Papendrecht wil armoede terugdringen

papendrecht • De gemeente Papen-drecht komt voor de zomer met een actieprogramma om het aantal Papendrechters dat in armoede leeft en schuld heeft te laten afnemen.

In Papendrecht zijn op dit moment 150 personen met schuldenproblematiek in beeld bij de gemeente, vijftig daarvan zitten in een schuldsanering. Voor een deel betreft dat gezinnen met kinderen onder de zeventien jaar. Geschat wordt dat één op de dertien kinderen in de gemeente Papendrecht in armoede leeft. Afgezet tegen de landelijke cijfers valt dit mee. Landelijk leeft namelijk één op de acht à negen kinderen in armoede.

"Hoewel we onder het landelijk gemiddelde zitten, willen we er toch aandacht aan schenken", zegt wethouder Jan Nathan Rozendaal. De gemeente heeft eind maart samen met professionals en vrijwilligers uit het sociale domein over het onderwerp gesproken. Dit gebeurde in samenwerking met adviesbureau JSO. De tijdens de bijeenkomst geopperde ideeën vormen de basis voor het gezamenlijke actieplan.
Daarin komen onder andere maatregelen om de samenwerking tussen professionals en vrijwilligersorganisaties zoals de Voedselbank en Schuldhulpmaatje te versterken. "Als je elkaar goed kent, weet je beter naar wie je iemand moet doorverwijzen voor de juiste hulp", redeneert Rozendaal.

Daarnaast wil de gemeente de toegang tot schuldhulpverlening verbeteren. "Mensen met financiële problemen wachten over het algemeen vrij lang tot ze zich melden. Ze schamen zich en willen het zelf oplossen. Als ze bij ons aankloppen, zijn er vaak al meer dan dertig of veertig schuldeisers en is de schuld al opgelopen tot een bedrag tussen de 30.000 en 60.000 euro. We hopen de drempel te kunnen verlagen, zodat mensen eerder om hulp vragen." Onder andere het nieuwe inloopspreekuur van de sociale dienst in Papendrecht moet drempelverlagend werken. Daarnaast wordt sterk ingezet op samenwerking met vrijwilligersorganisaties. "Wanneer zij vermoeden dat er sprake is van schuldenproblematiek, kunnen ze mensen doorverwijzen zodat ze al in een vroeg stadium geholpen kunnen worden."