Horeca ondernemers laten fijnproevers smullen van nieuwe kaart
Pruuve Maor van Woerkummer bier
WOUDRICHEM • Het thema voor het elfde Pruuve Maor, het jaarlijkse culinaire evenement van de Woerkumse horeca, is het Woerkummer bier. Zondag 10 september kunnen fijnproevers weer genieten van allerlei 'Pruuvekes' achter het Arsenaal in de vesting.
Bezoekers laten proeven van de nieuwe kaart die restaurants voor de komende herfst samenstellen. Dat was ooit de opzet van de eerste Pruuve Maor van elf jaar geleden. Speciaal daarvoor werden 'Pruuvekes' gemaakt om bezoekers te verleiden tot een diner in één van de deelnemende restaurants. Maar meer en meer is het culinaire evenement uitgegroeid tot een mooie promotie van de Woerkumse horeca. In het sfeervolle vestingstadje is voor ieders maag wel iets lekkers te vinden, of het nu gaat om pannenkoeken, een lekker ijsje of een chique vijf gangen diner. Aart Geurtsen van stichting Boven 't Gat verzorgt al jaren de promotie van het evenement. Vanwege het tienjarig bestaan van het Woerkummer bier was de keuze voor het thema dit jaar snel gemaakt. "Alle ondernemers hebben beloofd iets te bereiden met het Woerkummer bier", zo lacht Geurtsen, die vorig jaar zeer content was met de ruim 300 bezoekers. "We hebben als organisatie ook nog even gesproken om van Pruuve Maor een foodtruckfestival te maken, maar we willen niet teveel van hetzelfde. Achter het Arsenaal is nog altijd een mooie plek voor het evenement, we bieden zelfs nog plaats aan zo'n vijftien kramen met brocante." Nieuw dit jaar is dat de vesting deels wordt afgesloten, mede vanwege de vele bezoekers voor de Kunstroute in hetzelfde weekend. "Maar bewoners mogen wel de vesting in, daarvoor verspreiden we huis aan huis een toegangsbewijs."
Bezoekers aan Pruuve Maor mogen weer betalen met Zalmpjes, een Woerkums muntje van de eigen Rotaryafdeling, zij schenken een deel van de opbrengst aan een goed doel. Inmiddels droomt Geurtsen ook al over de editie in 2018. "Liefst willen we dan 'We are Food' van Brabant ook naar Woerkum halen."
Hannie Visser-Kieboom