• Marco Lopulalan & Gert Bullée in vroeger tijden.
• Marco Lopulalan & Gert Bullée in vroeger tijden. Foto's: Hans van Vrouwerf

'Kunstenaars laten kennismaken met de mogelijkheden'

De laatste meesterglasblazers

Marco: "Het is eigenlijk best een romantisch verhaal. Wij zijn allebei geboren achter de glasfabriek, liepen vaak samen naar ons werk. We waren opgegroeid met glas. Mijn opa heeft veertig jaar rondgelopen in de hal waar ik nu werk, en mijn moeder werkte in de kristalwinkel."

Gert: "Ja, maar bij mij werkte die achtergrond eerst juist averechts. Mijn vader werkte in ploegendienst en wij moesten als kinderen vaak stil zijn omdat hij moest slapen, terwijl wij natuurlijk wilden spelen. Dus ik was vast van plan om níet in het glas te gaan werken en vond een baan in de metaal. Totdat we met het bedrijf een rondleiding kregen in de glasfabriek. Het was in die tijd veel donkerder in de hal, waardoor het vloeibare glas veel meer oplichtte. Je zag het als rode draden de hal doorgaan. Er werd ook gezongen tijdens het werk. Dat beeld was magisch. Dus toen ik twee weken later de advertentie voor leerling-glasblazer in de krant zag, heb ik meteen gereageerd."

Marco: "Het beeld dat jij schetst herinner ik me ook heel goed. Het vuur, de warmte, de beweging; dat gaf bij mij ook de doorslag. Het zag er echt uit als in die Haanstra-films. Er waren wel 150 sollicitanten. Wij zaten bij het kleine groepje dat de opleiding mocht gaan volgen. Daar ben ik nog steeds wel trots op. In het begin kreeg je een bezem in je handen, later was je hele dagen alleen maar bezig om een vorm open en dicht te doen, weer later mocht je keien: een druppeltje glas uit de pot halen. Dat deed je dan ook honderden keren. Leren glasblazen kost tijd. Wij kregen die tijd."

Gert: "Wij hebben als laatsten nog les gehad van het traditionele oude gilde."

Marco: "Dat komt ook doordat er toen volop dun geblazen glaswerk werd gemaakt. De karaffen en wijnglazen waar Leerdam bekend om stond. Eigenlijk alles werd vroeger van glas gemaakt. Je kon dus ook uren maken. Mondgeblazen glas heeft een ander prijskaartje dan machinaal glas. Hierdoor zou het ambacht kunnen verdwijnen. Nog een reden waarom we dat onder de aandacht brengen tijdens het internationale glassymposium Cities of Glass. In het glas draait het steeds meer om de kunst."

Gert: "Je zag een omslagpunt bij Copier en Meydam. Zij kregen meer vrijheid om eigen ontwerpen te maken, in plaats van bestaand werk uit te voeren. Zelf werk ik graag met kunstenaars. De uitdaging om iets te maken wat een kunstenaar heeft bedacht, samen tot iets te komen waar je allebei honderd procent achter staat. Ik ben in 2009 weg gegaan bij Royal Leerdam Crystal en voor mezelf begonnen. Ik voer ook mijn eigen ontwerpen uit. Maar ik noem mezelf geen kunstenaar."

Marco: "Ik voel me ook geen kunstenaar. Mij gaat het meer om de skills, het feit dat je alle aspecten van het glasblazen onder de knie hebt. Dan ben je 'meesterglasblazer', maar ook dat is een term die wij niet snel voor onszelf gebruiken. Het is meer iets wat anderen over je zeggen. Toch druk je als blazer ook wel een bepaald stempel op een stuk. Een soort eigen handschrift. Ik ben me er ook wel van bewust dat ik nu 'het gezicht' van Royal Leerdam Crystal ben."

Gert: "Kunstenaars kiezen vaak ook bewust voor een bepaalde glasblazer om hun werk door te laten uitvoeren, vanwege diens stijl. Tijdens de manifestatie die 24 juni begint gaan we de ambachten uit de verschillende landen laten zien, en de kunstenaars kennis laten maken met de mogelijkheden van de materie."
Marco: "Ik ben zelf bewonderaar van Italiaans glas, als je kijkt naar de technische aspecten. Het is bewerkelijker, waar de Leerdamse glaskunst nog steeds een ingetogen, tijdloze, heldere stijl heeft. Tsjechisch glas is dan weer bombastischer - zonder een waardeoordeel te vellen. Tijdens de manifestatie gaan we zien hoe een Italiaan, een Tsjech en een Nederlander omgaan met een ontwerp."

Gert: "Dat wordt heel interessant. Ik hoop op een leuke samenwerking, ook tussen de drie locaties waar geblazen wordt. De kunstenaars en de rest van de crew verblijven in de voormalige galerie van Gijs Potters aan de Hoogstraat, die tijdelijk wordt omgedoopt tot 'glass hotel'. Het is een mooie kans om elkaar te spreken in de kleine wereld van het glas. Doordeweeks maken we werk voor de twee tentoonstellingen, in de weekends ligt de nadruk op demonstraties en kan het publiek kijken hoe wij werken. De interactie met het publiek vind ik extra leuk aan mijn werk. We maken het net wat spectaculairder als er mensen staan te kijken."