• Wafaa (links) en Hanan willen graag helpen.
• Wafaa (links) en Hanan willen graag helpen. Foto: Janny den Besten

'De kinderen in Nederland zijn net als die in Irak'

Integratie in de speeltuin

nieuw-lekkerland • De Syrische Wafáa en de Irakese Hanan werken als vrijwilligers in speeltuin 'Middelweg' in Nieuw-Lekkerland. Daar worden zowel de speeltuin als de vrouwen beter van.

Een medewerker van VluchtelingenWerk benaderde Leah Meerkerk, secretaresse van speeltuinvereniging 'Middelweg'. De medewerker was op zoek naar plekken waar statushouders als vrijwilliger werkervaring zouden kunnen opdoen. Zij had in een krant de oproep voor nieuwe vrijwilligers van de speeltuin gezien.

Leah overlegde met de andere bestuursleden. Samen besloten ze een aantal statushouders te verwelkomen in hun team. Leah kreeg enkele namen en adressen van personen die van tevoren van haar komst op de hoogte werden gesteld. "Ik ben bij drie mensen langs geweest en heb kennis met hen gemaakt. Sommigen wisten niet eens dat er een speeltuin in hun buurt was. Ze zijn gewoon mee gaan draaien."
De statushouders zijn gekoppeld aan een andere toezichthouder. "Mede door de positieve inzet van deze collega-toezichthouders wordt het de nieuwe toezichthouders al doende duidelijk wat er van hen verlangd wordt."

Taal leren

De Lekkerlandse Wafáa, afkomstig uit Syrië, hoefde niet lang over Leahs vraag na te denken. "Ik wilde direct helpen. Een keer in de week, op zaterdagmiddag, help ik in de speeltuin. Mijn eigen kinderen spelen hier ook. Wat ik hier doe? Koffie en thee maken, verkopen in het winkeltje, afwassen, opruimen, de toiletten schoonmaken en natuurlijk kijken naar de kinderen. Vooral bij de glijbaan moet je goed controleren. Ik vind alles leuk om te doen. De taal vind ik soms wel moeilijk, maar gelukkig helpen mijn kinderen mij daarbij. Die spreken al veel beter Nederlands dan ik."

Hanan Aldaham (afkomstig uit Bagdad, Irak) vertelt: "Bagdad is een mooie hoofdstad, maar het was er heel gevaarlijk voor mij. Hier in Nieuw-Lekkerland vind ik het fijn, want veel mensen lachen en begroeten mij. Wel heb ik vaak heimwee naar mijn eigen land. Ik denk vaak aan moeilijke dingen, zoals aan mijn werkloosheid. Ik wil heel graag werk hebben en geld verdienen. In Irak werkte ik meer dan 25 jaar als hoofd op een kinderdagopvang. Daar maakte ik programma's voor de kinderen. Ik zong, sportte, tekende en las voor. Dit werk in de speeltuin is veel makkelijker, maar ik vind het leuk om te doen, want ik houd van kinderen. Graag zou ik hier in Nederland nu al een baan willen met kinderen, maar mijn begeleidster zegt: 'Nee, nog niet, want je kent nog niet genoeg Nederlands.' Ik kan nog niet goed genoeg praten met kinderen. Maar ik heb veel contacten in Nieuw-Lekkerland en ik leer de taal steeds beter."

'Uitleggen is soms nog moeilijk, maar ik begrijp de Nederlandse taal al goed'

"Step by step," zucht Hanan. Haar gezicht klaart weer op als ze over het werk in de speeltuin vertelt. "Twee keer per week help ik hier. Het is leuk om met de andere vrouwen en met de kinderen te praten. Om de kinderen te leren dat ruziemaken niet goed is en dat ze goed met elkaar moeten spelen. De kinderen in Nederland zijn net als die in Irak. Ze zijn heel slim en lief, en net zo gehoorzaam of ongehoorzaam als die in Irak. Wel is elk kind op zich heel anders dan een ander."

Kalil Umer Abdullah, afkomstig uit Ethiopië, moest even over Leahs vraag nadenken, maar nu helpt hij vol enthousiasme twee maal per week. "Alles is leuk," zegt hij. "Ik veeg vaak bij de zandbak. Ook hou ik toezicht op de kinderen. Als ze bovenop die huisjes daar klimmen, dan zeg ik daar wat van. Uitleggen is soms nog moeilijk voor mij, maar ik begrijp de Nederlandse taal al goed." In Ethiopië was Kalil boer en slager. Heel wat anders dan dit vrijwilligerswerk, maar door zijn eigen vier kinderen weet Kalil wel hoe kinderen zijn. Regelmatig komt zijn vrouw met hun viertal naar de speeltuin. "In Ethiopië blijven de kinderen in de dorpen altijd thuis," vertelt hij. "Alleen in de stad zijn speeltuinen. Ik vind een speeltuin heel leuk en heel belangrijk."

Probleem opgelost

Leah Meerkerk vertelt dat de helpende statushouders zeer positief zijn ingesteld. "Over het algemeen hebben ze hun plekje wel gevonden. De taal kan soms problemen geven. Zo had een van de statushouders iets tegen een kind gezegd dat door dat betreffende kind niet goed werd opgepakt. Toen wij als bestuur daar klachten over kregen, zeiden we tegen de ouders: 'Loop zelf eens naar deze vrijwilliger toe en vraag eens wat er nu precies aan de hand is.' Al gauw was het probleem opgelost. We vinden het als bestuur fijn om door deze statushouders geholpen te worden. Andersom vinden we het ook belangrijk om deze mensen invulling in hun lege agenda te geven. Het is zo mooi om te zien dat zelfs een Syrische oma bij haar kleinkinderen in de speeltuin komt kijken en gezellig een bakje koffie met de vrouwen mee drinkt!"