• Staand: Frits en Alexander, zittend: Arthur en Reinoud van der Schans.
• Staand: Frits en Alexander, zittend: Arthur en Reinoud van der Schans. Foto: Janneke Boogaard

'We hebben veel zelf moeten leren'

Een huis vol aanpakkers

Maud van der Schans-Wijsmuller kwam uit Eindhoven uit een gezin met dertien kinderen. Zij was dertig toen ze haar eerste kind kreeg. Relatief oud, zeker voor die tijd, maar samen met Wim kreeg ze alsnog een groot gezin: Ernst (1956), Adriaan (1957), Marius (1958), Jenneke (1959), Arthur (1964), Frits (1966), Alexander (1968), Reinoud (1969) en Trudy (1970). Zoveel kinderen betekende dat er geen tijd was voor getut. Afspreken met vriendjes kwam ook niet zoveel voor. "We woonden op een boerderij in Slijkwell. Dat maakte dat we overal een beetje buiten stonden", vindt Arthur. "Na school blijven rondhangen in het dorp was er ook niet bij. Je ging naar huis en trok je overall aan."

Er was natuurlijk altijd iets nuttigs te doen: aardappels rapen, bieten rooien, eieren verkopen, appels plukken, koeien melken, de schapen en paarden verzorgen, wilgen knotten, kippen slachten. Alexander weet het nog precies: "Wij kozen één voor één een kip uit, vervolgens hakte mijn moeder de kop eraf. Natuurlijk lieten we de kip daarna wel eens 'per ongeluk' los, dan fladderde hij alle kanten op. Daarna zaten we allemaal rond een grote teil met heet water de kippen te plukken. Ik kan me deze werkwijze nu niet meer goed voorstellen." "We waren vrijwel zelfvoorzienend. Als ik terugkijk, is het bijzonder hoe sterk dat in één generatie is veranderd", zegt Frits. Naast de schaalvergroting die werd ingezet, speelde bij de familie Van der Schans het plotselinge overlijden van vader Wim daarbij een grote rol. Het werk moest efficiënter. Reinoud: "Ik was net zes jaar toen onze vader overleed. Vanaf toen gold helemaal: niet zeuren, maar aanpakken."

Alexander: "Het was mooi dat mijn moeder, die kooklerares was geweest, elke dag zorgde voor lekker eten. Er golden een paar simpele regels, zoals: rechtop zitten aan tafel en je lepel naar je mond brengen, niet andersom. Een heel verschil met de manier waarop kinderen nu opgevoed worden; ook die van mij! En toch kun je niet zeggen dat het vroeger beter was, of slechter. Het is gewoon niet te vergelijken. Ik probeer mijn kinderen wel dingen mee te geven uit mijn eigen opvoeding. Onze moeder was in mei jarig. Vader sneed op haar verjaardag altijd een paar mooie takken van de bloeiende meidoorn in de uiterwaarden. Lekker praktisch, want hij was daar toch om de koeien te melken. Een gratis cadeau, maar wel heel mooi. Het bracht mijn kinderen op het idee om ook eens een veldboeket te plukken."

Frits: "Wij kregen minder aandacht dan onze kinderen nu krijgen, maar we hebben het heel goed gehad. Ik heb er fijne herinneringen aan dat er altijd mensen over de vloer waren. Stagiairs van over de hele wereld, een neef of tante die een tijdje niet thuis kon wonen." Vader Wim was zeer betrokken bij de samenleving. Zat in verenigingsbesturen, was raadslid en wethouder, lid van Provinciale Staten, het Waterschap en ook van de Rotary. Ook hij kwam uit een groot gezin, maar groeide als enig kind op bij een kinderloze oom en tante in Well. Dat hij zijn directe familie weinig zag, was niet makkelijk. "Maar het kwam vast en zeker voort uit de beste bedoelingen. Zijn ouders konden hem zo een goede start geven en daar hebben wij als kinderen ook weer van geprofiteerd", realiseert Reinoud zich.
Hun gedrevenheid hebben ze dus niet van een vreemde, de kinderen Van der Schans. Oudste zoon Ernst nam het ouderlijk bedrijf over en liet dat uitgroeien tot de bekende zuivelboerderij Den Eelder. Daarnaast is hij voorzitter van CDA Maasdriel. Alexander zette zijn eigen bedrijf in melkgeiten op in Hurwenen. Arthur runt een kinderopvang in het buitengebied van Bruchem. Frits is gemeenteraadslid in Zaltbommel en werkt als adviseur op het gebied van duurzame landbouw. Reinoud heeft een eigen bedrijf in machines voor stratenmakers en hoveniers in Hedel. De broer en zus buiten de Bommelerwaard hebben diezelfde sterke drive, en dat gold ook voor Jenneke en Marius, die helaas niet meer leven. Arthur: "We hebben veel zelf moeten leren, met vallen en opstaan." Lachend constateren de broers: "Dat zorgt er waarschijnlijk voor dat we nu allemaal te eigenwijs zijn om voor een baas te werken."

Als het gesprek een wending neemt naar de staat van de agrarische sector in Nederland blijkt dat de broers een stevige discussie niet uit de weg gaan. "We kunnen overal met elkaar over praten, maar dat doen we niet altijd. Zo praat ik bijvoorbeeld niet over seksualiteit met mijn broers", zegt Frits. Vooral de broers in de Bommelerwaard zoeken elkaar regelmatig op. Alexander: "Het is een luxe om de keus te hebben. Als ik een financiële vraag heb, ga ik naar Reinoud. Voor een bedrijfsmatige kwestie zoek ik Arthur op. En voor een meer diepgaand gesprek ga ik bij Frits langs. Dat je op zondag op de fiets kunt stappen en een rijke keus hebt aan adresjes waar je even een bakkie kunt doen, dat vind ik veel waard. We zijn allemaal druk bezet, maar voor elkaar maken we altijd tijd. Ik heb wel eens overwogen naar het buitenland te gaan, maar mijn familie zou ik echt missen."

Reinoud: "Alle verjaardagen bijhouden is niet te doen, we hebben allemaal een gezin. Inclusief aanhang en kinderen zijn we met een man of vijftig, in leeftijd variërend van nul tot zestig plus. We hebben één keer per jaar een familiedag, met Pinksteren. Dan is het een hele drukte!" Daarnaast bakt een deel van de familie gezamenlijk oliebollen op oudejaarsdag en de nieuwjaarsborrel wordt ook goed bezocht. De zeven overgebleven kinderen gaan af en toe samen weg. Alexander: "Dan is er meer ruimte voor diepgaandere gesprekken en daar maken we volop gebruik van. We zijn samen opgegroeid, hebben allemaal aan dezelfde keukentafel gezeten, en dat op onze eigen manier ervaren. Dat maakt ook dat we allemaal een heel eigen persoonlijkheid hebben."

'Alle verjaardagen bijhouden is niet te doen'