje van de buren dat die middag bij ons was. Hij was zes. Mijn vader had zijn armen nog om het mannetje heen geslagen om 'm te beschermen. Maar het mocht niet baten. De huisarts van het dorp heeft die jongen meegenomen. Dat wist ik niet, dat hoorde ik net pas." Wout van den Berg noemt de ramp een 'rode draad in zijn leven'. "Het verdriet slijt van lieverlee, maar vergeten doe je het nooit. Het is een soort snijpunt, een ijkpunt. Als we het over vroeger hebben, praten we over de tijd van voor en van na de ramp. De windhoos heeft een stempel op mijn leven gedrukt."

André Bijl